Auteur: Hans Nijhof
De oud Hengeloër Marc van de Pas is geëmigreerd naar Canada en woont en werkt in Ottawa. Tijdens een bijeenkomst van de schietvereniging ontmoet hij een meneer op leeftijd en raakt met hem in gesprek. Vanwege zijn accent krijgt Marc de vraag of hij mogelijk uit Nederland komt. Het antwoord is bevestigend. De man zegt daarop dat hij een tamelijk rare vraag heeft en dat hij denkt dat deze niet met “ja” beantwoord gaat worden: “Ken jij de plaats Borne?” Het antwoord “natuurlijk ken ik Borne”, doet zijn gezicht stralen. Eindelijk heeft hij iemand ontmoet die het dorp kent waar hij door zijn commandant in zijn eentje als verkenner vooruit werd gestuurd op 3 april 1945.
Engelsman in Canada:
Marc heeft het gevoel dat hij een bijzonder verhaal te horen gaat krijgen van deze sympathieke Engelsman die kort na de oorlog eveneens naar Canada is geëmigreerd. Zijn naam is Fred Nachbaur, 94 jaar en in het laatste oorlogsjaar infanterist van het vierde bataljon van de D-compagnie van het Dorsetshire regiment. Inderdaad, het legeronderdeel dat evenals de Sherwood Rangers en de Royal Dragoons verantwoordelijk was voor de bevrijding van Borne.
Naar Borne:
Marc gaat bij Nachbaur op bezoek en legt zijn hele relaas tijdens een aantal gesprekken op video vast. Alle opnames worden naar de redactie van Borne Boeit gestuurd en van daaruit ontstaat er contact met de organisatie van de bevrijdingsfeesten en het Bornse gemeentebestuur. Besloten wordt om Fred Nachbaur naar Borne te halen om de viering van 75 jaar bevrijding als oud-bevrijder mee te maken.
Achtergronden:
Er wordt contact gezocht met de heemkundevereniging om mee te denken over de historische achtergronden van het verhaal van Nachbaur. Het verzoek komt bij de schrijver van dit artikel terecht en besloten wordt om op zoek te gaan naar geschreven feiten en informatie van personen die herinneringen hebben aan de intocht van de eerste bevrijders in Borne. En dat wordt een hele klus. Tegenwoordig wordt van alles en nog wat vastgelegd door middel van tekst, foto en video. Een kwestie van even je mobieltje pakken en we hebben weer een plaatje. In de oorlogsjaren werd slechts door een enkeling gefotografeerd en filmen was al helemaal zeldzaam en ook nog eens uiterst gevaarlijk. Nee, er waren geen mensen met camera’s aanwezig en niemand heeft het op papier vastgelegd. Maar wat heeft er zich afgespeeld in de vroege avond van 3 april 1945 in de omgeving van de Welemansbrug in Borne? Het verhaal komt van Fred zelf. Een nauwgezette beschrijving van wat hem op die dag is overkomen.
Het verhaal van Fred:
Fred bevindt zich als soldaat in de tweede Ram-tank, ook wel Kangoroo genoemd, in een anderhalve kilometer lange colonne van legervoertuigen van het Dorset regiment. Er bestaat onzekerheid over de situatie rond de brug over de beek op de weg van Hengelo naar Borne. Er wordt gestopt ter hoogte van de plek waar nu plein Westermaat ligt. Het bericht komt door dat de brug is opgeblazen en dus moet er een verkenner vooruit worden gestuurd om de situatie ter plekke te bekijken. Na een kort overleg wijst de commandant Fred aan om de klus te klaren. Waarom hij? Waarschijnlijk omdat hij de enige is waarvan de commandant de naam kent en het bevel luidt: “You, Nachbaur, off you go!” Gewapend met een geweer en twee handgranaten begint Fred aan de korte maar helse tocht, want hij is bang, verschrikkelijk bang. De Duitsers zijn nog niet allemaal weg en hij is als de dood voor sluipschutters of ander Duits gespuis. Bij de brug gekomen, blijkt dat deze beschadigd is, maar sterk genoeg om de legervoertuigen te laten passeren. Fred loopt verder en komt, zoals hij het zelf beschrijft, bij een rij woningen van rode baksteen. Daar ontmoet hij een slanke man in een keurig grijs pak (‘a business suit’) die Engels spreekt en hem in een sfeer van wederzijds wantrouwen vragen stelt als: “Are you English”, en “where is the rest of your army?”
De Engelsen:
Fred blijft op zijn hoede, maar als de man iets heeft geroepen in de richting van de deuropening van één van de woningen, komt er een hele groep mensen naar buiten. “De Engelsen, het zijn de Engelsen”, wordt er geroepen. Voordat Fred van de verbazing bekomen is, wordt hij omhelsd door een vlot meisje in een lichtgroen jurkje en door een paar mannen op de schouders gehesen. Zo wordt hij een restaurant binnengedragen en samen met het meisje op het biljart getild. Zij kust hem en hij haar, terwijl ze worden aangemoedigd door de omstanders. Fred krijgt een flinke borrel aangeboden en heeft de avond van zijn leven. Ondertussen rollen de tanks Borne binnen.
Getuigen:
Bovenstaand relaas is slechts een korte samenvatting van een aantal interview-sessies van een kleine vier uren in totaal. Veel informatie met aanknopingspunten, die kunnen leiden tot het opsporen van mensen die bij de gebeurtenis aanwezig zijn geweest. Maar dat wordt een probleem. Het hele verhaal heeft zich vijfenzeventig jaar geleden afgespeeld. De soldaat was toen zelf negentien jaar oud. De betrokkenen die het zich nog zouden kúnnen herinneren en navertellen, moeten een eind in de tachtig of ouder zijn en, hoe we ook speuren, er zijn geen boeken, kranten of tijdschriften te vinden waarin melding van het voorval wordt gemaakt.
De feiten:
Nachbaur is in het bezit van een foto, met daarop de brug en aan de achterkant een vermelding van de bevrijding van Borne. Ook kreeg hij foto’s van een kennis; een veteraan die tijdens een bevrijdingsfeest elders in Nederland verbleef en de moeite had genomen om naar Borne af te reizen en foto’s van de brug te maken. Het zijn inderdaad plaatjes van de Welemansbrug die dan al geheel vernieuwd is. Hiermee is duidelijk dat er geen twijfel is over de plek van het gebeuren.
Fred vertelt over het moment dat hij twee priesters ontmoet bij de kerk vlakbij het restaurant waar hij naar binnen werd gedragen. Tijdens het gesprek laat hij een afbeelding zien van één van de twee. Het is een foto van Pastoor Scholten Reimer, van 1935 tot 1965 pastoor van de Theresiakerk in Borne.
Terloops vertelt hij dat de andere en jongere geestelijke, waarschijnlijk kapelaan Bruggeman, opvallend veel belangstelling heeft voor de twee handgranaten die Fred aan zijn koppel draagt. De eerwaarde mag ze wel even bekijken en nadat Fred gecontroleerd heeft of ze goed geborgd zijn, krijgt de kapelaan ze in handen. Maar, hij wil ze graag houden en de jonge soldaat weet niet goed wat hij hiermee aan moet. Hoe dan ook, Fred kan daar maar één ding over zeggen: ”I never got them back!” Wat heeft de Bornse kapelaan met die handgranaten gedaan?
Er waren twee restaurants in de nabijheid van de Theresiakerk: café-restaurant Beijen en hotel-restaurant ’t Schip. Er bestaan interviews met leden van de familie Beijen die over de bezetting en bevrijding vertellen, maar in hun verhaal komt Fred niet voor. Tijdens een gesprek maakt Fred een schets van het interieur van het restaurant waar hij naar binnen is gedragen.
Herman Veldhof, zoon van de toenmalige eigenaar, komt met een fotoalbum met daarin een foto van het interieur zoals het er toen uitzag. De overeenkomst is opvallend. Als Fred dan ook nog eens vertelt dat er die avond een grote groep Duitse gevangenen naar binnen wordt gebracht, dan is er bijna geen twijfel meer. In meerdere beschrijvingen over de bevrijding van Borne wordt melding gemaakt van de gevangenneming van zestig Duitsers die naar ’t Schip worden gebracht. Fred merkt nog op dat ze te eten kregen van de Engelse koks die het voedsel bereidden in de achterzaal.
In tegenstelling tot café Beijen had ’t Schip een dergelijke zaal en Veldhof bevestigt dat daar door de Engelsen gekookt werd.
De personen:
Waar kwam die man in het grijze pak naar buiten? Hij kan het zelf niet meer vertellen, want Fred schat de leeftijd van de man toen op boven de vijftig. Hij is al lang overleden en mogelijk geldt dat voor meerdere, zo niet álle getuigen die erbij aanwezig zijn geweest. Herman Veldhof brengt ons in contact met mevrouw Annie Buschers, 94 jaar oud. Mevrouw Buschers heeft een uitstekend geheugen en noemt verschillende namen van mensen die in de buurt van ’t Schip gewoond hebben. Zelf was ze een vriendin van één van de meisjes van Stoop. De familie Stoop woonde toen nog naast ’t Schip. Ook mevrouw Nel Rijsemus-Weghorst uit Zutphen, 96 jaar oud, bevestigt de gegevens en draagt meerdere namen aan. Zij vertelt over de bewoners van de huizen naast ’t Schip en van het huis dat er al lang niet meer staat en waar nu de parkeerplaats van het Japans-Chinees restaurant is. Mevrouw Rijsemus woonde ten tijde van de bevrijding aan de Grotestraat. Daar had vader Weghorst een brandstoffenhandel.
Nog een keer over de brug:
Met Anja Tanke hebben we in het gemeentearchief een landkaart uit die periode bekeken en gezocht naar informatie over en foto’s van de plek waar zich de gebeurtenis afspeelde. Na alles op een rij gezet te hebben, komen we tot de conclusie dat Fred Nachbaur als bevrijder feestelijk is binnengehaald in hotel ’t Schip. Er zijn diverse namen van mensen genoemd die erbij aanwezig kunnen zijn geweest maar dat er tot op heden nog niemand gevonden kan worden. De factor tijd speelt hierin een belangrijke rol. Hopelijk weten we toch nog meer als we in april 2020 nog een keer met Fred over zíjn brug rijden.
Met dank aan:
Herman Veldhof, mevr. Annie Buschers, mevr. Rijsemus en dochter Paulien en alle meedenkers die informatie hebben aangedragen voor het opsporen van personen die aanwezig kunnen zijn geweest bij het onthaal van de bevrijder.
(–> naar PDF versie van deze publicatie)
(–> naar inhoudsopgave 2020-01)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)