Boorn & Boerschop 2022-03: 50 jaar geleden in Borne ; Grenzen aan de groei

Auteur: Bertie Velthuis

Dit keer wil ik deze rubriek graag in Rome beginnen. Daar brengt de ons allen nog steeds bekende ‘Club van Rome’ in maart 1972 het rapport ‘Grenzen aan de groei’ uit. Het rapport zorgt wereldwijd voor veel commotie. In het rapport wordt gesteld dat, als de westerse maatschappij in hetzelfde tempo blijft consumeren, de rek er binnen honderd jaar uit zal zijn. Met name de bevolkingsgroei en industriële productie zullen fikse klappen krijgen, terwijl de uitputting van grondstoffen al binnen vijftig jaar voor problemen zal gaan zorgen. Er verschijnt een Nederlandse vertaling met een groen kaft waarop een grafiek die sterk neerwaarts is gericht en een verdord bloempje. Het rapport heeft er voor gezorgd dat deze ontwikkelingen wereldwijd, op de agenda komen. In hoeverre is dit rapport in het laatste kwartaal van 1972 tot Borne doorgedrongen?

Ingezonden brief

Duidelijk geïnspireerd door ‘Grenzen aan de groei’ staat reeds midden april 1972 In de Bornse Courant een uitgebreide ingezonden brief van H. van Wermeskerken met de titel ‘Milieuvervuiling: het is vijf voor twaalf’. De briefschrijver hamert er op dat het gehele volk er steeds meer van de noodzaak overtuigd moet worden dat er maatregelen tegen vervuiling moeten worden genomen.

Onderwijs

De directeuren van de basisscholen zijn begin september bij elkaar geweest. Er is gesproken over een initiatief van de Stichting Milieuzorg Overijssel. De stichting had contact gezocht met alle burgemeestersvrouwen. Het merendeel bleek bereid zich voor dit probleem in te zetten. De directeuren denken dat de belangrijkste conclusies van de Club van Rome zijn dat alles moet worden gedaan om de mentaliteit van de mensen om te buigen. Hierin vinden ze een aanknopingspunt bij het onderwijs en het vormingswerk. Zo moet bij het projectonderwijs worden uitgegaan van het ervaringsmoment, het belevingsmoment bij het kind.
De verontrustende situatie is mede het gevolg van het feit dat men een overtrokken aandacht heeft gehad voor de mens als ‘kroon’ van de schepping waardoor men uit het oog verloor, dat diezelfde mens een onderdeel is van de biologische wereld. Vervolgens doen de directeuren er een groot aantal suggesties hoe milieu in het onderwijs kan worden ingebouwd.
Het zijn er erg veel. Ik noem er slechts enkele:

  • bezoek nieuwe wijk hoe eentonig kan die zijn?
  • wandeling langs de Bornse beek. Is er werkelijk geen leven meer?
  • onderzoek naar gasbomen langs de gasleiding
  • verzamel gegevens over agrarische verontreiniging zoals kunstmestzakken en de gevolgen van het gebruik van herbiciden en pesticiden.
    En zo nog veel meer.
    In de boekjes ‘Wij willen leven’ en ‘Wees wijs met water’ staan goede werkopdrachten.
    Men zal aan het gemeentehuis vragen of er geld beschikbaar kan worden gesteld voor aanschaf van deze boekjes. Helaas heb ik niet geconstateerd of dit is gebeurd en dat er geld beschikbaar is gesteld. Omtrent een eventuele rol van de burgemeestersvrouwen heb ik verder ook niets meer gevonden.
Afb. 01: De omslag van het rapport met de neerwaartse grafiek en het verdorde bloempje

‘Raad en Daad, in de gemeenteraad’

In de rubriek Milieubeheer wordt in de B.C. van 12 oktober 1972 voor het eerst het Rapport van de Club van Rome genoemd. Men vraagt zich af hoe het ligt met de gemeentelijke taak in deze. Ik citeer een deel van het artikel:
Te beginnen met de vaststelling dat onze leefomgeving er niet beter op wordt (ook op dit punt leven we in een consumptiemaatschappij) schoon water, zuivere lucht, natuurschoon en grond zijn zeldzaam geworden de laatste tientallen jaren, waarin de welvaart in ons land sterk is toegenomen Dit had echter het gevolg dat de nadelen verbonden aan deze ongebreidelde groeizucht werden ondergewaardeerd. Het ter tafel komen van het rapport van DE CLUB VAN ROME, is bepaald geen toeval, niet minder dwingend is haar conclusie: ‘het doorgaan op de oude voet zal het voortbestaan van het menselijk ras op deze wereld in gevaar brengen’. Dit alles, geachte lezers, noodzaakt een ombuiging in ons denkpatroon. Een van de instanties welke daarvoor verantwoordelijk zal zijn is DE GEMEENTE (of moet ik schrijven DE GEMEENSCHAP?) Concreet: haar aandeel bij het verwerking van huisvuil en afval en rioolwaterzuivering.
Hierbij wordt het verheugend genoemd dat de rioolwaterzuivering in Hengelo komend jaar in werking wordt gesteld, hetgeen ook voor Borne van groot belang is. Met het toepassing van de Hinderwet ( zoals m.b.t. mesterijbedrijven), de wet op de verontreiniging van oppervlakte water en bij het opstellen van bestemmingsplannen kan de gemeente hier adviserend en preventief werkzaam zijn. Er zijn ook al stappen gezet. Zo is in de Stedenband door het aanstellen van een stafambtenaar voor milieubeheer een start gemaakt om de regionale benadering van de problematiek te bestuderen. In Borne is er een ambtelijke adviescommissie in het leven geroepen. Ook is er een ambtenaar aangewezen als vertegenwoordiger bij het regionale milieubeleid.

1972 – 2022

We zien dat er in 1972 brede Bornse kring zorgen zijn over het milieu. De ernst ervan dringt door. Er worden voorzichtig eerste stappen gezet. Er is op vele vlakken 50 jaar lang gewerkt aan het terug dringen van de verontreiniging van bodem, water en lucht. Helaas is dit niet in voldoende mate gelukt. Anno 2022 lijkt het er op dat nu echt ‘de koe bij de horens’ wordt gepakt. Maar dat leek in 1972 ook al het geval. Het is nog niet te laat, maar de tijd dringt.

Afb. 02: Tips in het kader van de actie ‘wees wijs met water’, bijna 50 jaar geleden

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar Inhoudsopgave 2022-03)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)