Auteur: Annette Evertzen
Het Stolpersteine project
Het Bornse initiatief sluit aan bij het Stolpersteine project van Gunter Demnig[1].
Gunter Demnig is een Duitse kunstenaar die in 1947 in Berlijn werd geboren. Hij studeerde kunsteducatie, haalde zijn lesbevoegdheid, en volgde daarna de opleidingen industriële vormgeving en autonome kunst in Berlijn en in Kassel. In Kassel werkte hij bij de lokale monumentenzorg en als wetenschappelijk medewerker bij de Universiteit. Daarnaast bleef hij steeds werken als autonoom kunstenaar. In 1985 verhuisde hij naar Keulen, waar hij zich onder meer bezig hield met het organiseren van installaties en performances in de openbare ruimte.
Hij heeft veel politiek bewogen kunst gemaakt. Het idee voor de Stolpersteine is ontstaan nadat hij in zijn woonplaats met een witte lijn de weg markeerde die duizend Roma en Sinti liepen naar het station en hun deportatie. Een oude vrouw sprak hem er op aan, ze had veel lof voor het initiatief, maar ontkende dat er ooit zigeuners in haar buurt gewoond hadden. Kennelijk hadden deze mensen vanzelfsprekend deel uitgemaakt van hun buurt, en toch werden diezelfde mensen later gedeporteerd zonder noemenswaardige tegenstand van hun buren. Gunter dacht na welk antwoord hij hier op kon geven en bedacht het Stolpersteine project om de buurtgeschiedenis weer zichtbaar te maken.
Een geestelijke uit Keulen bracht de zaak verder aan het rollen met zijn opmerking: ‘Ja, 6 miljoen stenen kun je niet maken, maar om een signaal af te geven kun je toch klein beginnen?’ Met een tentoonstelling van Stolpersteine in zijn kerk is het project in 1994 begonnen.
De eerste 55 stenen zijn in 1997 gelegd in de Berlijnse wijk Kreuzberg; in 2008 waren er al meer dan 15.000 stenen. De kunstenaar begon zijn project als een kleinschalig conceptueel kunstwerk, maar geheel onverwacht bleken de Stolpersteine velen aan te spreken, waardoor het uitgroeide tot een groots Europees project. Er liggen nu stenen in meer dan 300 dorpen en steden, niet alleen in Duitsland, maar ook in Oostenrijk, Hongarije, Italië en ook vanuit Nederland zijn er inmiddels verschillende aanvragen. Het zijn herinneringen aan alle slachtoffers van het nazi-regime: Joden, Sinti, Roma, homoseksuelen, slachtoffers van de euthanasieprogramma’s, Jehova’s getuigen, dwangarbeiders en politieke slachtoffers.
Stolpersteine, struikelstenen, niet om mensen letterlijk te laten struikelen, maar wel met hun hoofd en hart. Ze moeten de aandacht van de voorbijganger trekken en aanzetten tot nadenken en herinneren. ‘Het mooie is wat het project teweeg brengt – plotseling willen buurtbewoners en passanten weten wat er is gebeurd met hun eigen buren’, zegt de initiatiefnemer in een interview Tegelijkertijd betekent het lezen van de tekst, waarvoor men het hoofd moet buigen, dat men een buiging maakt voor de slachtoffers. ‘De herinnering aan de Shoah moet men niet uit het alledaagse leven verbannen en alleen in geritualiseerde manier op speciale plaatsen toelaten. De herinnering moet te ervaren zijn, heel persoonlijk en overal.’ Bestaande oorlogsmonumenten staan vaak letterlijk en figuurlijk te ver van de dagelijkse praktijk af. De kunstenaar ziet de Stolpersteine als een decentraal monument: ‘Het zijn kleine monumenten, maar het wordt groot als je er duizenden van ziet’.
Bij de Stolpersteine krijgen alle slachtoffers een eigen monument; door het individuele opschrift is er erkenning voor hun individuele lot. ‘Een mens is pas vergeten als zijn of haar naam vergeten is’, is het motto van Gunter Demnig. Maar dat individuele lot is ook hun gedeelde lot, daarom symboliseert één steen tegelijkertijd de andere slachtoffers van het nationaalsocialisme waarvoor (nog) geen Stolpersteine gelegd zijn.
Gunter Demnig wil het abstracte weten over oorlogsslachtoffers concreet voelbaar maken. Hij wil de slachtoffers weer plaatsen in de buurt waar ze woonden, waar de kinderen op staat speelden en de volwassenen hun buurtpraatjes hielden en de buurtwinkels en kroegen bezochten. Ze stapten uit de deur van dit huis, keken hier uit het raam. Mensen leefden vreedzaam met elkaar en opeens waren sommige huizen leeg… Gunter Demnig brengt de herinnering aan hen terug naar hun woonplek.
Naast een teken uit het verleden zijn de steentjes ook een signaal voor de toekomst, ook om die reden voelt Gunter zich gedreven om door te gaan met zijn project. Het is opnieuw actueel om bepaalde groepen uit de samenleving tot zondebok te maken en vluchtelingen niet binnen te laten. Door de oorlog zo concreet voelbaar te maken wordt ook het gevaar van sociale uitsluiting en intolerantie duidelijker. In scholenprojecten wordt ook deze kant van het project benadrukt.
Tijdens het onverwachte succes van de Stolpersteine bleek dat mensen zich spontaan gingen identificeren met de slachtoffers. Zo wilde een arts graag een steen leggen voor een vervolgde arts en vroegen de ouders van een pasgeboren kindje of zij misschien een steen konden laten leggen voor een omgebracht kind. Ook in Borne gebeurde dit: enkele nu oude heren wilden een steen voor het meisje waarmee ze als kind speelden, een Amsterdamse mevrouw die als kind per ongeluk tussen een groep gedeporteerde Joden raakte, wil een steen als herinnering aan het meisje dat wél weggevoerd werd, en die steen mag best in Borne liggen. Een ander wilde een steen ter herinnering aan haar moeder die in het verzet zat. Buurtbewoners betaalden samen voor de steen in hun straat.
Hoewel het project zowel in Duitsland als daarbuiten veel enthousiasme oproept en veel mensen zich ermee verbinden, zijn er ook negatieve reacties en zijn er enkele stenen vernield. Er zijn Duitse gemeentes die vinden dat er al genoeg monumenten zijn, terwijl anderen geen trauma’s willen oproepen bij familieleden van de daders of associaties hebben met de Hollywood Boulevard in Los Angeles. Sommigen hebben er moeite mee dat er op de steentjes gelopen wordt, een gedachte die Gunter in het begin zelf ook had, maar, zegt hij, het zijn geen grafstenen. Sommige mensen zijn bang dat ze door een steentje voor hun huis gestigmatiseerd worden, dat de waarde van hun huis daalt of dat het huis moeilijker verkoopbaar wordt.
Gunter Demnig hoopt dat het project in de toekomst over heel Europa verspreid wordt. Tot nu toe heeft het project een sneeuwbaleffect. Wanneer er ergens steentjes geplaatst worden, zorgt dat voor veel publiciteit en nieuwe aanvragen. Het zet buurtbewoners aan tot nadenken over de geschiedenis van hun buurt. Voor slachtoffers of hun nabestaanden is het soms de directe aanleiding om met anderen over het verleden te praten, soms voor de eerste keer.
De stenen zijn kleine betonnen vierkanten van tien bij tien bij tien centimeter. Aan de bovenkant is een laag messing bevestigt waarin de gegevens met de hand zijn gestanst:
Ze worden door Gunter Demnig zelf geplaatst, hij giet ze in beton en verankert ze in de stoep voor het voormalige woonhuis.
[1] De informatie voor deze paragraaf komt vooral uit: Franke, Uta. Stolpersteine. Idee, Vorgeschichte und Entwicklung eines Projektes.