Boorn & Boerschop 2009-01: Een autotocht voor bejaarde dorpsgenoten

Auteur: Anja Tanke

In de Bornsche Courant van 27 juli 1929 staat een spraakmakend bericht. Een organisatiecomité bestaande uit J.A. Hilbrink, A.L. Rientjes, mevr. J. Spanjaard-Polak, L. Spanjaard en W. Stomps willen voor bejaarde dorpsgenoten een autotocht organiseren. En dat was wat in die tijd, want wie had een auto? Toen was dat voorbehouden aan een kleine groep welgestelden.

Aanmelden

Deelnemers kunnen zich melden bij één van de leden van het organisatiecomité. Het loopt storm met de aanmeldingen. Op 10 augustus staat in de Bornsche Courant dat het comité zich genoodzaakt ziet om criteria vast te leggen wie er wel en wie niet mee kan. Zo zal rekening worden gehouden met de gezondheidstoestand, de leeftijd en de volgorde van aanmelding. Jongere deelnemers moeten wijken voor oudere en gezonde deelnemers voor de zieken. In twijfelgevallen, bijvoorbeeld als de deelnemer lijdt aan een besmettelijke ziekte of diens hygiëne een gevaar voor de anderen op kan leveren, zal in overleg met de wijkverpleegsters beslist worden of de betreffende persoon wel mee kan. Alle Bornse autobezitters doen mee en omdat er meer aanmeldingen dan zitplaatsen in de beschikbare auto’s zijn, wordt er een beroep gedaan op Hengelose autobezitters.

Afb. 01: Mededeling uit de Bornsche Courant van 27 juli 1929

De route

Het organisatiecomité heeft tezamen met de deelnemers de route bepaald. Een aantal van hen wilde graag de grote Twentse plaatsen nog eens zien. Nu kunnen we ons dat niet meer voorstellen, met de auto of met het openbaar vervoer reis je overal gemakkelijk heen. De deelnemers aan deze tocht zijn over het algemeen arm. De AOW bestond nog niet en velen werden onderhouden door hun kinderen. De mensen hadden geen geld en kwamen niet meer buiten het dorp. Daarom zal de tocht gaan naar Hengelo, Enschede, Oldenzaal en de Lutte. Daar zal worden gestopt voor een versnapering. Via Weerselo komt men weer in Borne terug.

Afb. 02: De auto’s staan opgesteld voor vertrek op de Bleek

Het vertrek

Op 17 augustus is het dan zover, het dorp loopt uit. Vijfentwintig auto’s en zelfs een autobus vormen een lange stoet die staat opgesteld aan de Bleek. Er gaan 86 personen mee. De Bornsche Courant krant van 24 augustus schrijft er het volgende over. Zelden zal het Bornsche publiek zooveel auto’s van Bornsche ingezetenen bij elkaar hebben gezien als zaterdagmiddag op de Bleek. Behaaglijk zaten drie of vier oudjes in de kussens der luxe auto’s te wachten op de dingen die komen zouden. Daar kwam een kist vol gebak van de coöp. Borne, de heer
H. Doeschot voorzag de vrouwelijke deelnemers van een flacon eau de cologne, van welke de reuk ons uit iederen auto tegenwoei, vermengd met de geurige aroom van sigaren, verpakt in nette zakjes door de firma Frost met kwistige hand rondgedeeld. Zoo zag men dan bij het begin al blijde gezichten.
Het wordt nog even spannend als er brand uitbreekt in één van de auto’s. Maar gelukkig wordt de brand snel geblust en de auto gerepareerd.

De tocht door Twente

Rond half drie vertrok de stoet onder luid geroep van hoera’s en toegezwaaid door de achterblijvers. Het verslag van de tocht staat in de Bornsche Courant van 24 augustus. Hengelo was vlug bereikt, de uitstekende betonweg naar Enschede deed genieten in de auto’s. Een prachtrit door de nieuwe wijken met ruime straten en fraaie plantsoenen volgde nu. Zoowel de villa’s als de keurig uitziende arbeiderswoningen op Pathmos trokken de aandacht. Met een matig vaartje, er werd zelden harder gereden dan 30 km per uur, zoodat alles goed bekeken kon worden, ging het nu de straatweg op naar Oldenzaal. Dankzij de bekwame voorrijder en de uitstekende verkeersregeling werd het verband van onze autocolonne nergens verbroken en konden de inzittenden ongestoord genieten van alles wat er te zien was. Via Oldenzaal komt het gezelschap in de Lutte bij hotel ’t Zwaantje. Daar wordt men in de tuin onthaald op een kopje thee met een gebakje. De loco-secretaris van de gemeente houdt een toespraak waarin hij de initiatiefnemers, de eigenaren van de auto’s en de Bornse winkeliers bedankt voor hun inzet. Inmiddels zijn de auto’s, voorzover nodig, gecontroleerd en twee lekke banden worden verwisseld. De rit gaat weer naar Oldenzaal en vervolgens naar Weerselo. De krant beschrijft het laatste deel van de tocht. Toen kwam al spoedig de grintweg met een echt landelijke omgeving. Roggevelden, aardappelakkers, weiden wisselden elkaar af. De auto’s bewaarden nu ook een grootere tusschenruimte omdat deze weg nu niet bepaald stofvrij was. Veel te snel naar de zin van de deelnemers was men terug in Borne. Iedereen werd thuisgebracht en kon terugkijken op een prachtige middag. De krant eindigt met: dat de oudjes genoten hebben laat zich begrijpen, de blijde en dankbare gezichten spraken boekdelen.

Nieuwe tocht in 1930

De eerste autotocht was een groot succes. In 1930 was er ook één, daaraan deden 90 mensen mee. Men vertrok in de regen en door het slechte weer slipte er een auto en ontstond er een botsing. Na de Tweede Wereldoorlog zijn ook nog dergelijke tochten georganiseerd.

Verantwoording

Bornsche Couranten van 27 juli 1929, 10 augustus 1929 en 24 augustus 1929
Foto’s uit de collectie van het gemeentearchief Borne

Afb. 03: Een korte stop in de Lutte bij hotel ’t Zwaantje

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar Inhoudsopgave 2009-01)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)