Auteur: Jan F. Deckwitz
Onderstaande foto, met hierop drie kinderen afgebeeld, was de aanleiding tot een onderzoek naar het verblijf van Belgische vluchtelingen in Borne. De foto kreeg ik van Jaap Grootenboer ter inzage en hij vertelde mij dat het jongetje links Jacob van Gelder was, het meisje rechts zijn halfzusje Roza en het ventje in het midden een Belgisch vluchtelingetje. Het is bekend dat Jacob van Gelder in 1917 is geboren en zijn zusje Roza in 1909. De foto moet omstreeks 1924 zijn genomen. Het ventje in het midden schat ik zo’n 2 á 3 jaar oud. Het is nauwelijks voorstelbaar dat hier sprake is van een Belgische vluchteling.
Afgezien van het voorgaande bleef de mededeling van de Belgische vluchteling bij mij hangen en via het internet werd mij snel duidelijk dat in de eerste maanden van 1914 Nederland overstroomd werd met vluchtelingen uit België. De vraag naar Belgische vluchtelingen in Borne was snel gesteld en ik was nieuwsgierig genoeg om hiernaar een onderzoek in te stellen.
Aanleiding tot de eerste wereldoorlog
De directe aanleiding tot de Eerste Wereldoorlog was de moord op Franz Ferdinand en zijn echtgenote Sophie van Oostenrijk op 28 juni 1914 in Sarajevo. Standpuntverschillen en stellingname in de verschillende landen kwamen steeds duidelijker naar voren. Zo stelde Oostenrijk op 23 juli aan Servië een ultimatum. Duitsland verklaart Oostenrijk te steunen, Oostenrijk verklaart Servië de oorlog, Rusland verklaart Oostenrijk en Duitsland de oorlog, Frankrijk steunt Rusland.
Op 4 augustus 1914 valt Duitsland België binnen om Frankrijk aan te kunnen te vallen. Engeland steunt Frankrijk en verklaart Duitsland de oorlog. België stelde zich aanvankelijk neutraal op en wilde Duitsland geen vrije doortocht naar Frankrijk verlenen, maar door de Duitse inval moest het land zich verdedigen. Duitsland gebruikte hierbij grof geweld: zo werd in enkele dagen Luik totaal verwoest. Ook de lokale bevolking werd grof misbruikt. Vele Belgen vluchtten naar Limburg in Nederland. De tegenstand van de Belgen was groot, waardoor de Duitsers werden opgehouden. Antwerpen was een belangrijke aanvoerhaven en begin oktober planden de Duitsers hier een bombardement. De bevolking werd gewaarschuwd en vele Belgen vluchtten weg. Op 7 oktober 1914 vond een groot bombardement op Antwerpen plaats. In een enkele week naderde het aantal Belgische vluchtelingen in Nederland het miljoen.
Hulporganisaties in Nederland
De hulpverlening was, zoals gebruikelijk in die tijd, particulier initiatief. De overheid had slechts een coördinerende functie. Het grote aantal vluchtelingen vroeg echter om een grootse aanpak en zo ontstond er een landelijke coördinatie vanuit Amsterdam. De vluchtelingen konden, ook om militaire redenen, niet in de grensprovincies blijven en werden daarom over geheel Nederland verspreid. Alle provinciale staten stelden hun eigen commissies in, waarbij de Commissaris van de Koningin een coördinerende taak had. Binnen enkele dagen moesten duizenden vluchtelingen worden ondergebracht. Vanuit de provinciale staten werden gemeenten aangeschreven om hulp te bieden. Ook de burgemeester van Borne kreeg het verzoek om hulp te bieden.
Een plaatselijke commissie in Borne
In Borne wordt op 10 oktober 1914 een “Comité voor Belgische Vluchtelingen” ingesteld. In dit comité hebben zitting: burgemeester van Bönninghausen, kapelaan ter Riele, dominee Goedhart, dominee De Holl, B.A. Metz, J.C. Knuif en Jacob Spanjaard. Er moet snel gehandeld worden, want op dezelfde dag ontvangt de burgemeester een telegram van de Commissaris van de Koningin van Overijssel, dat op korte termijn 40 Belgische vluchtelingen zijn te verwachten. Alhoewel in de Bornse Courant een oproep aan de ingezetenen van Borne is gedaan om vluchtelingen op te nemen, blijven reacties in eerste instantie uit. Het St. Josephgebouw aan de Ennekerdijk wordt in gereedheid gebracht voor de opvang. Stro wordt hier aangevoerd en de firma Spanjaard stelt 200 dekens ter beschikking. Het gebouw van Christelijke Belangen wordt ingericht als eetlocatie.
Intocht en opvang
Zondag 11 oktober wordt onder de Bornse bevolking een collecte gehouden die fl. 42,73 opbrengt. Vanuit de gemeenten en bedrijfsleven was een bedrag van fl. 400,00 ter beschikking gesteld.
In de nacht van vrijdag 16 oktober komt om 03:30 u. een trein met vluchtelingen in Borne aan. De burgemeester is hier aanwezig en onder toezicht van een nieuwsgierige Bornse bevolking gaat men in optocht naar de Ennekerdijk.
Op zondag 18 oktober is er een speciale kerkdienst waarbij alle vluchtelingen aanwezig zijn. In de namiddag geeft de Bornse Harmonie een concert. Tot slot wordt hier het lied van “de Vlaamse leeuw” gespeeld, dat door de Belgen zeer op prijs wordt gesteld.
Donderdag 5 november vertrekken er 23 vluchtelingen uit Borne om de situatie in en rond Antwerpen in ogenschouw te nemen om zo mogelijk snel naar België terug te kunnen keren. Teruggekomen wordt gemeld dat de situatie niet bepaald rooskleurig is. Antwerpen en dorpen in de omgeving liggen grotendeels in puin, de voorzieningen zijn er slecht. De teruggekeerde Belgen vinden het raadzaam voorlopig in Borne te blijven. In de Bornse Courant van 28 november is een mededeling van de Belgische vluchtelingen opgenomen: er wordt gememoreerd dat ze “Borne schilderachtig en rustig vinden, waar ze te midden van ener gulhartige, vrijgevige, kunstminnende en herbergzame bevolking mogen toeven.”
Op 10 december 1914 zijn er nog 68 vluchtelingen in Borne aanwezig, 24 mannen, 26 vrouwen en 18 kinderen. Diezelfde dag vertrekt er een vrouw naar Antwerpen om te pogen het haar toekomende geld op te halen: haar man is militair!
Het plaatselijk comité houdt zich vooral bezig met het verzamelen van kleding en schoeisel. Daarnaast verdeelt zij de gelden die de overheid zegt te vergoeden: deze vergoeding was per week voor een man f 4.-; voor een vrouw f 3,50 en voor een kind van 10 t/m 14 jaar f 2,80; voor een kind van 5 t/m 9 jaar f 2,10 en voor een kind jonger dan 5 jaar f 1,-. Met een kaartsysteem wordt dit nauwkeurig bijgehouden. Soms moest iets extra’s worden uitgekeerd, bijvoorbeeld in verband met versterkende middelen of “omdat de levensstandaard van de vluchtelingen iets boven het gemiddelde lag”. Vooral naar schoeisel is veel vraag. Voor zover men tekortkomt, wendt het plaatselijk comité zich tot de secretaris van de provinciale commissie, de heer Mr. Dr. G. A. Lasonder die vanuit Enschede opereert. In de loop van tijd vertrekken er regelmatig één of meer Belgen om de situatie in Antwerpen en omgeving zelf in ogenschouw te nemen. Op 12 november vertrekken er 28. Teruggekeerde vluchtelingen scheppen een beeld van de situatie op grond waarvan ze besluiten in Borne te blijven. Op 12 december zijn er hier nog steeds 68 vluchtelingen.
Op 16 januari 1915 krijgen zeven vluchtelingen werk op de fabriek der N.V. Stoomspinnerijen en Weverijen, v.h. S.J. Spanjaard, op 23 januari volgen nogmaals drie mannen die hier gaan werken.
In de zomer wordt de situatie nijpend en wordt de bevolking gemaand om vluchtelingen in huis op te nemen. Het St. Josephgebouw en het gebouw voor Christelijke Belangen kunnen niet langer beschikbaar blijven als onderkomen voor de vluchtelingen. Op 31 maart 1916 zijn er nog steeds 27 Belgische vluchtelingen in Borne.
Emigratie naar Amerika
De vluchtelingenstroom is ook bekend in Amerika. Verschillende staten zijn hier bezig het land te ontwikkelen. Zo is er de “Southern Settlement and Development Organisation” in Baltimore die gegadigden zoekt voor ontwikkeling van land- en tuinbouw en doen omstreeks half januari 1915 een beroep op Belgische vluchtelingen in Nederland om zich in Amerika te vestigen. Het aanbod is aanlokkelijk: de overtocht wordt betaald, een compleet ingerichte 4- of 5-kamerwoning met 40 acres grond (1 acre is ca. 0,5 ha=500 m2) is ter beschikking, ook etenswaren voor 6 maanden, een paard, een koe, twee varkens, 12 kippen, landbouwwerktuigen en zuiver drinkwater. Een station voor afvoer van producten ligt binnen 3 miles (ca. 5,5 km) en een school en een RK-kerk is aanwezig. Het eerste jaar behoeft geen terugbetaling te worden gedaan, de volgende jaren wordt 1/20 deel per jaar afgelost wat neer komt op ca. 100-150 dollar per jaar. In de oorlogsjaren 1915-1917 vertrekken er ca. 80 vluchtelingen naar de USA.
Geboorten en overlijden
Op 24 december 1914 wordt een jongen in een Belgisch gezin geboren, genaamd Guilielmus (achternaam onbekend!). In de Bornsche Courant van 16 januari 1915 wordt aangegeven dat een Belgische vluchteling is overleden, t.w. de 31-jarige (ongehuwde) Maria Anna Mijs. Op 6 maart 1915 overlijdt haar moeder, de 61-jarige Clementina Maria Vercammen, echtgenote van Dominicus Ludovicus Mijs. Op zaterdag 30 januari overlijdt de nog geen twee jaar oude Julien Marie van Malderen. Op 1 mei 1915 overlijdt de nog ongehuwde 33-jarige Jeanette Tuijaerts. In de Bornsche Courant, wordt nog tweemaal een geboorte van een Belgische vluchteling gemeld, t.w. omstreeks 24 april 1915 Albert Isedore van Campenhout, de tweede is niet bij naam bekend.
Opmerkelijk: geen informatie te vinden
De informatie zoals hiervoor gegeven komt hoofdzakelijk uit de plaatselijke pers, de Bornsche Courant en Het Hengelosch Dagblad.
Uiteraard zijn de archieven van gemeente Borne, de provincie Overijssel en het Rijksarchief in Den Haag geraadpleegd voor nadere informatie. In geen van de archieven was een registratie of kaartsysteem te vinden waarop namen, adressen van herkomst van de Belgische vluchtelingen in Borne zijn vermeld. In het verhaal wordt melding gemaakt van vluchtelingen die bij de NV Spanjaard tewerk werden gesteld: ook in het Spanjaard-archief is hierover niets teruggevonden.
Ook van de in Borne geboren Belgische kinderen is geen registratie teruggevonden (ik vraag mij af wat er gebeurt, als een in Borne geboren Belgische vluchteling een geboortebewijs opvraagt!). Zo is ook niets terug te vinden over hier overleden vluchtelingen en hun begraafplaatsen.
Bij het vooronderzoek werd al geconstateerd dat de archieven weinig zouden opleveren. De auteur van dit artikel heeft op 9 maart 2009 een oproep geplaatst in de Bornse Courant voor aanvullende informatie. Drie reactie kwamen binnen: een dame (91 jaar oud) geboren en getogen in Weerselo die iets wist over vluchtelingen aldaar, een dame die verwees naar haar moeder die nog het een en ander zou weten: achteraf bleek dit weinig concreet. De heer J. Kroeze, wist me te vertellen dat op de bovenverdieping van het woonhuis achter “De Harmonie” een Belgisch gezin heeft gewoond. Namen waren niet bij hem bekend.
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 2014-02)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)