Auteur: Annette Evertzen
Familie Lievendag
Abraham en Emma Lievendag
Abraham Lievendag vindt zijn bruid in Coesfeld. Ze heet Emma Cohen en is 22 jaar als ze met de 38 jarige Abraham trouwt. Ze krijgen drie kinderen: Henriëtte (1906), Rosa (1910) en Hartwig (1915). Abraham overlijdt voor de oorlog.
Voor en tijdens de oorlog woont Emma met haar kinderen Rosa en Hartwig aan de Abraham ten Catestraat (nu nummer 5). Emma probeert voor haar zus Metha Kywi en haar gezin een verblijfsvergunning te krijgen als ze in 1939 bij haar logeren en op legale wijze het land binnen zijn gekomen. Ze hebben emigratiepapieren voor Paraguay en verblijven slechts korte tijd in Borne.
Emma en haar dochter Rosa zijn ziek als het massale transport van Joodse inwoners uit Borne naar Vught plaatsvindt. Ze worden per autobus direct naar Westerbork vervoerd en verblijven er vijf maanden. Waarschijnlijk worden ze er verpleegd, wat wel heel erg cynisch is, want als ze uiteindelijk naar Auschwitz getransporteerd worden, worden ze er gelijk vergast.
Zoon Hartwig treedt in 1935 bij de firma Spanjaard in dienst op de afdeling verkoop weefgoederen binnenland. Hij komt via het werkkamp Overbroek naar Westerbork en wordt op hetzelfde transport gezet als zijn moeder en zus. Ook in Auschwitz wordt hij weer geselecteerd voor een werkkamp, waardoor hij enkele maanden langer blijft leven.
Henriëtte, de oudste dochter van Emma en Abraham, is in Hengelo geboren. Ze wordt verpleegster en gaat in Enschede werken en wonen. Ook zij komt niet terug als ze vanuit Enschede naar een concentratiekamp wordt vervoerd.