Boorn & Boerschop 2018-02: Nog geen knop om ergens aan te zetten

Bornerbroek herrijst in de jaren na de Tweede Wereldoorlog

Auteur : Anja Tanke

Als je dan terug komt bij je vernielde huis, kom je er pas achter wat er allemaal weg is. Je hebt nog geen knoop om ergens aan te zetten, dat is raar.”, vertelt Gerard Slot over zijn geboortehuis aan de Hoeselderdijk in Bornerbroek. Ruim 30 gezinnen zijn door oorlogshandelingen in april 1945 alles kwijt. Wat gebeurde er in Bornerbroek in de nadagen van de oorlog? Na de bevrijding is daar direct hulp nodig. Hoe ging dat toentertijd, wie hielpen er en wat deed de overheid?

Begin april 1945 zijn de zuidelijke provincies en delen van Gelderland bevrijd van de Duitse overheersing. Koningin Wilhelmina is terug in Nederland. De opmars van de bevrijdingslegers is niet meer te stoppen.
In Twente wordt strijd geleverd door Britse legeronderdelen die optrekken vanuit de Achterhoek. Via Enschede gaat het op 3 april richting Borne. Dezelfde dag nog wordt Borne bevrijd, Zenderen en een klein deel van Bornerbroek op 4 april. Canadese legeronderdelen hebben op 4 april Delden bevrijd, zij trekken door naar Borne en nemen de posities over van de Britten(1).

De bevrijding van het overige deel van Bornerbroek lijkt nabij, maar niets is minder waar. Er volgen nog een aantal dagen van felle strijd. Een groep fanatieke Duitsers heeft stelling genomen ter hoogte van de Hoeselderbrug en de brug inde Entersestraat van het Twentekanaal en verdedigt zich met man en macht. Zij worden bestookt door geschutstellingen van de Canadezen vanaf het Tusveld en daardoor liggen grote delen van het dorp in de vuurlinie. De gevolgen zijn dan ook verschrikkelijk. Mensen ontvluchten hun huizen. Vee wordt zoveel mogelijk elders ondergebracht. Er zijn twee dodelijke slachtoffers te betreuren: de kleine Johan Ooms en mevrouw Platenkamp-Tiehuis(2).
In de nadagen van de oorlog zijn in onze gemeente op circa 37 adressen gebouwen geheel of gedeeltelijk verwoest, waarvan zeker 30 boerderijen. Het grootste gedeelte ervan ligt in Bornerbroek(3). Het dorp is bevrijd op 8 april maar betaalde een hoge prijs.
Veel boerenbedrijven lopen grote schade op(4).

Afb. 01: Boerderij van de familie Bokdam aan de Bokdamsweg. Deze werd op 7 april 1945 volledig verwoest(5 en 6)

Postcommandant A.W. Arts van de Rijkspolitie te Bornerbroek schrijft een rapport over de boerderij van de familie Haarhuis: “De boerderij toebehorende aan de gebroeders Haarhuis, bestaande uit woonhuis en daarin aanwezige veestallen alsmede de daarachter staande schuur met daarin aanwezige varkensstallen, in de dagen van 4 t/m 8 april 1945 door oorlogsgeweld geheel zijn afgebrand, waarbij zogoed als de gehele inventaris bestaande uit huisraad, vee, varkens en gereedschappen verloren is gegaan. Bedoelde boerderij lag in de nabijheid van het Twentekanaal, waar de Duitsers langs de dijk lagen opgesteld en kwam alzo in de vuurlinie te liggen van de Canadezen. Het was onmogelijk om deze boerderij in die dagen te naderen en kon er in het geheel geen hulp geboden worden.” (7)

Afb. 02: Op basis van archiefonderzoek is aangegeven waar de getroffen boerderijen lagen

Bornse werkwilligen aan de slag in Bornerbroek(8)

Direct na de bevrijding van Bornerbroek geeft het gemeentebestuur opdracht om de getroffenen te helpen door de inzet van een groep van zogenaamde werkwilligen(9). De gemeente onderneemt snel actie omdat de nood hoog is en “van Wederopbouw zijde kon de eerste tijd daaromtrent niets verwacht worden”, aldus gemeentearchitect Van Hal. Met ‘Wederopbouw zijde’ bedoelt hij het Bureau Wederopbouw Boerderijen van het toenmalige ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening.

De Bornse werkwilligen gaan onder leiding van een medewerker van de gemeente en L. Huisman, een voorman van de Grontmij aan het werk bij 30 door oorlogsgeweld gedupeerde boerderijen. De mannen ruimen puin en sorteren nog bruikbare materialen. Ze worden bewaard voor hergebruik bij tijdelijke huisvesting en stallen.
Landbouwgronden die door tanks en granaten zijn omgewoeld worden geëgaliseerd en afrasteringen worden hersteld. Kadavers van omgekomen vee worden begraven. Door de inspanningen van de Bornse mannen kunnen de boeren hun tijd besteden aan hun familie en aan de verzorging van vee en land want het is noodzakelijk dat er ingezaaid en begraasd kan worden. Landelijk gezien is het zeer slecht gesteld met de voedselvoorziening.

De groep werkwilligen bestaat gemiddeld uit 30 personen. Hun loon, 49 cent per uur, wordt betaald door de gemeente. De laatste loonbetalingen dateren van 19 mei. Dit zou betekenen dat de groep, hetzij in wisselende samenstelling en grootte, ruim een maand in Bornerbroek heeft geholpen.

Afb. 03: Waarnemend burgemeester W. van de Sandt doet een oproep in de Bornsche Courant van 14 april 1945 ten behoeve van de getroffenen in Bornerbroek. Er is kleding nodig, vooral onderkleding voor ruim 300 personen

De gemeente zorgt ook voor de maaltijden. In de fabriekskeuken van Spanjaard in Borne worden de maaltijden bereid voor de zogenaamde ‘opruimingsdienst’. De mannen eten hoofdzakelijk erwten- en veldbietensoep, zuurkool en koolraap. De eerste maaltijden zijn verstrekt op 9 april 1945, de laatste op 5 mei.

Dankzij de hulp wordt de basis gelegd voor vervangende onderkomens voor mens en dier, de zogenaamde noodboerderijen en noodstallen. De herbouw van deze onderkomens en na verloop van tijd de permanente bebouwing, worden gecoördineerd door het Bureau Wederopbouw Boerderijen. Over de wederopbouw wordt verderop in dit artikel meer verteld.

Er is hulp nodig, niet alleen bij opruimwerkzaamheden. De burgemeester doet op 14 april een oproep in de Bornsche Courant aan de ingezetenen om zoveel en zo snel mogelijk kleding in te zamelen voor de getroffenen in Bornerbroek. Landelijk gezien komt het Rode Kruis in actie.

H.A.R.K.

Het Rode Kruis organiseert in de zomer van 1945 haar H.A.R.K.-actie. De afkorting staat voor Hulpactie Roode Kruis. Een nationale actie met als doel ‘Helpt ieder Nederlandsch gezin weer op te bouwen’. In de zomer van 1945 worden lokale
comités in het leven geroepen voor het inzamelen van geld maar vooral ook goederen. Alles is welkom: huisraad, kleding en ook gereedschappen.

Afb. 04 Affiche van de H.A.R.K.-actie(10)
Afb. 05 Treffen Noodvoorzieningen(11)

In Borne, Hertme, Zenderen en in Bornerbroek worden comités gevormd die voortvarend aan de slag gaan. De taken worden verdeeld. Er zijn verschillende subcomités die zorgen voor de inzameling van goederen, voor opslag en sortering en voor de inzameling van geld(12). Dit laatste wordt bijeengebracht door giften maar vooral ook door acties van bijvoorbeeld de padvinderij en een voetbalwedstrijd. In totaal levert de H.A.R.K.-actie in onze gemeente een bedrag op van fl. 13.385,81 en 25 vrachtwagens met goederen. Met de gelden worden spullen gekocht en de goederen worden zorgvuldig verdeeld. Alles wat overblijft gaat naar andere geteisterde gebieden in Nederland(13).

Bij het parochiehuis in Bornerbroek worden vrachten huisraad bezorgd. De familie Slot aan de Hoeselderdijk ontvangt een kastje. Niet de gevraagde kledingkast maar een wat kleiner model. Nu is deze kast een pronkstuk in het huis van een kleindochter(14).

Afb. 06: Het kastje dat de familie Slot ontving uit de inzameling door het lokale H.A.R.K.-comité

Zoals we hier voor hebben kunnen lezen is in de eerste maanden na de oorlog de hulp aan Bornerbroek vooral lokaal georganiseerd. De overheid neemt landelijk de wederopbouw voor haar rekening. Zeer belangrijk in de eerste maanden na de bezetting is het herstel van bedrijfsgebouwen en de boerderijen. De economie moet weer gaan draaien en er is voedsel nodig. Het Bureau Wederopbouw Boerderijen (BWB) is verantwoordelijk voor het plaatsen van de zogenaamde noodboerderijen als tijdelijke voorziening en voor het realiseren van de latere permanente bebouwing.

Het plaatselijk bureau Wederopbouw(15)

Ook in onze gemeente wordt een kantoor van BWB gevestigd. Het wordt gehuisvest in het gemeentehuis en bemand door H.J. Oude Lansink (van beroep opzichter/tekenaar) uit Zenderen en G.J.W. Overdijk (van beroep aannemer, bouwkundig opzichter) uit Bornerbroek. Oude Lansink begint eind mei 1945 met zijn werkzaamheden, Overdijk begint een paar weken later.

De werkzaamheden van de heren houden verband met het organiseren van noodvoorzieningen:

  • maken van plattegronden van de boerderijen met bijbehorende materiaalstaten;
  • betalen van bouwmaterialen en leveranciers;
  • administreren van de aanvragen incl. de kosten van de noodvoorzieningen;
  • aanvragen van bouwmaterialen bij de Dienst Landbouwherstel.

Bureau Wederopbouw Boerderijen(16)

Het Bureau Wederopbouw Boerderijen (BWB) is opgericht op 15 juli 1940 met als doelstelling de door oorlogsgeweld beschadigde of verwoeste boerderijen te herbouwen. Landelijk ligt het aantal beschadigde of verwoeste boerderijen ten gevolge van oorlogshandelingen boven de 54.000. De dienst heeft tijdens de oorlog zoveel mogelijk doorgewerkt maar het ging allemaal zeer moeizaam. Nadat zuidelijk Nederland is bevrijd, komt de herbouw weer langzaam op gang. Men start met de bouw van noodboerderijen of barakken en noodschuren. Deze worden zoveel mogelijk gebouwd op de bestaande fundering met bruikbare bouwmaterialen van de verwoeste boerderij. De noodvoorziening wordt eigendom van BWB en moet na herbouw van de nieuwe boerderij worden afgebroken. Er is te weinig geld voor herbouw en daarom zijn getroffenen vaak genoodzaakt zelf de kosten te dragen. Aan het eind van 1946 is, mede door het gebrek aan hout, arbeidskrachten en brandstoffen, nog geen enkele nieuw gebouwde boerderij bedrijfsklaar.
Hoe ging BWB te werk? Nadat de noodvoorziening is gerealiseerd, werd de urgentie tot herbouw bepaald. Vervolgens komen alle boerderijen op urgentielijsten waarin staat aangegeven welke boerderijen in welk jaar voor herbouw in aanmerking komen. Als het dan zover is, wordt in overleg met de eigenaar en de door hem uitgekozen architect besproken wat voor het bedrijf een geschikte boerderij is. Om de kosten te drukken gebruikt BWB standaard bestekken en worden bouwmaterialen gebruikt van de bestaande noodvoorziening. Vervolgens maakt de architect een plan waarin hij rekening moet houden met het maximaal herbouwbedrag, standaard bouwvoorschriften, soberheidsvoorschriften, stalhygiëne, brandveiligheid enz. enz. Als het bouwplan wordt goedgekeurd door BWB vindt aanbesteding plaats. Vervolgens dient de lokale welstandscommissie een positief advies af te geven en daarna kan, nadat de gemeente een bouwvergunning heeft verleend, eindelijk de bouw beginnen.

In de periode mei 1945 – januari 1946 zorgt het plaatselijke bureau ervoor dat alle aanvragen voor noodvoorzieningen zijn verzonden en de aannemers en toeleveranciers aan de slag kunnen. De bouw moet zo snel mogelijk beginnen om een behoorlijk onderdak voor het begin van de winter te realiseren.
Het is niet duidelijk hoe lang het plaatselijke bureau heeft bestaan, in ieder geval was het nog in functie in januari 1946. Medio augustus 1946 heeft gemeentearchitect Van Hal de leiding over de wederopbouw.

Wederopbouw in de praktijk

Een noodvoorziening kan van alles zijn. Een uit puin gebouwde woning, een houten barak of zoals bij de families Slot en Schuttenbeld het geval is, een kippenschuur die voor bewoning geschikt wordt gemaakt. Deze schuren zijn afkomstig van Koedijk uit Almelo. De woonvoorziening en de noodstal van de familie Slot worden betaald door BWB en kosten respectievelijk fl 2584,— en fl. 2485,—. Aannemer Platenkamp voert het werk uit. Lang heeft de familie Slot niet gewoond in hun tot woning opgewaardeerde kippenschuur. Op een gegeven moment hebben vijf van de zeven kinderen longontsteking, de familie is daarom verhuisd naar de noodstal.

Voor alle door de BWB gerealiseerde bouwwerken wordt een huurprijs in rekening gebracht. Voor de familie Slot is het zuur. Zij hadden in 1944 de hypotheek ten behoeve van de boerderij afgelost, de brandverzekering keert niet uit wegens oorlogsschade en er moet nu wel huur betaald worden voor een schamele huisvesting(18).

De bouw- en herstelwerkzaamheden en leveranties van materiaal worden zoveel mogelijk uitgevoerd door lokale bedrijven zoals Oude Wolbers, Platenkamp en Morselt uit Borne en Ensink, Overdijk en Wools uit Bornerbroek. Er is echter gebrek aan van alles. Zo heeft aannemer Meenhuis een aandrijfriem en 20 m loodkabel nodig. Het plaatselijke bureau Wederopbouw vraagt deze aan bij de Dienst Landbouwherstel.
In Borne zijn voldoende arbeidskrachten die in Bornerbroek aan slag willen maar niemand heeft zo vlak na de bevrijding de beschikking over een fiets. Met andere woorden: er is geen vervoer. Daarom doet plv. burgemeester De Graaff een verzoek om fietsen ter beschikking te stellen bij het Commissariaat Noodvoorzieningen(19).

Afb. 07: Schets van de noodstal voor de familie Slot(20).

Door de formele opstelling van BWB komen zowel aannemers als de getroffen boeren in de problemen. De uitbetaling van de declaraties gaat zeer langzaam; een verouderd formulier betekent alles opnieuw invullen en aanvragen. Daarnaast zorgt de trage werkwijze ervoor dat medio augustus 1946 verschillende lokale aannemers ruim fl. 18.000,— te goed hebben en daarom willen zij geen bouwmaterialen meer leveren tenzij deze direct worden betaald. Dan zijn er nog de boeren die zelf het merendeel van het bouwmateriaal hebben geleverd voor de noodvoorziening. Ook zij worden geacht huur te betalen.
De houding van BWB zorgt niet alleen in Borne voor wrevel. In Twente zijn veel burgemeesters dezelfde mening toegegaan: ‘men dringt ons een type (niet-streekeigen) op dat ons het minst kan dienen’ en ‘het bouwseizoen is al verstreken voordat een gunstige beslissing verkregen wordt’. Als dan ook in de Tweede Kamer vragen worden gesteld over de bureaucratische, omslachtige en dwingende werkwijze, steken de burgemeesters van de Twentse plattelandsgemeenten de koppen bij elkaar. Het leidt ertoe dat de Vereniging Nederlandse Gemeenten in actie komt voor de belangen van de gemeenten. Na de eerste moeizame jaren na de oorlog komt de herbouw vanaf 1948 goed op gang(21).

De eerste jaren na de oorlog is het behelpen. Mensen wonen in noodvoorzieningen en proberen zo goed mogelijk het dagelijks leven weer op te pakken. Langzamerhand verandert het landschap, er wordt gebouwd! Volgens de BWB gehanteerde urgentielijst verschijnen in Bornerbroek mondjesmaat vanaf 1946 tot 1956 nieuwe boerderijen en stallen. De meeste noodvoorzieningen worden afgebroken. De familie Slot kan in 1950 weer droog en warm wonen want in dat jaar wordt de nieuwe boerderij betrokken.

Afb. 08: Schilderij van Anny Slot-Platenkamp van de in 1950 gebouwde boerderij aan de Hoeselderdijk. In verband met de aanleg het Businesspark XL Twente is de boerderij inmiddels afgebroken.

Met dank aan

Gerard Slot en Anny Slot-Platenkamp

Noten

  • 1.Boorn & Boerschop 2017-3. Wie bevrijdden Borne? H. Pol
  • 2.In verdrukking verzet en vrijheid. H. Noordhuis, G.P. ter Braak en M.F.S. Kienhuis. Gemeente Borne 1990
  • 3.Zie documentatiecollectie gemeentearchief Borne nr. 425. Hierin is alle over dit onderwerp verzamelde informatie ondergebracht
  • 4.In de periode februari/maart 1945 zijn de boerderijen van Arkink, Ubbink, Zwijnenberg en Dreierink getroffen door V1’s afgevuurd vanaf stellingen in het Nijreesbos. Bron: In Verdrukking, verzet en vrijheid. H. Noordhuis, G.P. ter Braak en M.F.S. Kienhuis. Gemeente Borne 1990
  • 5.Archief Bureau Wederopbouw Boerderijen 1940–1965, dossier 1243. Het archief berust bij de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten
  • 6.Foto collectie gemeentearchief Borne nr. 014025
  • 7.Gemeentearchief Borne. Inventaris secretarie-archief 1929-1960. Inv. nr. 1039
  • 8.Gemeentearchief Borne. Inventaris Secretarie-archief 1929-1960 inv. nr. 998
  • 9.Waarschijnlijk maakte de groep werkwilligen die in Bornerbroek aan de slag ging, deel uit van de zogenaamde opruimingsdienst. Deze groep van 50 mannen heeft eerder de Engelsen geholpen en kon kennelijk snel ingezet worden. Bron: Bornse Courant 11-04-1945
  • 10.http://www.oorlogsgetroffenen.nl/archiefvormer/Nationale_Hulpactie_Rode_Kruis
  • 11.Deze lijst is een reconstructie van het dossier en is vermoedelijk niet compleet. Gemeentearchief Borne. Inventaris secretarie-archief 1929-1960. Inv. nr. 1039
  • 12.Bornsche Courant 23 juni 1945
  • 13.Bornsche Courant 14 juli 1945
  • 14.Informatie verstrekt door de familie Slot.
  • 15.Gemeentearchief Borne. Inventaris secretarie-archief 1929-1960. Inv. nrs. 998 en 1039.
  • 16.https://cultureelerfgoed.nl/sites/default/files/publications/boerderijen.pdf
  • 17.Gemeentearchief Borne. Inventaris Secretarie-archief 1929-1960 inv. nr. 998
  • 18.Archief Bureau Wederopbouw Boerderijen 1940–1965, dossier 1244. Het archief berust bij de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten
  • 19.Gemeentearchief Borne. Inventaris secretarie-archief 1929-1960. Inv. nr. 1039
  • 20.Gemeentearchief Borne. Inventaris secretarie-archief 1929-1960. Inv. nr. 1039
  • 21.Gemeentearchief Borne. Inventaris secretarie-archief 1929-1960. Inv. nr. 1039

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar inhoudsopgave 2018-02)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)