Stolpersteine Borne Steentjes: De familie Sachs – Burg. Lantmanstraat 34

Auteur: Annette Evertzen

Familie Sachs

Emma Jacobs en Albert Sachs

Afb. 01 Steentjes familie Sachs

Afb. 01 Steentjes familie Sachs

Afb. 02: Emma Sachs en haar leerlingen

Emma Jacobs wordt in 1896 in Borne geboren. Na haar huwelijk met de Duitser Albert Sachs gaat ze in Duitsland wonen. Ze komt in 1933 tegelijk met haar broer Jacob Jacobs en haar dochter Friedl voor korte tijd naar Borne terug. Ze komt opnieuw terug in 1939, dit keer samen met haar man Albert Sachs en krijgt dan een verblijfsvergunning: ‘mits zij niet ten laste zullen komen van de openbare kas, (…) terwijl geen verdere familieleden van het gezin Albert Sachs van vreemde nationaliteit zullen trachten zich in ons land te vestigen’.

Het gezin gaat in dezelfde straat als Emma’s broer Jacob wonen en Emma pakt haar baan als onderwijzeres weer op. Vanaf oktober 1941 geeft Emma les aan de Joodse school in Almelo.

Albert Sachs en zijn vrouw Emma proberen ook een verblijfsvergunning te krijgen voor zijn broer Philipp, die op dat moment al in een concentratiekamp zit. Volgens zijn broer en schoonzus ‘zou er levensgevaar voor hem bestaan, temeer daar hij aan lichte zenuwtoevallen leidt’. Philipp mag vertrekken als die verblijfsvergunning er komt, maar dat gebeurt niet. Ook voor Alberts moeder en voor drie neven lukt het niet om een vergunning te krijgen. Voor de neven geldt als argument dat ze willen emigreren, maar aan die motieven wordt getwijfeld door de Bornse veldwachter: ‘Aangezien ik in deze niet geheel overtuigd ben dat de beide genoemde personen (…) werkelijk pogingen doen om te emigreren, meen ik te moeten adviseren geen verblijfsvergunning aan hen te verlenen’.

Albert Sachs wordt in augustus 1942 opgepakt en naar het werkkamp Overbroek gebracht en zo’n vijf weken later worden ook zijn vrouw en dochter in Borne opgepakt. Emma en Albert worden pas in april 1943 naar gedeporteerd, waarschijnlijk eerst naar Theresienstadt, waar ze allebei te werk worden gesteld. Ze zijn in oktober 1944 vanuit Theresienstadt naar Auschwitz gedeporteerd. Emma wordt daar waarschijnlijk gelijk vergast, Albert redt het tot februari 1945. Dochter Friedl blijft tot januari 1944 in Westerbork en wordt daarna naar Theresienstadt vervoerd. Zij verblijft daarna ook nog in Auschwitz, Freiberg en Sachsen. Ze wordt onder meer gedwongen in een munitiefabriek te werken, ze is dan pas 15 jaar oud. Ze weet dit alles te overleven en trouwt in 1959 met de heer Frank in Antwerpen.