Auteur: A. Slot-Platenkamp
Kerk, inwoners en begraven
Over het bouwen van de kerk in Bornerbroek schreven we al in de vorige aflevering. Dat die bouw gewenst was moge blijken uit de samenstelling van de bevolking in dit kerkdorp. In 1830 waren n.l. van de 603 inwoners die het dorp telde er 578 Rooms-Katholiek. Verder waren er 20 protestanten en van 5 inwoners weten we niet of ze een religie hadden.
Een jaar voor deze telling, op 1 januari 1829, was door de overheid bij wet de verplichting opgelegd dat er overal in den lande nieuwe kerkhoven gesticht zouden moeten worden als die er nog niet waren. Het begraven in de kerk was toen al verboden. Op veel plaatsen in Twente en ook in Bornerbroek zijn in deze periode kerkhoven geopend. Naast de huidige verbouwde Waterstaatskerk is zo’n keurig onderhouden dodenakker te zien.
Bij overlijden van een der inwoners werden de noabers gewaarschuwd. Volgens een afgesproken patroon zorgden die voor het waarschuwen van de familie en bekenden. Men ging er dan op uit voor het z.g. graown neugen. Meestal te voet en er werd bijna overal wel wat koffie of iets sterkers genuttigd. Het waken bij de overledene werd verzorgd door familie en ‘s nachts door de noabers. Meestal werd dit op de deel van de boerderij gedaan waarbij elke avond veel werd gebeden, rozenkrans na rozenkrans.
Op de dag van de begrafenis werd de kist op een platte wagen van een der doodboeren (Bolscher of Workeler) vervoerd. De noabers liepen dan naast de wagen en de familie volgde in de stoet die door de overige belangstellenden werd gesloten.
Hierboven enkele beelden van de begrafenis van de in 1927 overleden zeer geliefde pastoor Osse waar de grote belangstelling vanuit de parochie overduidelijk is waar te nemen.
Pastoor Osse heeft dan ook zeer veel voor Bornerbroek betekend en was o.m. bouwer van de huidige kerk.
A. Slot-Platenkamp.
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 2004-02)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)