Auteur: Herman Westerbeek
Het pand van het Museum Bussemakerhuis is een rijksmonument. Het geniet als zodanig bescherming en zorg van de overheid m.b.t. de instandhouding.
De status van monument wordt verkregen als het gebouw betekenis heeft wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of vanuit cultuurhistorisch oogpunt. Het dient nog geheel of voor een belangrijk deel in authentieke staat te zijn en tenminste 50 jaar oud. En 50 jaar oud is het zeker.
In de prachtige zandstenen gevelsteen zijn de namen Jan Bussemaker en Trijntjen Hulshoff vereeuwigd, de familie die het huis heeft laten (ver)bouwen in 1779 op de plek van een voormalig woonhuis. Voor die tijd een degelijk en fraai gebouw met een Lodewijk XV klokgevel dat een lieve duit gekost moet hebben. De familie Bussemaker handelde in linnen en het huis is daar naar ingericht. Een woonhuis annex pakhuis voor linnen. Een fabrikeurshuis zoals het wordt genoemd en het enigste in zijn soort dat nog in Nederland te vinden is. De brede, lange gang met dubbele voor- en achterdeuren, waar de karren met linnen zo naar binnen konden worden gereden, de luiken in de zolders, de dubbele zolder voor de opslag en het luiwiel voor het hijsen van het linnen, getuigen hier nog van. Maar ook de overige vertrekken zijn nagenoeg nog in authentieke staat gebleven.
Een dergelijk pand vraagt veel en deskundig onderhoud, omdat het gebouw met de kennis én de materialen van toen is gebouwd. We noemen de massieve bakstenen gevels, de zandstenen bekroning van de topgevel en de zandstenen vloeren, de eiken kapconstructie, de kwetsbare daken met oud-Hollandse pannen en gietijzeren goten en de raampuien met enkel glas. Samengevat, geen spouwmuren (aantasting door vocht!), geen thermische isolatie, open constructie van de gangen en de zolders, hoge kamers op de begane grond. Dit maakt het gebouw duur in gebruik én in onderhoud. De overheid is zich hiervan bewust en heeft vanuit haar zorgplicht voor het behoud van de rijksmonumenten (ongeveer 56.000 stuks) een subsidieregeling in het leven geroepen. De nieuwe Brim regeling uit 2006 betekent dan ook letterlijk Besluit Regeling Instandhouding Monumenten. Vanuit deze regeling wordt jaarlijks ongeveer € 50 mln. subsidie verleend aan de eigenaren.
Terug naar het pand. Omdat dit voorname huis in Borne vanaf 1779 gedurende bijna 200 jaar min of meer in het bezit bleef van de welgestelde familie Bussemaker, is de oorspronkelijke stijl goed bewaard gebleven. Behoudens enkele aanpassingen in de gang, het realiseren van het voorportaal en het wijzigen van de tuinkamer in het midden en aan het einde van de 19de eeuw, kan de bezoeker zich nog een goede voorstelling maken van de wijze van wonen en werken in deze periode. De fam. Bussemaker woonde er tot 1882, de fam. Meijling en notaris Van Uden tot 1905 in welk jaar het voorvaderlijk huis uit een veiling werd gekocht door Adam Hulshoff van de grutterij Erven ten Cate. Dankzij de welwillende medewerking van de laatste eigenares en de gem. Borne is het pand in 1959 in een stichting ondergebracht.
In 1961 is het pand gerestaureerd waarbij de oorspronkelijke stijl is gerespecteerd. Behoudens het normale onderhoud heeft begin jaren negentig groot onderhoud plaatsgevonden en is het pand officieel museum geworden, waardoor het voortbestaan van het huis beter werd gewaarborgd.
In 2008 is de topgevel met zijn zandstenen ornamenten en de eikenkap gerestaureerd. Vooruitlopend op het plan tot herinrichting is in 2010 het interieur weer in zijn oorspronkelijke kleuren geschilderd.
Naast het gewone onderhoud als schilderwerk aan de deuren en raampuien zijn het de volgende grote bouwkundige zaken die op korte termijn zouden moet worden aangepakt: het dak (met isolatie) en de dakramen, de gietijzeren dakgoten, de goten van de aanbouw, zoldervloeren uit stukken, nazien voeg- en metselwerk van de gevels (o.a. een lichte schade aan een hoek van de aanbouw door een slechte fundering), muizenroosters vernieuwen en herleggen van de zandstenen vloer in de gang.
Voor deze zaken is in januari 2011 een plan met een aanvraag voor subsidie ingediend bij de RCE (Rijksdienst Cultureel Erfgoed, voorheen Rijksdienst Monumentenzorg) in het kader van de Brim voor een bedrag van € 2 ton. Door de grote aantallen plannen die waren ingediend, is deze aanvraag niet gehonoreerd. De RCE heeft dan ook voor 2012 bepaald dat de aanvraag maximaal € 50.000,- mocht bedragen.
Deze aanvraag is in januari ingestuurd en alhoewel er ook nu nog een grote overvraag was heeft het bestuur in juli het goede bericht ontvangen dat het plan van aanpak is goedgekeurd en dat hiervoor subsidie zal worden verleend. Deze bedraagt “slechts” 60%, waardoor de stichting nog een eigen bijdrage voor het groot onderhoud zal moeten voteren van € 20.000,-. Een heel bedrag want in de begroting is hiervoor amper of geen ruimte. Hierbij dient dus te worden aangetekend dat met dit bedrag geen grote zaken kunnen worden aangepakt en volstaan zal moeten worden met “in stand houden”.
De zogenaamde Brim-plannen beslaan een periode van 6 jaar en derhalve kan een nieuw plan met verzoek tot subsidie niet eerder dan in 2018 weer worden ingediend. We zullen het er mee moeten doen.
Gelukkig heeft het bestuur in het voorjaar een fraai herinrichtingsplan kunnen afronden in het kader van “Meer Museum – Meer Mensen – Meer Linnen”. Met moderne educatieve middelen wordt nu informatie gegeven over de bewoners, het huis, over het vlas, het verwerken ervan en het verhandelen van linnen. En met fraaie authentieke weefgetouwen wordt door vrijwilligers het weven van linnen met de hand nog gedemonstreerd. Het huis heeft daardoor weer een fraaie en eigentijdse museale uitstraling gekregen in Oud Borne. Hierover heeft u in een eerdere uitgave van Boorn & Boerschop al kunnen lezen.
Onderkennen van goed en deskundig onderhoud is belangrijk, we dienen met zorg met ons cultureel erfgoed om te gaan.
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 2012-03)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)