Boorn & Boerschop 2010-01: Oude gevelstenen krijgen soms een onverwachte bestemming

Auteur: Robert Platenkamp

J.C. Heise bouwde in 1904 op de hoek van de Stationsstraat en Cuba een woonhuis met winkel waarin hij zijn elektrische drukkerij vestigde. Tijdens de bouw liet hij in de zuidwestelijke zijgevel, aan de kant van Cuba, een grote vierkante steen metselen met daarop het gebeeldhouwde hoofd van een man. Volgens overlevering zou het hier om niemand minder dan Paul Krüger gaan, de voormalige staatspresident van de Zuid-Afrikaanse republiek, maar volgens mij is dat niet het geval.

De gevelsteen is bewaard gebleven – daarover straks meer – en een paar dingen vallen op. De hardstenen portretkop is weliswaar voorzien van een baard en een forse, brede neus, maar de grote ronde ogen komen niet overeen met die van Krüger. Bovendien is het hoofd bedekt met een pet, een hoofddeksel dat eerder lijkt te passen bij een eenvoudige burger dan bij een staatspresident. De kop geeft veeleer uitdrukking aan het imago van de boerenstrijder. Er deden allerlei verhalen de ronde over de fysiologische kwaliteiten van de Boeren, bijvoorbeeld met betrekking tot hun scherpe waarnemingsvermogen. Dit komt in de portretkop heel goed tot uitdrukking door de priemende ogen. Voor mij staat het daarom wel vast dat het beeld een eerbewijs was aan de Afrikaners en een herinnering in steen aan “die ouw Transvaal”. De kop doet eerlijk gezegd denken aan de Romeinse god van de oorlog, Mars, maar dan in de gedaante van een Afrikaner strijder. De vormgeving van het portret lijkt klassiek geïnspireerd, wat overeenkomt met de geest van die tijd. De maker van het beeld is niet bekend, evenmin de plaats waar het is vervaardigd.

De achtergrond van de voorstelling valt gemakkelijk te verklaren. Heise was hoofd geweest van de Staatsdrukkerij van de Zuid Afrikaanse Republiek. Tijdens de Tweede Boerenoorlog (1899 – 1902) reisde president Krüger veel per trein door het land. In een van de spoorwagons was een kleine drukpers gemonteerd. De mobiele drukkerij was uitgerust met het doel om orders, oproepen en dergelijke te drukken ten dienste van het boerencommando. In juni 1900 werden de regering, de ambtenaren en allerlei hulpdiensten uit de hoofdstad Pretoria per trein geëvacueerd. Het voorlopige regeringscentrum werd in Machadodorp gevestigd. Ook de Staatsdrukkerij te velde ging mee. Meer dan drie maanden was Krüger de buurman van Heise.

Afb. 01: Het woonhuis annex drukkerij van J.C. Heise op de hoek van de Stationsstraat en Cuba. De gevelsteen boven een mededelingenbord is duidelijk in de zijgevel aangebracht

Op een gegeven moment werd Heise door de Britten gevangen genomen en naar Nederland uitgewezen. Een vluchtelingencomité, waarvan Albert Spanjaard lid was, ontfermde zich over hem. Spanjaard haalde Heise over om zich in Borne te vestigen. Heise werd in 1902 drukker van de Bornsche Courant. Zijn diepe verbondenheid met de Boeren-guerrillastrijders bracht hij tot uitdrukking in de gevelsteen. Heise stond in zijn heldenverering niet alleen. Aan het begin van de vorige eeuw bestond er grote steun voor de Boeren, niet alleen in Nederland, maar ook in veel andere Europese landen. Uit die periode stammen ook de namen van straten als Bothastraat, Paul Krügerstraat, Cronjéstraat en Reitzstraat. De Afrikanerbuurt in Hengelo is daarvan een goed voorbeeld. Het beeldhouwwerk aan de Stationsstraat was een expressie van moed, vastberadenheid en strijdlust, deugden waarvoor de Afrikaners destijds in heel Europa werden gewaardeerd.

Met ingang van 1 september 1920 droeg Heise de drukkerij over aan de firma J. Over en Zoon. In de periode waarin de onderneming door vader en zoon werd gedreven bleven grote veranderingen aan het pand achterwege.
Tot ver in de jaren zestig keek de onverzettelijke Afrikaner uit over de Stationsstraat maar met het verstrijken van de jaren wisten nog maar weinigen van de gebeurtenissen waarvan hij getuigde. Slechts een enkeling had nog een herinnering aan de strijd om de Transvaal. De Boerenoorlog was definitief in de vergetelheid geraakt.
In 1962 kocht Adriaan van Loon de drukkerij met winkel en naastgelegen woning. Als gevolg van heiwerkzaamheden bij de nieuwbouw van woninginrichter De Boer in 1969 ontstonden scheuren in de oude muren. Een ingrijpende verbouwing bleek noodzakelijk. De hele bovenverdieping werd gesloopt. De zware gevelsteen bleef weliswaar gespaard voor de slopershamer, maar belandde desalniettemin bij allerlei afvalmateriaal op het trottoir. Daar trof Tom Ekelmans, de schoonzoon van buurman Rensink, de portretkop aan.

Afb. 02: De kop van de Afrikaner zoals die oorspronkelijk in de zijgevel van de drukkerij was opgenomen
Afb. 03: De kop zoals deze vandaag-de-dag als waterspuwer functioneert

Hij raakte er door geboeid en door tussenkomst van zijn schoonvader Rensink vroeg hij Van Loon de gevelsteen aan hem af te staan. Als min of meer overtollig los goed was het ornament inmiddels in de tuin van de familie Van Loon neergezet, maar daar stond hij bij het maaien van het gazon behoorlijk in de weg. Adriaan van Loon vond het daarom goed dat Tom en zijn vrouw Lidy de steen meenamen. De kolos werd met vereende krachten op een aanhanger geladen en zo verdween het beeldhouwwerk in 1969 uit Borne. De martiale Afrikaner kreeg een plek in de lommerrijke tuin van Tom en Lidy Ekelmans aan de Lochemseweg in Epse, even buiten de bebouwde kom van het dorp. Aanvankelijk stond hij vrijstaand op een verhoging, maar bij verbouw van de witte villa in 1974 kreeg de sculptuur een andere plek. Het doorleefde hoofd werd toen in een muurtje gemetseld boven een vijver, direct aan het terras.

Afb. 04: Nu, in 2010, bij het kantoor van de Bornse Courant, herinneren slechts enkele geveldelen aan het voormalige woonhuis annex winkel van J.C. Heise. Aan de voorkant een geveldeel met twee ramen en voordeur, aan de zijkant de achtergevel van de drukkerij met drie ramen. Dat is alles wat van het oorspronkelijke huis, winkel en drukkerij is overgebleven

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar Inhoudsopgave 2010-01)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)