Boorn & Boerschop 2015-02: Het kalfje van de jongs van Wegter

Auteur: Jan Wegter

Naar aanleiding van het prachtig uitgevoerde prentenboek “Borne uit de Tijd Gekenschetst”, t.g.v. de 80-ste verjaardag van Hans Leuverink, kwam bij mij het verhaal weer te boven van het slachthuis aan de Brinkstraat.

Afb. 01: De jongs van Wegter; Jan en Nico

Wij als jonge jongens, waren altijd nieuwsgierig en gingen graag op onderzoek uit in ons dorp Borne en omgeving. Zo kwamen we ook nog al eens bij het slachthuis.
We vonden het heel interessant hoe de koeien gedood en geslacht werden. Het slachthuis was toen aan de Brinkstraat(1). Dat pand was later de eerste vestiging van Bons & Evers.

Er stonden er ’n paar slagers naast de koe die geslacht moest worden, Eén om deze in bedwang te houden en één man vóór de koe om ’n kogel in het midden van de kop te schieten. Dan plofte het beest op de grond en kon de volgende slager met ’n groot mes zijn keel doorsnijden. Wat ’n bloed stroomde er dan uit! Het bloed vingen ze op in speciale bakken en dat werd later dan weer gebruikt voor o.a. bloedworst.
Al met al vonden we dat altijd heel spannend en er werd ons gevraagd of we later ook slager of slachter wilden worden, dan konden we nu wel vast meehelpen. Dat vonden we ook wel ’n goed idee.
Wat moesten we dan doen? Om te beginnen het slagersvak te leren, is het goed om te helpen de darmen van de geslachte beesten schoon te maken en dat moesten wij doen door heel hard in die darmen te knijpen, zodat al de stront eruit geperst werd.
Ja, dat wilden we wel. We vroegen wat we daar mee konden verdienen. “Nou wanneer jullie ze allemaal uitgeperst en schoongemaakt hebben krijgen jullie ’t kalfje, dat daar buiten aan de paal staat”.
Dat was voor ons ‘n prima deal en na ’n hele morgen in de stront gestaan te hebben, kregen we het kalfje mee naar huis.

Onderweg in de Marktstraat, ongeveer bij juffrouw Malie en meester Spoek voor de deur, begon dat kalfje te schijten en wilde het niet verder. Wij maar trekken en aan zijn kont duwen, maar het kreng wou niet meer verder. Toen kwam er ’n kerel langs en die zei: “ Ie mut ’m an zien stet draeien dan geet he wa wier verder”. Zo kwamen we, Nico en ik, mooi met ’n kalf in hoes.
Maar Pa en Ma zagen dat helemaal niet zitten en zeiden: ”Dat ku’j nich maken. Ie mut dat beest wa weerum breng’n, ma goa noe ma eerst etten”.
De eerste lepels hadden we nog niet op, of er stonden twee kerels bij ons in de keuken en vroegen of wij, de jongs, ’n kalf hadden meegenomen van het slachthuis. Ze hadden het kalfje al lang gezien, want die stond buiten op ons plaatsje bij de waterput, maar wij wilden dat (ons) beestje niet kwijt. We hadden het echt zelf verdiend en zouden aan onze oom Jan Hassels-Mönnink wel vragen of het kalf zo lang bij hun in de stal en wei mocht.
Nou dat was niet bespreekbaar, onze ouders en de heren vonden dat geen goed idee en ze namen het kalfje weer mee terug om alsnog geslacht te worden en wij, Nico en ik, hadden ons de hele morgen te pletter gewerkt in de stront en nu ook nog geen kalf en geen geld.
We zijn daarna nooit meer naar die slagers in het slachthuis aan de Brinkstraat geweest.

Afb. 02: Het oude slachthuis aan de Brinkstraat, waar later Bons & Evers begon. Tekening Hans Leuverink

(1) Blz. 27 “Borne uit de tijd gekenschetst” door Hans Leuverink. Uitgave Heemkundevereniging Borne.

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar Inhoudsopgave 2015-02)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)