Auteur: Jan Deckwitz
Twee bijzondere boeken zijn deze keer aan de orde. Bijzonder, omdat het twee zeer goed leesbare biografieën betreft over bijzondere mensen, te weten Rento Wolter Hendrik Hofstede Crull en Jan Hendrik van Heek. Hofstede Crull was de grondlegger van de eerste elektriciteitscentrale in Borne en van de onderneming HEEMAF te Hengelo. Van Heek was, naast een succesvolle textielondernemer in Enschede, ook een gepassioneerd tekenaar en dagboekschrijver waarmee veel details uit zijn leven zijn vastgelegd en bewaard gebleven.
Een bijzonder energiek ondernemer
ISBN 90 5730 640 9
Aantal blz. 145
Auteur : Jaap Tuik
Uitgever : Walburg Pers
Prijs : € 19,50
Op 16 januari jl. is in het Historisch Centum Overijssel (HCO) een tentoonstelling geopend, gewijd aan de activiteiten en leven van Rento Wolter Hendrik Hofstede Crull. Gelijk hiermee is ook het boek “Een bijzonder energiek ondernemer” gepresenteerd. Jaap Tuik, de schrijver van dit boek, is er in geslaagd om op een boeiende wijze het leven en werk van Hofstede Crull vast te leggen. Het verhaal wordt aangevuld met zeer veel beeldmateriaal waarmee personen, relaties en werkomgeving van Hofstede Crull verduidelijkt worden.
Hofstede Crull kwam als werknemer bij de machinefabriek Ledeboer aan de Oude Almeloseweg te Borne in dienst. Dat hij in Borne bleef hangen had te maken met het feit dat hij hier zijn geliefde, naderhand zijn vrouw, Aleida Dikkers leerde kennen. Samen kregen zij drie dochters.
Het boek begint over de samenwerking van Hofstede Crull met Willem Willink en Floris Hazemeyer bij de TCS (Twents Centraal Station), de elektriciteitscentrale aan de Bornsestraat in Hengelo. Ook andere door hen in Nederland gebouwde centrales komen hierbij aan de orde. In het volgende hoofdstuk wordt zijn geboorte in Meppel, zijn jeugdleven en zijn opleiding aan de orde gesteld. Bijzonder is wel dat zijn schoolresultaten allerbedroevends waren. Geen enkel schooldiploma heeft hij ooit verworven. Hij was een pragmatisch mens met een paar gouden handen en een goed zakelijk inzicht.
Vervolgens komen de sportieve activiteiten en hobby’s aan de orde. Hij was een begenadigd wielrenner, let wel op de fiets met het hoge voorwiel en het kleine achterwiel. Hofstede Crull had een zwak voor auto’s. Hij ging hierin zover dat hij “de Spijker” in licentie bouwde in Hengelo. Hij aarzelde niet de wagens aan te passen en de techniek hiervan te verbeteren. Door zelf toertochten te rijden kwam hij achter de zwakke punten van zijn wagens en hij voerde onderweg uitgebreide reparaties uit.
In de volgende hoofdstukken wordt systematisch de ontwikkeling van elektrotechnische toepassingen toegelicht. Op basis van de ontdekkingen wordt een goed beeld gegeven van de problemen waar men toentertijd tegenaan liep en welke oplossingen men vond.
Natuurlijk komen ook de zaken in Borne aan de orde. De opkomst en ondergang van zijn bedrijf alhier worden uitgebreid beschreven. Ook zijn plannen voor de aanleg van een elektriciteitsnet in Twente worden toegelicht.
In Brabant ging het mis. De oprichting van de PNEM (Provinciaal Noord-Brabants Elektriciteits-Maatschappij) was in 1914 een feit. Een slechter moment had men niet kunnen kiezen, de Eerste Wereldoorlog was een maand later, in juli, een feit. Hierdoor stagneerde de bouw van een centrale in Geertruidenberg. De ambtelijke instanties op gemeentelijk- en provinciaal niveau stelden hun eisen waardoor financiële gevolgen niet uitbleven. Hofstede Crull aarzelde om op basis van de afspraken verder te bouwen. De onderneming was zeer risicovol die uiteindelijk met een sisser afliep.
Uitgebreid wordt hierna ingegaan op de ontwikkelingen van de HEEMAF in Hengelo en hoe hij dit bedrijf uiteindelijk moest achterlaten. Kortom, het boek leest als een roman waarbij je na het doorlezen nog veel plezier beleeft bij het bekijken van de vele foto’s.
Kunst, katoen en kastelen
ISBN : 978 90 400 8555 0
Aantal blz. 608
Auteur : Wim H. Nijhof
Uitgever: Waanders Uitgevers
Prijs : € 29,95
De Enschedese textielfabrikant Jan Herman van Heek (1873-1957) had één vurige passie: de laatmiddeleeuwse kunst. Als verzamelaar van vooral handschriften en schilderijen genoot hij een internationale reputatie. Zijn collectie is te zien in Huis Bergh in ’s Heerenberg, het kasteel dat hij in 1912 als een ruïne kocht en in de loop der jaren zorgvuldig restaureerde.
Geboren in Enschede op 20 oktober 1873 als vijfde zoon van Gerrit Jan van Heek, firmant van Van Heek & Co., een vooraanstaand fabrikant in de stad. Jan’s moeder was Christine Meier, de tweede echtgenote van Gerrit Jan, die zijn eerste vrouw Julia Blijdenstein al vroeg had moeten verliezen.
Jan Herman van Heek was behalve kasteelheer van Huis Bergh een spraakmakende Twentse textielfabrikant in de eerste helft van de twintigste eeuw. Het waren roerige jaren vol heftige sociale strijd in Oost-Nederland, waarin de opkomst van het socialisme en het groeiende arbeidersverzet centraal stonden en massale stakingen het trieste dieptepunt vormden. Met zijn landelijke netwerken in politiek en bedrijfsleven was Jan van Heek een invloedrijke ondernemer. In het interbellum, toen de economische crisis ook textielbedrijven zware klappen toediende, behartigde hij de belangen van de katoenindustrie.
Van 1930 tot 1956 leidde hij het, met kapitaal van de familie Van Heek gestichte Rijksmuseum Twenthe in Enschede. Zijn museale beleid was uiteraard gericht op de religieuze kunst van de late middeleeuwen.
Als kasteelheer van Huis Bergh boeiden hem middeleeuwse walburchten. Hij restaureerde zijn eigen kasteel en ook de Doornenburg en kasteel Hernen. Zijn mecenaat was daarnaast gericht op het behoud van middeleeuwse kerken in Nederland, Duitsland en Engeland.
Bestuurlijk was hij actief in landelijke en provinciale organisaties voor monumentenbehoud en natuurbescherming. De Universiteit van Amsterdam beloonde zijn verdiensten voor kunst, cultuur en natuur in 1952 met een eredoctoraat in letteren en filosofie.
De historicus Dr. Wim H. Nijhof schreef een biografie over hem, onder de titel Kunst, katoen en kastelen. Voor het schrijven van de biografie van J.H. van Heek kreeg de auteur als eerste en enige toegang tot diens persoonlijke archief, waarin talloze brieven, notities, dagboeken en schetsboeken verhalen van een boeiend leven.
Het is de verdienste van Nijhof het boek zodanig te presenteren dat het niet alleen een zeer goed leesbaar document is, maar ook geschikt is als naslagwerk over een periode uit de recente geschiedenis waarbij de tekeningen en foto’s een grote toegevoegde waarde hebben. Naast het geschreven verhaal, worden met korte intermezzo’s specifieke details nader uitgewerkt. Het boek blijft boeiend tot de laatste bladzijde.
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 2009-01)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)