Auteur: Jurrie Haak
Na twee jaar geen uitstapje vanwege corona kon de traditionele excursie van onze vereniging dit jaar gelukkig weer doorgaan. ’s Morgens stond de bus van taxi Konink al vroeg klaar om vol richting Duitsland te vertrekken. Niet de snelweg, maar een landelijke route voerde ons naar de eerste stop. Nabij Haselünne, bekend om zijn Berentzen Apfelkorn, bevindt zich een See, die is ontstaan door afgraving van zand t.b.v. de A 31. In het hierbij gelegen Haus am See stond voor een ieder de echte Duitse Kaffee mit Kuchen klaar.
Onze volgende stop was de Hüvener Mühle. Een unieke combinatie van zowel een water-, alsook een windmolen. Voor zo ver bekend is dit het enige exemplaar dat er nog over is, dat of met wind, of met water graan kan malen. In twee groepen kregen we een rondleiding door de molen tot aan de hooggelegen omloop aan toe. En verder werd er een film vertoond van de restauratie of hoe het malen in zijn werk gaat. Wie de molen nog eens wil bezoeken; in de nabije omgeving is ook nog een hunebed en een aantal grafheuvels te zien, waar wij door het volle programma geen tijd hadden.
Na een korte rit kwamen we aan bij het slot Clemenswerth, waar we onthaald werden in de Schlosskeller voor een lunch. Hier stonden koffie, broodjes, appels en een kop overheerlijke, rijkelijk gevulde goulashsoep op het menu. Aan de geanimeerde gesprekken te horen had iedereen goede zin om het jachtslot, waar al duidelijk zicht op was, te bekijken. Wederom werden er twee groepen geformeerd: een groep die met een Nederlands sprekende gids meeging, de andere groep met een Duitssprekende. De laatste ging allereerst met de groep naar de kapel, één van acht paviljoens die rondom het jachtslot staan. Hier kon de bouwer van het slot, Clemens August I, keurvorst en aartsbisschop, de dagelijkse mis bijwonen. Samen met zijn genodigden. Ook voordat men op jacht ging, werd er eerst om een goede jacht gebeden. Het volgende paviljoen was de voormalige keuken, waar het talrijke personeel de diners voorbereidde. Hier bevond zich ook een kleine expositie met serviesgoed uit het slot. Een mooi detail waren de toiletten aan de achterzijde van dit gebouw. Met poepdozen die aangesloten waren op een rioolsysteem, vrijwel uniek in die tijd. Nu was het eigenlijke hoofdgebouw aan de beurt, een jachtslot gebouwd in de jaren 1737-1747.
In de hal was het stuivertje wisselen met de andere groep. Iedereen werd verzocht om sloffen over het schoeisel aan te trekken om de marmervloer in de hoofdruimte te ontzien. Sloffen uit voor de ene groep en sloffen aan voor de andere. Vanuit het midden van de hoofdzaal, waar een windroos op de vloer is gelegd in het marmer, heb je een prachtig gezicht op de 8 enorme lindelanen. De gehele zaal is aangekleed in de Rococo-stijl en aan de oost- en westzijde waren er twee uitspringende zijvertrekken. In deze ruimte aten en vermaakten de vorst-bisschop en zijn gasten zich. Terug in de hal gaan twee wenteltrappen naar de bovenverdieping, waar je in een hal komt. De muren bekleedt met prachtige wandkleden. Daarachter zijn twee slaapkamers. Het verraste mij hoe klein ze zijn. Ook hier weer een mooi detail. Een “verborgen” deur met daar achter een trap die naar de derde verdieping gaat of naar beneden, zonder enige afwerking, voor het personeel.
Na de bezichtiging had een ieder even een vrij moment om rond te wandelen. Het weer was ons die dag zeer goed gezind, dus er werd driftig gebruik van gemaakt. De meesten gingen nog naar de
kloostertuin. Anderen namen alvast een voorschot op de frisdrank of kochten een biertje of wijntje.
De terugweg ging vlot. Nu geen binnenwegen, maar autobahn en hoofdwegen. Voldaan kwamen we om 18.10 u. aan bij het station in Borne. Een geslaagde dag. De forse fooi aan de chauffeur toonde aan dat iedereen zich opperbest had vermaakt. Dank aan de excursiecommissie. Ik kijk al weer uit naar de volgende excursie.
In memoriam
Auteur: Redactie
In de afgelopen periode zijn twee markante medewerkers van Boorn en Boerschop van ons heengegaan: Henk ten Thije en Johan Kwast.
Henk ten Thije
Als voormalig werknemer van Spanjaard, waar hij het bedrijfsmagazine verzorgde, was hij een vraagbaak die van alles wist over de voormalige grootste werkgever van Borne. Ook schreef hij een aantal artikelen voor ons blad en toonde zich een kei op het gebied van de bladopmaak. Samen met Jaap Grootenboer was hij jarenlang als raadgever op de achtergrond aanwezig om de redactie van Boorn en Boerschop van advies te dienen. Henk was bovendien een groot muziek liefhebber en een rasverteller die zijn vermakelijke anekdotes vaak onderbouwde met de nodige humor.
We zullen zijn innemende persoonlijkheid missen.
Johan Kwast
Johan Kwast staat natuurlijk bekend om zijn niet aflatende strijd voor het behoud van de streektaal.
Om hem de eer te bewijzen die hem toekomt, wordt zijn ‘in memoriam’ door Leo Leurink verwoord in de rubriek ‘OP ZIEN TWENTS’ e-zegd en e-schreeven.
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 2022-03)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)