Boorn & Boerschop 2009-01: Aan de vergetelheid ontrukt

Auteur: Th.L.M.M. van der Sman – pastoor te Borne

In de hal van het Dijkhuis zag ik een vergroting van een oude foto, een plaatje van de pastorie aan de Stationsstraat, waar ik nu zelf al anderhalf jaar woon. Elke zaterdagochtend drink ik ter hoogte van deze foto gezellig koffie met alle vrijwilligers, die kort daarvoor bij de dienst in de kapel betrokken zijn geweest. Dat kun je soms hebben, dat je oog plotseling iets ziet wat je eerder nog niet was opgevallen.

Zo zag ik op het dak van de pastorie een klokkentorentje, iets kleiner dan het torentje op het dak van de Stephanuskerk.

Afb. 01: Foto uit de hal van het Dijkhuis. Het klokkentorentje op het dak van de pastorie is nauwelijks te zien. De pijl geeft de plek aan

In huis meen ik de plaats ontdekt te hebben waar vroeger het touw liep om het klokje op het dak te laten kleppen, het einde van het klokkentouw zal wel ergens in de hal geweest zijn. Naar het bronzen klokje heb ik in huis vaak gezocht, lag het in de (wijn)kelder misschien, verstopt achter de lege flessen, of in een van de vele ruimten die langzaamaan elke maand iets meer hun geheimen aan mij prijs moeten geven?

Spannender vind ik de vraag waar het klokje voor diende, waarom had men bij de bouw in 1888 de moeite genomen om het klokje in het gehele ontwerp mee te nemen. Er hing immers in die tijd al genoeg klokkenbrons in de toren om geheel Borne en omgeving uit de slaap te houden. In tijd van nood volstaat voor mij, naast het bellen van 112, ook het omhalen van een drietal schakelaars in de sacristie om Borne te laten horen dat er iets loos is.

Maar, terug naar ons thema: of zou het klokje gediend hebben om de eerwaarde heren te waarschuwen dat de soep ‘precies goed’ was en door Martha of Dien opgediend diende te worden? Was het om hen verwijlend in hun breviergebed in de toen zo grote hof te herinneren dat er ook wereldse zaken speelden?

Er is ook dat drukbelletje vlakbij de lamp, waarvan de draad ergens in het plafond verdwijnt. De komst van het elektrisch zal voor de dames van de huishouding, het eerste of het tweede meisje een aanmoediging geweest zijn om koffie te serveren met een lange vinger. Misschien was dit een signaal om de doos sigaren en een flesje met een versterkend middel te brengen, als de heren kerkmeesters zich over het wel en wee van de kas en iets meer bogen.

Ach, als die oude stenen toch eens konden spreken. Van de 50-plussers hoor ik hoe de pastoor plaats kon nemen bij de schuifdeur van de serre, hoe de kinderen daar na hun plechtig aannemen een oorkonde kregen uit handen van de pastoor zelf, dat was wat in die tijd. Eerst natuurlijk de foto op het bruggetje in de tuin, daarna langs de zeereerwaarde heer zelf, die de oorkonde voorzag van zijn eigen handtekening.

De spreekkamer is vooraan rechts van de ingang, waar de bruidsparen na hun huwelijksviering werden verwacht voor een ontbijt, men moest immers nuchter naar de kerk tot midden jaren ’60. ‘Ach, doe iets onder het schoteltje, dan heeft Martha vandaag ook een goede dag!’, was steevast de opmerking van één van mijn voorgangers in de Achterhoek, het zal in Borne niet anders zijn gegaan. Diezelfde voorganger overigens die er geen geheim van maakte dat hij hield van een goede sigaar, een stevig glas wijn en iets stevigs in de pan. Het feit dat een van zijn bestuursleden tevens slager was, zal hem ook geen windeieren hebben gelegd.

‘Ja, hier was ik al eens!’, hoorde ik iemand zeggen die in mijn serre plaats nam. Ze wees naar een hoek waar ooit een pastoor opgebaard had gestaan, een verhaal dat ik overigens al vaker gehoord heb. Het zal een eerwaarde heer betreffen die in de wintermaanden gestorven is, want in de zomer is het daar immers niet te harden en val je ook om, maar dan van de hitte.

Afb. 02: Detail van de grote foto. Het klokkentorentje op het dak wordt met een pijl aangegeven. Op de achtergrond het dak van de Stephanuskerk.

De kelderdeur is goed verstopt, maar ook die toegangsdeur naar een ander heiligdom van vloeibare spiritualiteit heb ik inmiddels gevonden. Er is nog zoveel in tact in dat oude huis, de kamer van het 2e meisje op zolder, haar lampetkan staat er nog steeds, alsof ze even vanwege een vrije dag naar haar ouders terug is gegaan. Wat ben ik gelukkig te mogen wonen in zo’n oude pastorie, waar nog zoveel intact is.

Maar nu dat klokje nog: in een Achterhoekse parochie hoorde ik dat zo’n klokje op het dak van de pastorie was geplaatst om de parochianen te laten weten dat de bodem van de provisiekast zichtbaar werd. Van oude mensen hoorde ik daar dat het klokje verdacht veel luidde rond het 40 uren gebed, witte donderdag en alles wat maar feestdag was. We komen er misschien nooit achter, feit blijft dat een oude foto getuigenis geeft dat het klokje er ooit was. Misschien vind ik de bel nog een keer terug, want zo af en toe ontdek ik in de pastorie nog een plek die ik nog niet zo goed gezien heb.

Misschien weet iemand na het lezen van dit artikel waar het klokje nu is, ach, zeg het mij maar niet. De huidige bewoner heeft immers een redelijk inkomen en ziet er zichtbaar met zijn postuur niet naar uit dat hij van honger om zal komen.

De huidige pastoor wordt overigens wel eens gezien in een winkel, waar men bij de kassa vraagt: ‘Meneer heeft u ook een bonuskaart?’ Of bij een zaak waar laatst, (buiten zijn schuld) het alarm af ging toen hij met rookworst beladen het pand in het centrum van Borne wilde verlaten. Het is eigentijds en het is ook wel goed zo, maar toch, af en toe loop ik door het huis en verlang ernaar om even te mogen zien, te horen, te beleven hoe men daar vroeger leefde. En hoor ik in gedachten roepen dat de soep opgediend kan worden en deze ‘precies goed is’. Dan klinkt een klokje op het dak dat er alweer iemand voor een biecht in de gang wacht, of bankenpacht wil betalen. Of een stuk vlees, misschien wel in een vetvrij papiertje verpakt en in handen van een zenuwachtig kind dat van de ouders ingepeperd heeft gekregen om te zeggen: ‘Met de complimenten van mijn ouders aan de pastoor’. Ik troost mij met de opmerking van de wijze Godfried Bomans, die ooit sprak: ‘Maar ook deze tijd zal eens goede oude tijd worden’.

Mocht er belangstelling zijn de oude pastorie eens te bewonderen, neem gerust contact met mij op. Menigeen is u reeds voorgegaan, (inclusief met een bezoek aan de wijnkelder).

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar Inhoudsopgave 2009-01)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)