Boorn & Boerschop 2014-03: Verdwenen boerderijen op Weleveld

Auteur: E.T.J.T. Kwint

Oude kaarten zijn een prima hulpmiddel om situaties van voorheen te reconstrueren. Een voorwaarde daarbij is dat de kaart niet te grootschalig is zoals de kaarten van Ten Hove. De eerste kaart die dan enige gedetailleerde informatie voor Weleveld kan leveren, is de Hottinger kaart, verder HK. Deze streek werd daarbij rond 1790 gekarteerd. De HK werd voor militaire doeleinden gemaakt. Dus wegen, wateren, dorpen, steden en voorname huizen, zoals havezaten, staan naar moet worden aangenomen goed ingetekend. Maar of bosjes, bossen en boerderijen allemaal even nauwkeurig op hun plaats staan, is twijfelachtig. Bovendien staan er bij de boerderijen, in ieder geval die op Weleveld, geen namen vermeld. Sommige ingetekende boerderijen zijn te herleiden naar nog bestaande, anderen doen vermoeden dat er maar wat getekend is. Dus wel een algemeen beeld, maar geen absolute zekerheid.

In 1819 koopt G.J.O.D. Dikkers, ontvanger particulier te Almelo, Weleveld van de laatste Van Hambroick, die het huis in 1804 liet afbreken. Omdat vanaf dat moment de eigenaar niet meer op het goed woonde, kreeg Weleveld de status van belegging. Voor een beter overzicht daarvan gaf Dikkers in 1821 opdracht aan L.M. Schukking een beheerskaart, verder SK, te maken. De Welevelder boerderijen staan met naam zo nauwkeurig mogelijk op deze kaart ingetekend, waarbij richting en vorm te zien zijn. Een belangrijke verbetering ten opzichte van de HK.

Nog weer mooier wordt het wanneer de eerste kadastrale kaart, verder KK, uit 1832 verschijnt. Eindelijk een absolute zekerheid, maar natuurlijk wel afhankelijk van de meet- en tekentechniek van die tijd. Op de SK en de KK staan op Weleveld drie boerderijen die inmiddels verdwenen zijn. Dat zijn Oud Esschering, Zweershuis en Nardus Mulder. De laatste werd afgebroken kort nadat Cato Hänisch-ten Cate in 1908 Weleveld kocht. Nardus Mulder was geen volgewaarde boerderij, maar de woning van één van de twee molenaars op de Welevelder watermolens, een korenmolen en een oliemolen en behoorde tot de vrijing van Weleveld. Het gebouw stond schuin tegenover het huidige Muldershuis aan de andere kant van de Bekkingvelderweg. Vanwege de vergravingen van de Bornsche beek aldaar in 1935 en nadien in 1994 zal er niets meer terug te vinden zijn, want Nardus Mulder lag waar nu de beek loopt. Bij de vergraving van 1994 is nog gekeken naar eventuele resten, maar toen is al niets meer gevonden.

Oud Esschering was de lijftucht, vide het voorvoegsel “oud”, van de boerderij Esschering aan de Zenderensestraat. Deze boerderij behoorde tot Weleveld, maar werd in 1970 aan de bewoners, de familie Jansen, verkocht. Oud Esschering is niet te vinden op de HK, maar wel op de SK en de KK. Wellicht niet ingetekend op de HK omdat het niet een volgewaarde boerderij betrof of te klein was of gewoon niet door Hottinger c.s. gezien. Wellicht is het ook te veel eer om Oud Esschering een kransesboerderij te noemen. Wat opvalt is de relatief grote afstand waarop deze lijftucht van de hoofdboerderij lag, namelijk 700 m hemelsbreed, terwijl lijftuchten in den regel naast of in de onmiddellijke nabijheid werden gebouwd.

Afb. 01: Oud Esschering (zie de pijl) afgebeeld op de kadastrale kaart van 1832

Op de Chromo topografische Kaart des Rijks 1: 25.000 blad 379 BORNE, Verkend 1882, Herzien in 1903; ged. Herzien in 1910, verder CKR, staat Oud Esschering nog vermeld. Bij de aankoop van het zuidelijke gedeelte van Weleveld, waaronder perceel Borne A309, door Cato ten Cate op 16 februari 1909 wordt gesproken van de onroerende goederen gelegen in de gemeente Borne kadastraal aldaar bekend in Sectie A nummers 309, 310, 311, 312 en 588 als huis, schuur en erf, hooi- bouw- weiland en hakhout samen groot vier hectaren drieënvijftig aren twintig centiaren. Hieruit volgt dat Oud Esschering nog bestond op het moment van de aankoop. Maar in de archieven van Weleveld of van de gemeente Borne, waar mevrouw Anja Tanke naspeuringen deed, is niets over een afbraak te vinden.

Afb. 02: Het zwarte blokje (zie de pijl) is Oud Esschering met ter oriëntatie de naam/bewoner van bestaande woningen. Geheel boven de huisplaats van Weleveld

We moeten echter aannemen dat de lijftucht kort na de aankoop is afgebroken waarbij A309 landbouwgrond werd. Want het perceel waarop deze lijftucht eens lag, kwam in 1910 in gebruik bij de familie Hilbrink, die toen De Schuur aan De Bieffel betrok. Daarbij doopte Cato ten Cate De Schuur om in Hendrikshoeve naar haar pas geboren zoon. Toen in 1966 Hendrikshoeve ophield een boerderij te zijn, werd de naam in Jachthuis veranderd, naar de jachtkamer door Dikkers direct bij de bouw van De Schuur in 1874 daaraan vast gebouwd.
Het perceel A309 kwam daarna in pacht bij de familie Ter Keurs op Bos Roelof tot en met 2002. Vanwege de bodemgesteldheid en de vele stenen in de bodem, resten van de oude lijftucht, was het landbouwkundig gezien een marginaal perceel. In 2001 werd er voor het laatst mais geoogst. De trekker zakte toen tot over de assen in de vette grond en de oogst bleef daarom gedeeltelijk op het veld staan. Het wild, met name de reeën, hadden daar geen bezwaar tegen en daarom werd besloten hier een wildakker in te richten. Katjeswilgen begroeiden snel een hoek van het perceel en zo ontstond op natuurlijke wijze een fraai stukje moderne wildernis. in bezit genomen door reeën, hazen, egels, kraaien, konijnen en fazanten met soms een passerende vos.
Van Oud Esschering geen spoor meer. Het was iedere keer weer een merkwaardige gedachte wanneer je er langs liep te bedenken dat daar vele decennia of misschien zelfs eeuwenlang mensen hadden gewoond, gewerkt en geleefd met hun lief en hun leed.

In 2013 kwam een vrijwillige kavelruil tot stand waarbij aanpalende percelen opgedeeld werden en de omgeving behoorlijk veranderde. Perceel A309 bleef weliswaar net onaangetast, maar de nog vaag te onderscheiden grenzen werden in het veld onzichtbaar omdat het in een groter geheel van nieuwe natuur werd opgenomen. Daarmede werd de plaats waar Oud Esschering had gestaan navenant vager.

Die locatie geheel verloren te laten gaan was jammer. Voorts is het nu met hulp van de moderne techniek, met name GPS, mogelijk geworden tot een redelijk nauwkeurige plaatsbepaling te komen van deze lijftucht op basis van de KK en de daarop staande perceelsgrenzen. Daarom is besloten Oud Esschering in het landschap te gaan markeren.

Rentmeesterskantoor Bureau Eelerwoude was zo vriendelijk op een gecombineerd beeld van luchtfoto en kadastrale perceelsgrenzen enige coördinaten in te meten volgens het RD, Rijksdriehoekmeting. Die punten werden op een vel millimeterpapier gezet met daarop ook het RD grid. Via een vergrote deelafdruk van de KK konden de afstanden van de vier hoeken van Oud Esschering naar de de perceelsgrenzen ingemeten worden. Die afstanden konden daarna op schaal op datzelfde millimeterpapier gezet worden. Zo werden de coördinaten bepaald van de vier hoeken van de lijftucht, die zo’n 9 bij 12 meter groot is geweest. De dikte van de lijntjes op de KK heeft uiteraard de nauwkeurigheid van dit proces negatief beïnvloed.

Afb. 03: Oud Esschering anno 2014. De palen 1 t/m 4 markeren de hoekpunten. De vierde staat op een stukje oude fundering. Op de achtergrond de woning van de familie Braamhaar aan de Hebbrodweg

Een gelukkige bijkomstigheid was dat het bureau RAAP met een geofysisch onderzoek op Weleveld bezig was. Voor de heer Verschoof van RAAP was het een kleine moeite met zijn uiterst nauwkeurige GPS die vier punten in het veld te markeren. Daar staan nu simpele betonpalen van ongeveer 1.10 m boven de grond, geverfd in de kleur van Bentheimer zandsteen zodat je toch ziet waar de hoeken van Oud Esschering ooit stonden zonder dat de palen een storend element in het landschap zijn.

Het mooiste moment kwam toen er een gat gegraven moest worden voor de vierde en laatste paal en op ongeveer 50 cm onder het oppervlak op een stuk fundament van de oude lijftucht werd gestoten. Er is niet verder gegraven om te zien of we ook nog precies op een hoek zaten, maar mede hierdoor mag aangenomen worden dat de palen met een redelijke mate van nauwkeurigheid in het veld staan. Binnen de palen is een speciaal weidebloemenmengsel gezaaid zodat het er uit verte vriendelijk gaat uitzien.
Nu rest nog Zweershuis, dat wel op alle bovengenoemde kaarten staat. Een wat moeilijker geval omdat op dat perceel nu bos groeit met veel bramen, waardoor de situatie minder overzichtelijk is. De berekeningen zijn inmiddels gemaakt. Rest nog het inmeten in het veld en het plaatsen van palen.

Noot

De foto op deze pagina en beide kaarten op voorgaande pagina’s zijn verzorgd door de auteur.

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar Inhoudsopgave 2014-03)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)