Auteur: Jan Blom
Borne is een vriendelijk Overijssels dorp, zo’n 800 jaar oud. Helaas is er niemand meer in leven die precies weet wanneer het dorpje is ontstaan. Waarschijnlijk is er ook geen precieze ontstaansdatum, maar ontstaat zo’n dorpje langzamerhand. Fuldauer geeft aan dat dit zo’n 1000 jaar geleden begon (1).
Lopen we nu door het oude centrum van Borne, dan zien we misschien hier en daar een vijvertje in een tuin, maar verder is het een droge boel. Weinig open water, tenzij er net een dikke onweersbui is gevallen, dan kan het hier behoorlijk nat zijn. Maar dan lopen we ineens door het Brugstraatje of over de Ennekerdijk, door de Pietmanskolkstraat. Of we hebben misschien onze auto geparkeerd op parkeerplaats de Haven, of zijn we vanuit de Stroom Esch naar het centrum gereden, onder het viaduct door waar op staat ‘de Sluis’.
Hoe zit dat? Waar komen die “waternamen” vandaan? Om Borne heen stroomde, tot 1983, de Bornse beek. Vanaf toen ging men de buitenwijken Stroom Esch en daarna Bornse Maten bouwen. Nu stroomt de Bornse Beek weer door Borne. Je zou kunnen spreken van herstel van een oude situatie. Nou ja, als idee. Tot hier toe niet veel nieuws. Veel oude bewoners van Borne weten wel dat er ooit een beek door Borne liep.
In twee afleveringen lopen we samen langs de Bornse beek, of waar eens de beek gelopen heeft. In dit deel gaan we van de Zuid Esch naar de Smitsbrug in de Marktstraat.
“Even” terug
Circa 20 000 jaar geleden kwam er een jonge mammoet terecht in de beek die we nu de Bornse Beek noemen. Of het mammoetje al dood was of nog levend toen het in de beek terecht kwam, weten we niet. Maar delen van het skelet van deze mammoetbaby zijn gevonden bij opgravingen ten behoeve van de vistrap in de Bornse Beek, bij de Stroom Esch vijver (2).
Borne is ontstaan aan de oever van de beek op een hoog gelegen gedeelte (Horst), iets verder naar het zuiden dan de vindplaats van de mammoetbotten. Zo gebeurde dat vroeger. Voor vervoer waren er zandwegen die een deel van het jaar onbegaanbaar waren. In 1813 was er in heel Nederland maar 450 kilometer verharde doorgaande weg, in Twente geen enkele kilometer (3). Daardoor was vervoer
via het water een deel van het jaar, vooral herfst, winter en voorjaar, de enige vervoersmogelijkheid en dus belangrijk.
Dus de beek stroomde door het dorp en diende als transportweg, vooral voor turf. Maar, naarmate het dorp groeide en ook de textielindustrie zich ontwikkelde, werd de beek ook belangrijk voor het wassen en bleken van textiel, om bluswater uit te halen en om textiel, landbouwproducten en hout te vervoeren. Het hout ging voor een groot deel naar Enter voor de klompenmakerij. Dat er ook nog gevist werd en ’s winters geschaatst, was een plezierige bijkomstigheid (4).
Rond het jaar 1660 is de beekbedding die we nu de Bornse beek noemen, om het dorp heen gegraven. Dit schijnt te zijn gebeurd tijdens het bewind van Bommen Berend, bisschop van Galen, van Munster (5). Ik las in Tweeduizend jaar geschiedenis van Twente (5a) dat de bisschop van Münster zich wel vaker bediende van het water om zijn militaire doelen te bereiken, bijv. bij Coevorden in 1672, waar hij de boel onder water liet stromen bij de belegering.
Vanaf toen (rond 1660) was er een stroom om het dorp heen, de Bornse Aa, en een “aftakking”, in feite de originele loop, die dwars door het dorp liep, de Bornse Beek.
Situatie rond 1830: bij de Zuid Esch
Op de Kadasterkaart uit 1832 (6) is duidelijk te zien hoe de beek zich door de Zuid Esch slingerde. Ter hoogte van waar nu de Theresiakerk staat, splitste de beek zich. Het water dat uit de richting van Hengelo kwam ging grotendeels om Borne heen. Dat deel noemen we nu de Bornse Beek. Een smaller deel van de beek liep richting de Ennekerdijk, via de weilanden aan de zuidoostelijke rand van Borne, de Zuid Esch. Op een foto uit het boekje Borne en de Bornsen (7a) en op de kaart van Borne uit 1832 of 1900, is, met enige moeite, de kronkelige loop door de weilanden van de Zuid Esch te zien. De Zuid Esch was toen nog onbebouwd buitengebied. De Ennekerdijk was de oostgrens van het bebouwde Borne.
Het dorp in: de Ennekerdijk
Aangekomen bij de Ennekerdijk stroomde de beek onder een brug door om even verderop naar het noorden af te buigen, tussen de huizen door van de Ennekerdijk en Abraham ten Catestraat. Overigens heette de Abraham ten Catestraat toen nog de Horst (tot ca 1920).
De plaats van die brug in de Ennekerdijk is nu nog goed aan te geven, want de beek kwam Borne binnen langs het gebouw van de werknemersvereniging St Joseph, nu is dat de galerie van Ruurd Hallema aan de Ennekerdijk.
Hierna liep de beek schuin door de achtertuin van wat nu Galerie Polder is. Heel vroeger heette dat de Borg van Borne, later het Kipshoes, van cichorei-fabrikant Abraham ten Cate. Deze tuin ligt dus op het oude tracé van de beek.
Van Joop Kroeze kreeg ik een mooi verhaal over het graven van een vijver in de tuin van Polder. De grond was daar zo slap, een overblijfsel van de oude beekloop, dat de graafmachine diep wegzakte. Vanaf de Grotestraat kon men de graafmachine met veel moeite er uit slepen, via een gegraven sleuf.
De oude Bornse Beek is er nog
Voor mensen die denken dat de Bornse Beek bovengronds uit het dorp is verdwenen, ligt achter het Bussemakerhuis het bewijs van het tegendeel. In een tuin tussen Ennekerdijk en Abraham ten Catestraat kun je het kleine stukje dat nog over is van de oude Bornse Beek, via een rooster, ondergronds zien verdwijnen. Of eigenlijk is verdwijnen niet het goede woord: vanaf hier gaat de Bornse Beek ondergronds via een rioolbuizenstelsel richting het Kulturhus. Net zoals de oude beek via een rioolbuizenstelsel vanaf de Rondweg komt, tot voorbij de tuin van Galerie Polder.
De oude kerk
Vlak voor de oude Hervormde Kerk boog de beek weer naar links, naar het westen. Hier ligt, op de hoek bij de Pellenhof, een putdeksel; dit deksel geeft aan waar vroeger de beek langs kwam. De put wordt nu nog door gemeente en brandweer gebruikt om water uit te halen, zoals ook vroeger de brandweer water uit de beek haalde om te blussen.
Pietmanskolkstraat en Potkampstraat
Vanaf de plaats van het putdeksel liep de beek vervolgens richting Pietmanskolkstraat en Potkampstraat.
De Pietmanskolkstraat verwijst naar een verbreding, een kolk, die hier lag in de Bornse Beek. Waarschijnlijk konden hier schuitjes draaien en aanleggen. Er wordt ook gezegd dat de kolk gebruikt werd om vlas te weken en linnen te wassen (7b). Omstreeks 1835 werd er een dam door de Pietmanskolk gelegd, waarover de Peppelenlaan, de latere Grotestraat, werd aangelegd (8a). Joop Kroeze vertelde mij dat de Harmonie, op het hoekje van Potkampstraat en Grotestraat, omstreeks 1835 is gebouwd (of verplaatst, omdat het huis opzij moest voor de Peppelenlaan, later Grotestraat). Hij is zelf geboren in de Harmonie. De grond waarop het huis stond, was zeer drassig en slap. Later is er binnen diep uitgegraven om de fundering te verstevigen. Bij dat graven kwamen gepunte, gebrande palen tevoorschijn van de beschoeiing van de beek.
De woning van dokter Stomps, later het gemeentehuis, nu restaurant Dorset Mansion House, lag aan de zuidkant van de Pietmanskolk. De vijver voor het huis was een deel van de Pietmanskolk (8b). De Potkampstraat geeft de plaats aan waar vroeger, tot omstreeks 1850, het reparatiewerfje van ter Horst lag. Volgens Joop Kroeze werden hier de schuitjes, die men ook wel potten noemde, op de kant getrokken. Om opnieuw waterdicht gemaakt te worden met mos in de naden en opnieuw geteerd. Hier kwam de grutterij/jutefabriek van ten Cate te staan (9a).
Later is deze plek diep uitgegraven, om de slappe beekgrond weg te halen. Bij dit graven zijn nog munten uit de VOC-tijd gevonden (9b). Dan gaat mijn fantasie werken: er was op een of andere manier een schakel tussen Twente en Amsterdam; ik vermoed via de textiel. Mij is verteld (10) dat de textiel vanaf het Bussemakerhuis eerst over straat naar de haven werd gebracht. Vandaar brachten de potten de textiel naar Almelo, via Bornse Beek en Loolee. In Almelo lagen grotere zompen klaar, die naar Zwolle voeren, onder andere via de Regge.
Vandaar kon de textiel via de Zuiderzee, meestal met nog weer grotere vaartuigen, naar Amsterdam worden gebracht en daar betaald met VOC-munten. Nou ja, in mijn fantasie.
Brugstraat en Marktstraat
Na de Potkampstraat stroomde de beek naar het noordoosten en ging eerst onder de Brugstraat door, hier lag een brug over de beek; hoe simpel kan een naam zijn nietwaar. Daarna verder naar het noorden, naar de Marktstraat, die toen nog geen Marktstraat heette maar Nieuwstadsstraat. Voordat de beek onder de Nieuwstadsstraat doorstroomde, liep hij tussen café de Ster, in de volksmond het Steerntje en het huis van dokter J.B.Schoemaker op de hoek van de Kerkstraat.
Café het Steerntje
Café het Steerntje is vanaf 1833 tot ongeveer 1930 eigendom geweest van de familie Wegter (11). Tegenwoordig is het een gewoon woonhuis, Marktstraat nummer 14 Het was een echt havencafé, waar de turfschippers na het lossen van hun lading, meegebrachte boekweitpannenkoeken konden opeten en koffie of een borrel drinken. De meegebrachte boekweitpannenkoeken werden opgewarmd op de kachel in het café (12).
Café de Ster
Het huis van dokter Schoemaker op de hoek van de Kerkstraat en Marktstraat (voor 1920 resp. Sökkerstraat en Nieuwstadsstraat) werd omstreeks 1940 afgebroken door Eekers, de vroegere uitbater van café de Bontekoe.
Café de Bonte Koe stond links van de weg uit Weerselo, als je via de Hoge Brug, over de Bornse Aa, het dorp binnenkwam. Aan de rechterkant van de weg, tegenover de Bonte Koe stond de oude katholieke Stephanuskerk, gebouwd in 1785, afgebroken ca 1888 (13). Eekers zag geen “brood” meer in zijn café de Bontekoe toen de katholieke kerk aan de overzijde werd afgebroken. De nieuwe Stephanuskerk werd aan de andere kant van het dorp gebouwd, waar hij nu nog staat. Daardoor ging hij dus al die dorstige katholieke kelen missen. Hij vroeg na enige tijd een nieuwe drankvergunning aan en mocht ook de naam van het Steerntje gaan gebruiken. Het nieuwe café, gebouwd op de plaats van het afgebroken huis van dokter Schoemaker, was groter dan het Steerntje ernaast, ook al stond er toen nog geen verdieping op, wel de balustrade. Daarom gaf Eekers het café de naam: de Ster. Dit gebeurde allemaal na 1940, toen was de haven al lang niet meer in gebruik.
Overigens was het Steerntje niet de enige kroeg in deze contreien. Café de Bontekoe is al genoemd. Schuin tegenover het Steerntje lag café de Halve Maan. Dit pand heeft nog enige tijd gediend als onderkomen van de elektronicazaak Hasperhoven. In 2016 staat er al weer een aantal jaren een nieuw appartementencomplex. En dan natuurlijk nog café de Keizerskroon, nu Leurink op het Dorsetplein. En dan heb ik nog niet de helft genoemd (14). In al deze cafés kwamen vast niet alleen de schippers van de bootjes die op de Bornse Beek voeren. Borne had kennelijk een dorstige bevolking.
De Smid-/Smit-/Smidsbrug
In de Nieuwstadsstraat (nu de Marktstraat) lag een brug, zodat het verkeer zowel over de weg als over het water kon passeren. Deze brug heette de Smidbrug, Smidsbrug of Smitsbrug, alle drie de namen kunnen we tegenkomen in de literatuur. Deze naam hield verband met de smid Hemmelder, die in het pand iets verder op, naast het Steerntje, werkte. In dat pand kwam veel later de ijzer- en gereedschaphandel firma Knoef. Een waardig opvolger, want ook ijzerwaren tenslotte. Nog weer later, tot voor kort, was er een modezaak in het pand. Helaas geen ijzeren harnassen. Inmiddels, medio 2016, staat het al weer te huur.
Literatuurverwijzingen
(1) Fuldauer, drs A.. Scheepvaart in Borne. In: Borne, historie en volksverhalen. 1987. Vrienden van het Bussemakerhuis. Pag. 15.
(2) Woolderink H. De hof te Borne, 800 jaar geschiedenis van De Hof, de Kerk en het dorp Borne. 2006. Hassink Drukkers, Haaksbergen. Pag.9.
(3) Schutte, Drs G.J. Varen waar geen water is, reconstructie van een verdwenen wereld. 1981 Broekhuis Hengelo.
(4) Immerman, BWM / HJ Ellenbroek Borne en haar bewoners in vroeger jaren. 1982. de Bruijn Oldenzaal. Pag. 40.
(5) Mededeling Rientjes.
(5a) Jansma, K. e.a. red. Tweeduizend jaar geschiedenis van Overijssel. 1990. Inter-Combi van Seien BV Leeuwarden
(6) Kadastrale Atlas van Overijssel 1832 2005 Stichting Kadastrale Atlas Overijssel 1832 (kaarten + lijsten eigenaren enz.). Kaart nr. 11.
(7a) Leuverink, JBF /WHG Brok. Borne en de Bornsen In grootmoeders tijd 1986 Europese Bibliotheek Zaltbommel (Foto + beschrijvingen).
(7b) Harten, van – Fransen. Grepen uit de historie van Borne, deel 2
(8a) Tanke, A. Twee panden met dezelfde naam: Harmonie. In: Boorn & Boerschop 24/2014. Pag. 3 t/m 8.
(8b) Braak, G.P. ter Borne in oude ansichten 1971 (foto+beschrijvingen). Pag. 24 en 25.
(9a) Mededeling Kroeze
(9b) Mededeling Kroeze
(10) Mededeling Liesbeth Hassink en Jaap Grootenboer.
(11) Goethem, Richard van Familiehistorie Wegter 2010. Drukkerij Hellendoorn Bad Bentheim.
(12) Buter, A. Regge en Dinkel, land van levend water. 1984. Waanders. Pag. 69. en Immerman, BWM /HJ Ellenbroek. Borne en haar bewoners in vroeger jaren. 1982. de Bruijn Oldenzaal. Pag. 36, 38 en 39.
(13) Bosch, W, e.a. Honderd jaar Stephanus Parochie. Borne: Jubileum 1888-1988. Pag. 3.
(14) Zie noot nr. 11.
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 2016-02)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)