Auteur: J.J. Grootenboer
In het voorjaar 2005 kreeg het interieur van de Sint Stephanuskerk aan de Stationsstraat een grote restauratiebeurt. Dat was ook wel nodig, temeer omdat men in het verleden, bij het witten van de kerk, verkeerd materiaal had gebruikt. Overal begon de deklaag los te raken. Bij het verwijderen van de verflagen van 1967 en 1988 werd een andere techniek toegepast. Onder de oude verflaag kwamen op verschillende plekken oude schilderingen te voorschijn. Vage herinneringen aan de vele kleuren uit de periode van rond 1895, toen het interieur van de kerk geheel werd gepolychromeerd: druk beschilderde gewelven en voorstellingen in de beide transepten. De man achter die polychromering was de schilder Anton Joseph Waterkamp.
De restauratie
In augustus 1999 kwam een eerste melding, dat boven de uitgangsdeuren twee engelenfiguren waren te zien. Statige engelen, gevangen in een mandorla(1). Beide figuren hadden geen benen meer. Het was wel duidelijk, dat er iets met die deurpartijen was gebeurd. Aanvankelijk bestond de toegang tot de kerk uit een centrale hoofddeur. Aan beide zijden van die hoofddeur waren twee kleinere deuren aangebracht. Vermoedelijk op advies van de plaatselijke brandweer zijn de beide kleine zijdeuren verbreed en vergroot. Zo kon de gemeenschap in geval van nood sneller de kerk verlaten. Als gevolg van die verandering verloren beide engelen dus hun voeten.
Bij de voortgang van de werkzaamheden kwamen steeds meer restanten te voorschijn en bij een juiste zonnestand kon men nog op ooghoogte en langs de zijmuur kijkend, letters zien schemeren over de hele lengte van de muur. Op heel wat plaatsen werden, soms summiere, resten van schilderingen aangetroffen. Totdat men in maart 2005 dus die vrij gave voorstellingen in het zuidelijke transept van de kerk bloot legde. Oudere parochianen herinnerden zich die Bijbelse taferelen nog. Beelden, die men, komend vanuit het koor moet bekijken: Eerst een tekst uit het Evangelie van Lucas (hoofdstuk 1 : 18) “De engel trad bij haar binnen en sprak: Wees gegroet gij vol van genade. De Heer is met u, gezegend zijt gij onder de vrouwen”. Dan volgt het beeld: Maria, met gouden aureool met aan haar voeten een vaas met een lelie. Achter haar de engel Gabriël met een gouden staf in de hand. Tussen hen in zweeft een duif in een gouden aureool. Van de duif uit is een gouden lijn naar Maria getrokken. Ze werd als het ware “bevrucht” door de Heilige Geest.
Bij de ontdekking kwamen tussen de beide voorstellingen twee lege vormen vrij, omlijst met twee gotische vensters. Tussen beide bogen een monogram: een A en een O door elkaar heen. Het is het teken van de Alfa en de Omega, de eerste en de laatste: een beeld dat wijst op de figuur van Christus. Beide vlakken laten duidelijk zien, dat op deze plaats al eerder muurschilderingen te zien waren. Op de vlakken waren eens evangelisten aangebracht. De volgende afbeelding toont de geboorte van het kind Jezus. Maria, voorover gebogen naar een kind in een voederbak met achter haar Jozef. Herders buigen eerbiedig voor de geborene. Een os en een ezel begeleiden de groep. De reeks wordt afgesloten met een tekst uit Johannes: (1: 11,12) “Hij kwam in zijn eigen bezit en de zijnen ontvingen Hem, maar niet aan allen, die Hem ontvingen heeft Hij de macht gegeven Gods kinderen te worden”. Onder deze voorstelling staat de naam van de maker, de schilder-decorateur A.J. Waterkamp – 1912.
Anton Joseph Waterkamp
Anton Joseph Waterkamp werd in Havixbeck(2) op 29 mei 1862 geboren en in de fraaie, gotische Dionysiuskerk, gedoopt. Hij groeide op in een goed rooms gezin in een goed rooms stadje. Vader Franz Heinrich en moeder Anna Elisabeth Joostmaijer waren eenvoudige lieden. Vader Franz verdiende zijn kost als metselaar. De kinderen gingen in Havixbeck naar de school en de kerk. Op school verbleef men hier tot zijn veertiende jaar. Alleen de kinderen van de beter gesitueerden kregen de mogelijkheid verder te studeren. Misschien zou er werk te vinden zijn geweest in de beroemde zandsteengroeven en er wàs voor de eventuele getalenteerden de mogelijkheid om beeldhouwer te worden. Blijkbaar wilde Anton J. niet bij zijn vader in de zaak en hij vertrok op jonge leeftijd naar Munster om aan de Beroeps- en Vakschool in die stad een vak te leren. De school was er al lang maar bij zijn komst net “omgebouwd” tot en een School voor Kunst- en Handwerk. Hier heeft hij zijn basisopleiding gehad. In het Adressenboek 1888 van Munster: op de Buddenstraat 29 vind men Anton Waterkamp – schilder – terug.
Blijkbaar kon onze decoratieschilder in zijn land Pruisen niet aan de bak komen. Zoals velen van zijn leeftijdgenoten zocht ook hij zijn heil bij de westerburen, in Nederland. Hij vertrok naar Noord Nederland en vond een plek in Stadskanaal.
Nu is dat niet zo vreemd. In de tweede helft van de negentiende eeuw werd er in Nederland druk aan kerken gebouwd. Het waren vooral rooms katholieke kerken. Vele parochies achtten zich genoodzaakt nieuwe kerken te bouwen ter vervanging van de vaak kleine en bouwvallige bedehuizen van vóór 1800 of uit de tijd van de “Waterstaatskerken”. Bij deze golf van nieuwbouw greep men vooral terug op de gotiek. De ontwerpen waren vaak ontworpen in een totaalconcept. Een architect ontwierp niet alleen het gebouw, maar zorgde ook voor de beelden, de altaren e.d. en zelfs de banken. Dat deed ook Nicolaas Molenaar, de ontwerper van de nieuwe Stephanuskerk. Het zal duidelijk zijn, dat men behoefte had aan vaklieden die hun vak verstonden. Zo was er ook werk genoeg voor Waterkamp.
In Groningen probeert hij werk te vinden. Of hij er direct werk gevonden heeft is niet bekend, maar hij vindt er wel een vrouw. Op de 26ste juni 1890 trouwt hij met de koopmansdochter Geertruida Catharina Maria Elisabeth Bloms uit Terapelkanaal. Een reeks getuigen stond om hen heen, waaronder de jodenmeester Naphtalie Polack. De eerste drie kinderen worden in de provincie Groningen geboren.
In 1894 vertrekt het gezin uit de gemeente Onstwedde en vestigen zij zich in Zwolle. Op 12 juni laten ze zich in deze stad inschrijven en vinden een woning, als het ware tegen de oude Onze Lieve Vrouwenkerk aan, op de hoek van de Drostensteeg. Hij vestigt zich daar als schilder en winkelier in religieuze artikelen. Toch was hij niet helemaal vreemd in de provincie Overijssel en zeker niet in Twente. Hij had nauwelijks zijn opleiding afgerond en zich als decoratieschilder gemeld of hij had al een soort proefopdracht in Losser.
In 1810, dus tijdens de Franse overheersing, werd de oude Martinikerk in het centrum van Losser aan rooms-katholieken toegewezen. De protestanten kregen geld om een eigen kerk te bouwen. De oude Martini was direct al te klein en na enkele uitbreidingen werd de middeleeuwse kerk in 1905-1906 gesloopt. In 1887, toen hij dus nog in Munster woonde, heeft Waterkamp de kerk volledig beschilderd. Uitbundige versieringen vol florale motieven, reeksen heiligen langs de wanden, accenten bij de ingangen: het kon niet op. Bij de verbouw van de pastorie (en later klooster) kwamen er nog twee schoorsteenstukken te voorschijn, voorstellende de heiligen Franciscus en Henricus. Die zouden zelfs uit 1883 stammen en waren waarschijnlijk bedoeld als een soort “proefstukken” voor de latere werken in de kerk. Het vele werk van de man is met de sloop van de kerk verloren gegaan. De beide “proefstukken” zijn eveneens vernietigd. Later vond men nog de vier panelen voor de kansel van de verdwenen Martinikerk, die eveneens door Waterkamp waren vervaardigd.
In 1893 (hij woont dan net een jaar in Zwolle) komt zijn grote opdracht in Borne. In de jaren 1893 tot 1895 heeft Waterkamp de hele kerk gepolychromeerd. Hij kreeg er een bedrag van fl. 3.100,00 voor. Wie de oude foto’s beziet merkt, hoe bont de kerk er in het begin uit heeft gezien. De kerk werd tot de nok toe beschilderd met een bonte verzameling van bloemen en planten, met geschilderde veelkleurige en veelvormige “gordijnen” achter de altaren voor Maria en Jozef. Langs de wanden waren teksten aangebracht. Nog kan men op de achterwand van de enig overgebleven biechtstoel de donkere paarskleurige “lambrisering” zien. In 1912 kwamen de eerder beschreven taferelen erbij. Aan de overzijde daarvan, dus op de wand van het noordelijke transept had Waterkamp eveneens twee taferelen aangebracht mèt teksten uit de Bijbel. Vanuit het altaar bekeken is eerst een Bijbeltekst te lezen. Vooralsnog is de tekst van de voorstelling van de drie koningen nog niet achterhaald. De eerste voorstelling stelt de komst van de Wijzen uit het Oosten voor en de andere vertelde ons de Vlucht naar Egypte. Rechts naast deze voorstelling was de tekst uit Mattheüs 2: 14 te lezen, waarin verteld wordt hoe Maria en Jozef in de nacht naar Egypte vertrokken om daar te wachten op de dood van koning Herodes, die het leven van het kind bedreigde.
Ook tussen beide taferelen in waren twee evangelisten te zien. Deze beide voorstellingen zijn in 1912 aangebracht en juist in dat jaar had Anton J. Waterkamp het behoorlijk druk. Hij had namelijk ook een mooie opdracht gekregen voor de Onze Lieve Vrouwe- of Buitenkerk te Kampen. In die kerk mocht hij een doopkapel “inkleuren”. Met een “herinneringsbord” voor alle pastoors en kapelaans sinds 1809. De wand kreeg een donkerblauwe kleur vol met Franse lelies. Elders in de kerk verschenen engelen op de wand. Drie levensgrote afbeeldingen van heiligen: Catharina, Joris en Elisabeth. Al dat werk van Waterkamp is tijdens de beruchte “Beeldenstorm van de zestiger jaren in de vorige eeuw” uit de Buitenkerk van Kampen verdwenen, op de drie heiligen na. Dank zij het krachtige optreden van de toenmalige pastoor zijn deze drie levensgrote voorstellingen nog te bewonderen.
In die belangrijke jaren voor de kunstenaar nam hij dus ook de kerk van Borne onder handen. Het zou te ver voeren om al de kerken te bespreken, waar Anton J. Waterkamp heeft gewerkt. Het meeste is overigens onder de witkwast verdwenen. Zijn werk bijvoorbeeld in Lemmer, in Losser, in Spijk (Gld.), in Steenwijk en in Wijnbergen. Wie nog iets wil zien moet naar Blauwhuis in Friesland en naar de Kamper Buitenkerk; en naar Borne dus. Misschien leerde het kerkbestuur van Borne de man kennen door mannen, die in de Stephanusparochie hebben gewerkt. Pastoor J.H.B.M. Elskamp was immers eens kapelaan in Blauwhuis en de Bornse kapelaan Ledel werd later pastoor in Wijnbergen!
Het behoud van de schilderingen
De Bornse St. Stephanuskerk is een Rijksmonument. Dat geldt dan ook, volgens de Monumentenwet van 1988, voor alles wat aard- en nagelvast is. Het aanbrengen van wijzigingen valt dus onder de vergunningplicht. De overheid kan echter in een dergelijk geval geen dwingende eisen stellen. Vooral niet als er “wezenlijke belangen van het belijden van de godsdienst of de levensovertuiging in dat monument in het geding is”.
Volgens deze wet kan geen van de partijen, dus het kerkbestuur en/of de gemeentelijke overheid als uitvoerder van de wet, dwingende eisen stellen. Over het behoud van de schilderingen waren alle partijen het wel eens. Het verschil lag in de uitvoering. Er was een sterke neiging tot behoud en conservering van het gehele gevonden beeld. Anderen hadden moeite met delen ervan. Het geheel, in de volle breedte zou te massief overkomen en de mensen in de kerk afleiden van de dienst op het koor van de kerk. Slechts de Bijbelse afbeeldingen zijn waard om opgenomen te worden in de huidige vormgeving van het kerkelijke interieur. De discussie eindigde op een typisch Nederlandse wijze: met een compromis. De teksten worden bedekt met een soort behang, gekleurd in de kleur van de muur. Een volgend kerkbestuur of een volgende pastoor kan dan, indien nodig, op een eenvoudige wijze de toestand van direct na de vondst herstellen.
Hiervoor werd al vermeld, dat er vroeger, tussen de voorstellingen in, de portretten van de vier evangelisten waren aangebracht. Tijdens de vervanging van het neogotisch interieur in de zestiger jaren zijn ook deze voorstellingen verwijderd. De vier op linnen aangebrachte afbeeldingen zijn nu op een andere manier weer aangebracht. Het kerkbestuur wil zo mogelijk vooral de voorstellingen in het zuider transept restaureren, maar stuit – en dat is zeer begrijpelijk – op de te verwachten hoge kosten. Mochten er parochianen zijn, die een duit in het zakje willen doen …..
Noten
1 Een mandorla is een amandelvormige figuur (ovaal), waarin vaak een heilige wordt afgebeeld. “Mandorla” is het Italiaanse woord voor amandel. De mandorla is ontstaan door twee cirkelsegmenten die een amandelvormige figuur vormen. (info volgens Wikipedia)
2 Havixbeck is een stad in het noorden van de staat Nordrein-Westfalen in Duitsland.
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 2010-01)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)