Boorn & Boerschop 2008-03: Rheine en Borne 25 jaar partnersteden

Auteurs: Jaap Grootenboer en Jan Ramaker

Lezers van de Bornse Courant zullen wel hebben ontdekt, dat er enkele festiviteiten zijn georganiseerd die betrekking hebben op de zogenoemde jumelage tussen Borne en Rheine. Men viert dan het feit, dat 25 jaar geleden in de Oude Kerk van Borne een jumelage overeenkomst is ondertekend. Een jumelage comité organiseerde (en organiseert nog) een reeks van activiteiten, die een goede verstandhouding tussen de beide partnergemeenten bevorderen. Daar is niets mis mee. Maar aan die overeenkomst ging negen jaar jeugduitwisseling en bejaardenuitwisseling vooraf.

Jeugduitwisseling

Tijdens de jubileumviering in Rheine op 30 augustus 2008 sprak de burgemeester van Rheine, mevrouw Angelika Kordfelder over een “negenjarige verlovingstijd”. Want de contacten tussen een groot deel van Twente met een groot deel van Munsterland begon al aan het einde van de zestiger jaren en was een initiatief vooral van Duitse zijde. De toenmalige ambtenaar voor jeugdzaken van de stad Rheine, Reinfried Beyer vertelt daarover, dat men in Rheine zich wel degelijk bewust was van het negatieve verleden, i.c. de Tweede Wereldoorlog. Hij, zijn afdeling en zijn collega’s hoopten via de jeugd voorzichtig het vertrouwen te herstellen tussen de bewoners aan beide zijden van de grens. De jeugduitwisseling werd een kernbegrip. Zonder contacten tussen de jeugd onderling verwachtte men geen spoedige verbetering. Met die gedachte in het achterhoofd hield men een bijeenkomst met alle ambtenaren jeugdzaken in de gemeenten aan beide zijden van de grens. Zo werden de eerste contacten gelegd. In een gezamenlijke vergadering werden de gemeenten als het ware onder elkaar “verdeeld”. Borne kreeg als eerste partner de stad Nordhorn en de gemeenteambtenaar Ellenbroek had de eer, die uitwisseling met “onze” partnerstad te organiseren. Na goed overleg met het onderwijs kon Ellenbroek een flinke groep jongeren bijeenbrengen om samen met Duitse jongeren, één week door te brengen: een halve week in een Nordhorns- en een halve week in een Borns gezin.

Rheine komt in beeld

Enkele jaren Nordhorn liepen goed. Alleen Nordhorn kreeg blijkbaar niet voldoende deelnemers bij elkaar. Dat gaat soms zo. In 1973 kwam dan de verandering. Borne kon met veertig deelnemers voor de dag komen. Het merendeel van de deelnemers was leerling van de mavo-school “Stella Maris”. Maar tijdens die bijeenkomst bleek, dat Nordhorn met lege handen stond! Daar tegenover bleek, dat de stad Enschede, waarschijnlijk wat onwillig ten opzichte van hun “georganiseerde” partner, geen deelnemers voor de uitwisseling van dat jaar kon of wilde leveren. De leiding had Enschede aan Rheine toegedacht, maar blijkbaar had Enschede op Munster willen gokken, maar Munster deed helemaal niet mee met de Euregionale activiteiten.
Munster lag toen nog buiten het zogenoemde “Euregiogebied”. Daar stond Rheine dan met evenveel deelnemers als Borne maar met een onwillige partner. Zo kon het dus gebeuren, dat het dorp Borne en de stad Rheine met elkaar aan het werk gingen. Het klikte al vanaf het begin en het is dus blijkbaar zo gebleven.

Aan de slag

Men wist aan beide kanten van de grens, dat we geen vakantiereisjes wilden organiseren. De georganiseerde tochten hadden maar één doel: de jongeren samenbrengen, elk met zijn eigen cultuur en elk met zijn eigen verleden. Het merendeel van de deelnemers was leerling van het voortgezet onderwijs. De geboren Twentse jongeren hadden het voordeel, dat ze met hun eigen taal goed in de weer konden, omdat het Munsterse Platduits veel op het Twents lijkt. Natuurlijk lieten beide landen hun trotse werken zien, zoals een bezoek aan de Waterwerken in Zeeland. Maar we wisten, dat onderweg de beste contacten werden gelegd. Daar ging het om. Werd er over het recente verleden veel nagedacht en gesproken, waar de Duitse collega’s zich zorgen om maakten? De eerlijkheid gebied te zeggen, dat dat weinig jongeren gebeurde. Sommige Duitse kinderen haalden hun schouders op over de rol van hun vader en sommige Nederlandse kinderen hadden wel door, dat hun vaders ook niet al te dapper waren geweest. Ze hadden gewoon erg veel plezier onder elkaar. We zagen dat bij het afscheid aan het einde van de uitwisseling. Meisjes en jongens die elkaar wel heel erg aardig waren gaan vinden. Menige traan moest worden gewist. Lang zijn die liefdes niet gebleven, maar ze waren er wel. Even maar.

Een belangrijk deel van het programma, met alle spanning die men er bij zag ontstaan, was die ene avond tijdens de jeugduitwisseling. Op één avond werden de ouders van de kinderen samengebracht. Bornse en Rheinese ouders samen aan één tafel. Om een eventuele spanning te breken, zorgden Nederlandse militairen, die op het vliegveld bij Rheine lagen, voor een onvolprezen bingoavond. En of het werkte! Tijdens de bijeenkomst in Rheine op 30 augustus 2008 vertelde de heer Beyer, dat het bingospel onbekend was in hun regio, maar dat ze het daar nog steeds speelden. Een bijzondere product van Nederlandse cultuur.

De eerste uitbreiding

De uitwisselingen liepen zo goed, zeker die tussen Borne en Rheine, dat we ook in het gemeentehuis gingen nadenken over een bepaalde vorm van uitbreiding. Zo kwam het idee boven, om een bejaardenuitwisseling te organiseren. Dat zou dan moeten gebeuren via de bejaardencentra. Borne had alleen “Het Dijkhuis” in de aanbieding. Rheine had er twee: een Lutherse en een Rooms-katholieke. Die uitwisseling werd op één dag uitgevoerd. Zo kwam er één dag een bus vol oude Rheinesen naar Borne en één dag het omgekeerde. Onvergetelijk was de dag, dat Bornse bejaarden, vaak voor het eerst van hun leven, een vlucht in een klein vliegtuig mochten maken. Eén van de mannen was zo ontroerd, dat de tranen over zijn wangen rolden: “Dit was den mooisten dag van mien leaven”. De contacten tussen de ambtenaar jeugdzaken met de directrices van de bejaardencentra en de altijd vrolijke, opgewekte Herr Albers uit Rheine waren uitstekend. Maar wat wil je, als één van de directrices Frau Wolgemut heet!

Afb. 01: Nederlandse deel van de overeenkomst

Wat er verder volgde

Intussen kwamen ook andere uitwisselingen op gang. Maar het bedje werd gespreid in die verlovingsperiode. Borne had er baat bij. Rheine had er baat bij. Rheine had de smaak goed te pakken. Borne deed enthousiast mee. Beide steden hadden wel degelijk begrip voor het feit, dat ze in grootte verschilden. Maar beide gemeenten wisten ook, dat ondanks dat gegeven, er samen veel kon worden gedaan.

Rheine ging partnerschappen met andere Europese gemeenten aan. Met Leiria, in Portugal bijvoorbeeld. En met Trakaj in Litouwen, waar ze een heel hulpprogramma opzetten. Ook daar wisten beide gemeenten van wanten. Met Europees geld is vooral in Trakaj veel werk verzet. Om dat te stroomlijnen werd het jumelage comité opgericht.

Vijfentwintig jaar geleden werd dus de overeenkomst tussen de beide partnergemeenten getekend. De samenwerking werd geïntensiveerd. Als de negenjarige jeugduitwisseling als “verlovingstijd” wordt gepresenteerd, dan vieren de beide gemeenten nu hun zilveren huwelijksfeest.

Hoe liepen de contacten hierna in de praktijk? Jan Ramaker, de eerste voorzitter van het comité, heeft wat anekdotes op papier gezet.

Taalinterpretatie

Als een groep jongeren in Borne aankwam met de trein of met de bus, werd zij eerst naar het gemeentehuis gedirigeerd, waar zij welkom geheten werd door de burgemeester. Na dit officiële tintje zochten de jongeren elkaar op. Zij hadden al enkele keren met elkaar geschreven, foto’s uitgewisseld en dus wisten ze al hoe anderen er uit zagen. Dan was die vorming van koppels geen probleem.
In het begin van de jeugduitwisseling was dit wel anders. Er kwam een groep van ca. 30 jongeren van Duitse zijde naar Nederland of andersom. Ze kenden elkaar niet en dan moesten er stelletjes gevormd worden. Soms kwam ook het aantal jongens en meisjes niet met elkaar overeen en moest er spontaan vrijwillig een oplossing komen. Als zo’n koppeling werd aangekondigd, dan deed een Nederlandse jeugdleider dit in het Duits. Hij sprak dan over de “Paarung” van de jongeren, hetgeen voor veel hilariteit zorgde en ook min of meer het ijs brak.

Cultuurverschil

In Rheine vergaderden we boven in het gebouw van de Sparkasse, samen met de heren Beyer en Winddoffer. In Nederland zijn we gewend om onze gasten welkom te heten met koffie of thee. In Duitsland wordt in ieder geval ’s morgens op de kantoren geen koffie of thee geserveerd. Dit was voor ons een tegenvaller en we hebben dit voorzichtig kenbaar gemaakt. Na enkele bezoeken hadden onze Duitse vrienden wel in de gaten, dat een kopje koffie na een “lange” reis wel lekker is.

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar Inhoudsopgave 2008-03)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)