Auteur: Jan Deckwitz
Borne is op woensdag 3 april 1945 bevrijd van de Duitse bezetting. De week hiervoor was daar zeker nog geen zicht op. Wat gebeurde er hier in de week voor de bevrijding? Terwijl de geallieerde legers via de Achterhoek strijdend richting Enschede trokken, was er in Borne nog lang geen zicht op bevrijding. Met een lanceerinrichting voor het V1-vergeltungswaffe in Azelo, werd nog dagelijks Antwerpen bestookt. Niet alle lanceringen lukten, een aantal projectielen kwam in de directe omgeving terecht. Anderzijds zochten geallieerde vliegers naar vijandelijke doelen en werden hierbij door de Duitsers belaagd en aangevallen, of vanaf de grond beschoten. Luchtgevechten boven Borne kwamen dan ook met enige regelmaat voor, met gevolg dat hier in die laatste week twee geallieerde jagers neerkwamen.
Op maandag 12 februari 1945 werd vanaf Azelo de eerste V1 gelanceerd, op Witte Donderdag 29 maart 1945 de laatste. In goed een maand zijn ruim 200 V1’s richting Antwerpen gestuurd, zo’n 170 bereikten daar hun doel. Een aantal lanceringen mislukten waardoor de V1’s in de directe omgeving van Azelo neerkwamen met schade aan huizen en boerderijen. De schuur bij de weduwe Arkink, waar de familie Santen was ondergebracht, wordt door zo’n afzwaaier nagenoeg geheel vernield. Bewoners werden er gelukkig niet getroffen, wel vonden een aantal dieren de dood. Op Goede Vrijdag 30 maart is de lanceerinrichting door de Duitsers zelf opgeblazen, de geallieerde troepen naderen en de Duitsers moeten zich terugtrekken. Voor de ontmanteling van de lanceerinrichting bleef het sperrgebied nog een aantal dagen goed bewaakt.
Aanval en verdediging vanuit de lucht:
Om zicht te krijgen op de situatie van de oorlogsgebieden, en ter ondersteuning van de grondtroepen werden geallieerde vliegtuigen ingezet. Op eerste paasdag 1 april 1945, 11.30u, stegen hiervoor vanaf de (nood)vliegbasis Schijndel (ca. 12 km ten noorden van Eindhoven), een tiental geallieerde vliegtuigen (Spitfires MK XVI) op.
Zes Nederlandse, twee Franse, een Noor en een Engelsman vormden de bemanning. De opdracht was verkenningen uit te voeren in het gebied van Zwolle, Deventer, Hengelo, Enschede en Lingen. Waar mogelijk moesten vijandelijke stellingen en voertuigen worden uitgeschakeld. Voorts diende ook de mogelijke beweging van het vijandelijk Duitse troepen te worden gevolgd.
Het weer was die eerste paasdag niet al te best: laaghangende bewolking en motregen. Dit betekende dat de vliegers op lage hoogte moesten blijven met relatief weinig zicht. Een gevaarlijke onderneming, mede met het gevaar om vanaf de grond te worden beschoten door vijandelijke stellingen. Vliegers blijven in zo’n situatie ten minste met z’n tweeën bijeen om elkaar te kunnen beschermen bij een mogelijke aanval.
Twee vliegtuigen gecrasht op Twentse grond(2):
Omstreeks 12.30u komen vanuit het oosten, richting Almelo/Bornerbroek, twee Spitfires laag aanvliegen, hun bewegingen lijken zeer ongecontroleerd. Ze zijn aangeschoten en proberen een weg te vinden naar een veilig gebied voor een noodlanding. Ze vliegen te laag om er met een parachute uit te kunnen springen, dat zou zeker hun dood betekenen. De kisten zijn niet in de lucht te houden, de eerste, met de Franse vlieger F/O(3) Albert Cavet, stort neer nabij de Grensweg in Bornerbroek/Almelo. De tweede kist met de vlieger F/O Clive Harvey komt neer ten noorden van de Oude Veenweg(4) in Ambt-Delden op de gemeentegrens met Borne, op ca. 600m van de V1-lanceerinrichting bij café Platenkamp. Beide vliegers komen hierbij om. Het stoffelijk overschot van F/O Albert Cavet wordt overgebracht naar de begraafplaats in Bornerbroek. In 1949 is zijn stoffelijk overschot in zijn geboorteplaats Sanary-sur-Mer (ca
40 km van Marseille) in Frankrijk begraven. F/O Clive Harvey wordt begraven nabij de boerderij van L. J. Santen aan de Arkmansweg 3 in Ambt Delden. Deze vlieger bleek achteraf de Nederlander Aart Albert (Ab) Homburg te zijn. Als Engelandvaarder stak hij tweemaal de Noordzee over. Hij werd als spion in Nederland gedropt, maar na verraad door de Duitsers gevangen genomen en ter dood veroordeeld. Hij wist uit de gevangenis te ontsnappen en stak nogmaals de Noordzee over, waarna hij tot vlieger werd opgeleid en ingezet. Als “Clive Harvey” doet hij hierna dienst als vlieger bij de RAF. In 1943 wordt hij aan het “322 Dutch Squadron RAF” toegevoegd.
Naast de twee hiervoor aangehaalde crashes komen er van de tien die morgen vertrokken vliegtuigen, nog twee vliegtuigen neer. Een nabij Zutphen, de ander bij Epe. De vliegers van deze toestellen overleven de crash wel, de overige zes vliegtuigen keren terug maar wel met de nodige schade aan hun kisten. Ruim 80 aanvallen op voertuigen en stellingen zijn uitgevoerd.
Een vreemde situatie:
Vreemd genoeg is geen enkele informatie te vinden in verschillende archieven(5) over de toestand waarin het vliegtuig en vlieger Clive Harvey ten noorden van de Oude Veenweg in een weiland is aangetroffen, en wat hierna gebeurde. Op 28 juli 1945, dus enige tijd na de bevrijding van Nederland, verschijnt er een bericht in de “De Vechtstreek” (en misschien ook in andere bladen), waarin de familie Homburg informatie probeert in te winnen over de vermiste RAF-vlieger F/O de Aart Albert Homburg, die waarschijnlijk ergens in het oosten van Nederland is omgekomen. Ook wordt hierbij verwezen naar een mogelijke bijnaam van de vlieger. Blijkbaar heeft de familie nadere informatie ontvangen want de jongere broer van de vlieger, Pete Homburg, verzoekt op 10 augustus 1945(6) de gemeente Delden toestemming om het stoffelijk overschot van de vlieger te mogen overbrengen naar zijn geboorteplaats Velzen.. De gemeente Delden geeft de toestemming op 25 augustus 1945, waarbij wordt vermeld, dat de vlieger is begraven bij de boerderij van L. J. Santen, Arkmansweg 3, Ambt Delden. Het stoffelijk overschot van de vlieger wordt hierna overgebracht naar de begraafplaats Westerveld in Velzen. In 1961 wordt zijn stoffelijk overschot door de Oorlogsgravenstichting nogmaals verplaatst van de begraafplaats Westerveld naar de begraafplaats Duinhof in Driehuis-Velzen.
Een veronderstelling:
Een vreemde situatie dus, omdat “normaal” in een oorlogssituatie ongevallen redelijk goed worden geregistreerd en afgehandeld. Als men niets weet wordt er gesproken of geschreven over een vermissing. De vlieger was echter met zijn vliegtuig in het sperrgebied van de V1-lanceerinrichting Azelo neergekomen. Dit sperrgebied was nog niet vrij gegeven en werd bewaakt door ca. 50 Duitsers, ze lieten hier niemand toe, ondanks dat de lanceerinrichting al was opgeblazen. De Duitsers hebben waarschijnlijk na de crash van het vliegtuig de situatie beoordeeld, de bewapening ervan verwijderd en het stoffelijk overschot van de vlieger Clive Harvey (laten?) begraven bij boerderij Santen, enkele honderden meters van de crashplaats. Gezien de oorlogssituatie, waarbij de Duitsers op het punt stonden snel te vertrekken, is de formele afhandeling van aangifte bij de gemeente Delden en eigen registratie niet gebeurd. Het is niet duidelijk hoe de gemeente Delden is geïnformeerd.
Zoals eerder gesteld waren delen en onderdelen van het vliegtuig aan de Oude Veenweg over een vrij groot gebied verspreid. De Duitsers hebben deze resten laten liggen, gevaarlijke onderdelen hadden ze reeds weggehaald. Veel onderdelen van het vliegtuig zijn naderhand terug gevonden bij bewoners in de omgeving. De canopy (Cockpit) en het staartwiel van de kist zijn later in het museum op de vliegbasis Twente terecht gekomen. Nu zijn deze onderdelen terug te vinden in het oorlogsmuseum “Icarus et Mars”(7) in Assendelft (Noord-Holland) waar speciale aandacht wordt gegeven aan Ab Homburg, niet alleen als vlieger, maar ook als Engelandvaarder. Ab Homburg is als Engelandvaarder onderscheiden(8) met de “Bronzen leeuw” en een eervolle vermelding. Als vlieger ontving hij het “Bronzen Kruis”.
Noten:
1) zie het artikel “De V1-afvuurstelling in Azelo” van Robert Platenkamp in B&B 2008-3
2) Zie het boek “In verdrukking, verzet en bevrijding” hoofdstuk 10 blz. 95 e.v.
3) F/O = Flight Officer
4) Blijkbaar een onduidelijkheid omdat ook de Arkmansweg wordt aangewezen als ongevalsplaats. Het NIOD geeft tweemaal “ten noorden van de Oude Veenweg” als ongevalsplaats aan.
5) NIMH in Den Haag, Archief Gemeente Hof van Twente (hier is ook het voormalig archief van Delden ondergebracht)
6) Brief 25-10-1945 : gemeentearchief van het Hof van Twente
7) Bij dit museum verschijnt op 1 april 2020 een biografie over het leven van Ab Homburg
8) Bronzen Leeuw K.B. 12, 1943 plus Eervolle melding, de Bronzen Leeuw K.B. 98 werd postuum toegekend in 1952
(–> naar PDF versie van deze publicatie)
(–> naar inhoudsopgave 2020-01)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)