Boorn & Boerschop 2011-03: Vleesch op vrijdag

Auteur: Theo L.M.M. van der Sman

Dat Theo van der Sman een aardig verhaal weet te schrijven heeft u kunnen ervaren met zijn artikel “Aan de vergetelheid ontrukt” in Boorn & Boerschop 2009-1. Reden waarom wij hem toen vroegen nog eens een verhaal voor ons te schrijven. De toezegging van toen lost hij nu in met het onderstaand verhaal: een verhaal dat een terugblik geeft op een gebeuren binnen de familie van de pastoor.

Mijn grootouders op de overloop

Als je, zoals ik woont, in een monumentale pastorie uit 1888, dan realiseer je je dat de stenen van dat antieke pand veel zouden kunnen vertellen. Nog veel vaker denk ik dit van de vergeelde foto’s van mijn eerbiedwaardige voorouders. Zij zijn gevat in zwarte lijsten en sieren mijn overloop. Vanuit indrukwekkende houten raamwerken staren ze al vanaf mijn jeugdjaren met grote en strenge donkere ogen naar hun kleinkind Theo. Daar hangen ook mijn overgrootouders van mijn vaders kant, Gerardus Kerklaan (geboren op 29 augustus 1836) en zijn vrouw Catharina Kamps, beiden afkomstig uit het dorpje Kethel (nabij Delft). Catharina was in de familie beter bekend onder de naam ‘Ka’. In mijn familie komt helderziendheid als gave voor, de ouders van Ka hadden die eigenschap blijkbaar eveneens, want een betere naam hadden ze voor hun dochter niet kunnen bedenken, ze was een echte ‘Ka’. Heel anders was het met haar Gerard gesteld, hij leefde jaren in de schaduw van zijn bijdehante vrouwtje. Hij had een lief en zorgzaam karakter en zou geen vlieg kwaad hebben gedaan. Des te verwonderlijker vond mijn familie het dat dezelfde man zich als burger liet inlijven in het leger van de Paus, het regiment Zuavi Pontifici.

Zuavi Pontifici

De soldaten van dit leger werden door de Nederlandse regering gezien als leden van een vreemde krijgsdienst. Italië bestond in die tijd uit verschillende kleinere landen. Hun regeringen hadden geen hoog aanzien, met alle corruptie in het Italië van toen. Velen hebben in het Italië van vandaag blijkbaar nauwelijks iets van de geschiedenis geleerd. Er ontstond bij een aantal regeringsleiders het streven om één republiek in het leven te roepen. Victor Emanuel II van Sardinië, wilde koning van heel Italië worden. Er ontstond een revolutionair leger en de koning had zijn veldheer Giuseppe Garibaldi aangesteld zijn leger te leiden. Men eiste van Paus Pius IX dat hij terug zou treden van het gebied waar hij in feite koning over was. Deze gaf hierop een historisch antwoord: ‘Wij kunnen geen afstand nemen van onze gebieden, het gebied is niet van ons maar van alle katholieken!’ Met deze woorden lagen de kaarten geschud om in 1860 de Paus een noodkreet te laten slaken over de gehele katholieke wereld. Er werd een pauselijk leger opgericht dat de naam Zouaven kreeg. Vanuit de gehele wereld werden jongemannen door hun thuisbasis, (veelal een plaatselijke parochie), via het verzamelpunt Oudenbosch, met de trein naar Brussel, vervolgens naar Marseille om vervolgens per boot naar het pauselijk gebied te gaan: de haven van de nabij Rome gelegen stad Civitavecchia, om ten slotte naar Rome af te marcheren. In totaal waren er elf duizend ongehuwde jonge mannen die aan de noodkreet van de Paus gehoor gaven(1).

Afb. 01: Theo van der Zwan op de overloop in de pastorie bij een portret van zijn overgrootouders

De slag bij Mentana werd gewonnen

Er zijn verschillende veldslagen geweest, waarvan de bekendste slag die van Mentana was, waar het leger van de opstandelingen, (dat aldaar onder leiding van Garibaldi stond), op 3 november 1867 door het Zouaven-leger in de pan c.q. aan mootjes werd gehakt. Ik koester het Mentana Kruis van Verdienste nog in een vitrine, dat mijn overgrootvader tot zijn laatste snik zo eerbiedwaardig droeg. Maar of hij iemand kwaad heeft gedaan werd sterk in de familie betwijfeld.

Wel zijn de verhalen bekend gebleven over zijn activiteiten als grafdelver. Talrijk waren de doden ten gevolge van besmettelijke ziekten die er in die jaren waren. Hij schreef naar huis over de spooksteden en -dorpen waar nauwelijks nog een levende ziel te vinden was, bijna allemaal gestorven door de cholera epidemieën die Italië precies in die tijd teisterden. Hij heeft honderden slachtoffers een waardige begrafenis gegeven.

Het vechten liet hij gaarne aan anderen over. Met veel respect sprak hij over Pieter Jong uit Lutjebroek. Toen zijn munitie op was vocht deze tot zijn laatste snik door, hij doodde nog veertien Garibaldi soldaten met de kolf van zijn geweer. Katholiek Nederland vierde zijn held met het geven van straatnamen, een monument en de naam van een voetbalclub ‘De Zouaven’; ja dat waren nog eens andere tijden! Op 5 augustus 1870 werden de Zouaven-legers ontbonden en keerde iedereen huiswaarts. De Paus trok zich terug op een kleiner gebied toen Rome eenmaal was gevallen. Met het verdrag van Lateranen ontstond in 1929 Vaticaanstad. Van dit kleinste land ter wereld met zijn 44 hectaren, fungeert de Paus van Rome als hoofd.

En dan weer naar huis

Toen kwam mijn overgrootvader weer thuis, trouwde en pakte zijn werk als klokkenmaker weer op. Hij had relikwieën meegenomen, ansichtkaarten kende men daar niet. Kleine verzilverde doosjes met een glaasje aan de voorzijde, een zegel aan de achterzijde en een indrukwekkende oorkonde van echtheid vervulde de familie met intense blijdschap. De kleine restjes van heilige martelaren uit de donkere catacomben kwamen in de familie terecht. Relieken van hen waar mijn familie in ieder geval nimmer van had gehoord, maar trots was men wel, men had immers iets in handen wat anderen niet bezaten.

De familie had nu een held binnen haar geledingen gekregen, en ook al zweeg hij in die tijd over zijn ervaringen, de familie vond toen dat hij vast en zeker heldhaftig was geweest. Het was volgens hen de bescheidenheid van zijn karakter dat maakte dat hij zweeg. Gerard Kerklaan vertelde dat hij de Paus gezien had, die de troepen voor het naar huis gaan zegende, maar dat werd door de familie niet als waarheid aanvaard. Dat een Paus zich zomaar zou tonen aan gewone soldaten, werd naar het land der fabelen verwezen. Ook dat hij een officiële vrijstelling had gekregen om voortaan ‘vleesch op vrijdag’ te mogen eten, stuitte op ongeloof en weerstand. Het kaartje met aan één kant in het Nederlands en aan de andere zijde de vertaling in het Italiaans over eventuele gedane zonden, zodat de penitent bij een biechtvader, (die het Nederlands niet machtig was), met een enkele aanwijzing aan biechtverplichtingen kon voldoen, verdween in de lade. Wat hij in die jaren had aangeduid als ondeugden, ja wie weet zelfs onkuisheid, is zelfs voor zijn vrouw Ka een geheim gebleven. Al viel het uniform bijna uit elkaar, hij had het gelukkig nog en bij elke kerkelijke plechtigheid moest hij meelopen. Ook al begreep hij er op het laatst in zijn verwardheid niks meer van, hij bleef met eerbied en wierook omgeven.

Het meest aangename dat mijn familie trof is dat de oud-strijder van de Paus een akte had meegekregen, waarin zijn nageslacht tot in het derde geslacht kwijtschelding van alle straffen voor begane zonden zou verkrijgen. Ik ben de laatste die daarvan nog wat profiteren mag. En dat is toch (alvast) mooi meegenomen, daar laat ik ook het ‘vleesch op vrijdag’ graag voor staan.

Noot

  1. Er waren ook enkele uit Borne afkomstige jonge (ongehuwde) mannen die in het leger van de Paus dienden.

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar Inhoudsopgave 2011-03)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)