Auteur: Gerard A.B. Nijenhuis
In Boorn en Boerschop van juli/augustus 2008 is een artikel gewijd aan “Een brug over de A-Beek”. Hierin is aangegeven, dat er na veel gepraat, in 1804 een brug werd aangelegd over de A-beek in de weg van Borne naar Deurningen. De gemeentegrens van Borne en Weerselo was de A-beek, vandaar misschien het geharrewar over deze brug. Ruim honderd jaar later, in 1909, is de brug geheel vernieuwd. Dat ook over deze nieuwe brug, de bekostiging en aanleg, is gecorrespondeerd en gesproken, blijkt uit enkele archiefstukken. Naast het bouwen van de brug was er rond de eeuwwisseling ook sprake van het verharden van de wegen. Ook hierover was verschil van mening zoals eveneens blijkt uit de gevoerde correspondentie.
Aanleg van “kunstwegen” omstreeks 1900
Tot het midden van de 19e eeuw was het moeilijk om via land grote afstanden af te leggen. Vooral in herfst, winter en voorjaar veranderden de, voor het merendeel onverharde wegen, door neerslag in modderpoelen, waar voor rijtuigen en paard en wagens vaak geen doorkomen aan was. Vanaf ca. 1860 nam het verkeer over land toe, dankzij de aanleg van “kunstwegen”. Het principe van deze kunstwegen is bedacht door de Schotse ingenieur John MacAdam, die hiervoor granietgruis gebruikte. In de periode 1853-1874 werden de voornaamste routes in Nederland op deze wijze van een verhard wegdek voorzien. Later volgden vele lokale zogenaamde “maccadamwegen”, aanvankelijk gemaakt van tot puin geklopte veldkeien met een laagje leemachtig zand.
Op de kunstwegen konden, behalve traditionele rijtuigen, ook hondenkarren rijden. Het waren vooral venters en vrachtrijders die zich een dergelijk vervoermiddel aanschaften. Naast hondenkarren hadden boderijders diverse andere middelen om goederen via de weg te vervoeren. Sommigen begonnen gewoon lopende met een pak op de rug, anderen gebruikten een kruiwagen. Daarop stonden meestal één of meerdere kisten, met daarin de goederen. Spoedig ontstonden de “karriders” die met paard en wagen reden. In het begin werden gewone boerenwagens gebruikt. De bode kwam de goederen met paard en wagen ophalen en bracht ze naar de plaats van bestemming. De meeste “karriders” kwamen op vaste tijden langs, zodat de mensen hun boodschappen gingen opsparen. Voor het bestellen en afhalen van goederen in de nabije omgeving werd veelal een transportfiets gebruikt.
In het verslag van de gemeenteraad van Weerselo van 15 december 1904 is onder agendapunt 5 de aanleg van kunstwegen aan de orde. Het handelt over de “groote wegen” in de gemeente, dit is een algemene benaming voor doorgaande wegen. In de hiervoor aangegeven vergadering gaat het over de weg van Weerselo naar Borne:
De voorzitter brengt ter tafel een besluit van den Raad der gemeente Borne, d.d. 13 December 1904 nr. 719 waarbij zij aan den Raad der gemeente Weerselo, naar aanleiding van het verzoek om subsidie voor aanleg en onderhoud van een kunstweg van Weerselo naar Borne wordt bericht:
- dat de gemeente Borne voor genoemde weg geen bijdrage beschikbaar stelt en evenmin voor rekening der gemeente Borne te nemen de helft der jaarlijkse kosten van onderhoud van den weg, zoover deze binnen de grenzen dier zelfde gemeente mocht worden aangelegd;
- dat het verzoek in gunstige overweging kan worden genomen wanneer:
a. door de Provincie Overijssel tevens worde verhard op den voet als omschreven in het besluit der Staten d.d. 13 Juli j.l. het gedeelte van den (Grooten) weg lopende van het Moleveen naar den school te Dulder;
b. vervolgens worden verhard het gedeelte van den (Groten) weg, loopende van den school te Dulder naar het Eerve Verspoel / Wiegink / aldaar, hetzij door de gemeente Weerselo met subsidie der gemeente Borne, hetzij door den gemeente Borne met toestemming van den gemeenteraad van Weerselo, onder nader overeen te komen voorwaarden; - dat de gemeente Borne slechts dan zal bijdragen tot den aanleg en het onderhoud van den steenslagweg (zal verstrekken) wanneer zoo tijdig met het leggen van den steenslagweg een aanvang worde gemaakt, dat deze op 1 Januari 1907 geheel voltooid en opgeleverd kan zijn.
De voorzitter zegt dat hij met bevreemding van dit besluit heeft kennis genomen. De ontworpen weg is toch voordeelig voor Borne. De kleine omweg door Saasveld kan z.i. niet de ware reden zijn dat men geen medewerking toont. Bovendien weet hij ook uit eigen ervaring, dat men in Borne een weg naar Weerselo wenscht. De vraag of de weg door Saasveld zal loopen of den grooten weg volgen is voor den gemeente Weerselo op zich zelf verre van onverschillig, de gemeente Borne heeft z.i. geen belang bij de richting. Het is een zuiver Weerseloosche quaestie. Door op dat punt eischen te stellen grijpt men in Weerseloosche zaken die toch door den Raad van Weerselo moeten worden beslecht. Algemeen is men van gevoelen dat men van den gemeente Borne redelijkerwijze medewerking had mogen verwachten en dat de richting door Saasveld geen reden kon zijn om een dergelijk besluit te nemen. Wordt besloten dit stuk voor kennisgeving aan te nemen.
Een nieuwe brug in 1909
De verharding van de weg van Borne naar Deurningen kwam later aan de orde en is geheel bekostigd door de gemeente Weerselo. Voordat het echter zover was kwam de brug over de A-beek, die nodig gerepareerd moest worden, weer aan de orde. Maar ook hier zijn er standpuntverschillen tussen Borne en Weerselo.
Eerst in 1909 neemt de gemeente Weerselo het besluit de brug over de A-beek bij Borne te vernieuwen. In de gemeenteraadsvergadering van 20 juli 1909 wordt als laatste punt de brug aan de orde gesteld. In het verslag van deze vergadering lezen we:
- Vernieuwing A-brug bij Borne.
Namens Burgemeester en Wethouders brengt de voorzitter ter tafel het bestek en voorwaarden voor vernieuwing van de A-brug bij Borne. Wordt na eenige discutie goedgekeurd. Zal ter goedkeuring worden gezonden aan het hoofdbestuur van het waterschap de Regge en daarna publiek worden aanbesteed. De Raad behoudt zich de gunning voor.
De heer Frieling vraagt mededelingen over de vernieuwing van twee duikers over de Deurningerbeek. Zullen worden vernieuwd. Daar er niets meer aan de orde is en niemand meer het woord verlangt sluit de voorzitter de vergadering.
Th. van Sonsbeek Voorzitter
G.J. Severt Wethouder.
In het verslag van de gemeenteraadsvergadering van 4 september 1909 lezen we vervolgens:
De voorzitter deelt mee, dat zaterdag 28 augustus 1909 de aanbesteding heeft plaats gehad van de vernieuwing van de A-brug bij Borne, overeenkomstig het door den Raad vastgestelde bestek.
Er werd ingeschreven door:
J.H. Nijland te Delden voor f 788,=
F. Morselt te Borne voor f 659,=
G.J. Spijker te Weerselo voor f 639,=
H. Keunerick te Weerselo voor f 625,=
H. Voorthuis te Weerselo voor f 617,=
Naar de voorzitter mededeelt hebben de beide laatste inschrijvers geen, zelfs maar één, borg opgegeven en voldoen hun inschrijvingbiljetten daarom niet aan de in het bestek opgegeven voorwaarden, dat de opgave van twee borgen voorschrijft. Om die reden stelt de voorzitter voor het werk aan de daarop volgenden inschrijver te gunnen, nl. aan G.J. Spijker te Weerselo voor de som van f 639,=.
Het bestek en voorwaarden
De oude brug over de A-beek had ruim een eeuw gefunctioneerd en was aan vervanging toe. Dit blijkt uit de opmerking in het bestek dat het hout van de af te breken brug op een bepaalde plaats moest worden opgeslagen.
Het bestek en voorwaarden beschrijft de bouw van de brug met de te gebruiken materialen en hun afmetingen. Een tekening van deze brug is niet bij het bestek aanwezig(1).
Opvallend is dat de afmetingen hier in meters en centimeters worden gegeven, in voorgaande bestekken is steeds sprake van Amsterdamse voeten en duimen of Rijnlandse voeten.
Voor 90% is eikenhout gebruikt (de resterende 10% is grenenhout) en er zijn 5 getrokken(2) ijzeren balken, 6 m lang, 9 cm breed en 22 cm hoog, van 31 kg per meter gebruikt. Hierop werd een brugdek van 6 cm dikte en 20 cm brede planken van 3,5 meter lengte aangebracht. De bruglengte is minder dan 6 meter. De oplegging op de vertikale eindpalen in de brughoofden, gaat van die maat af. Het aantal leuningstijlen was per zijde 7 stuks. Verder staan alle bevestigingsmiddelen vermeld.
De oude brug moet worden afgebroken en de nieuwe moet twee maanden na de gunning gereed zijn. Tijdens de bouw van de brug mag de waterafvoer niet worden gestremd.
Een gedetailleerde beschrijving volgt over de verbindingen en bevestigingen. Al het dag ziende hout dient twee maal te worden geteerd, behalve de leuningen en ijzerwerk die driemaal worden afgeschilderd met op te geven kleur. Tot slot wordt aangegeven:
“Al mocht in dit bestek iets vergeten zijn, dit blijft voor aannemers rekening”!!
B en w van Weerselo meldt op 9 october 1909 aan b en w van Borne: “dat het verkeer over de A-brug nabij Borne, gelegen in den grooten weg Borne–Deurningen, wegens vernieuwing van genoemde brug vanaf maandag den 11 October a.s. tot nadere aankondiging zal zijn gestremd voor rij- en voertuigen. In het verkeer van voetgangers, zal zooveel mogelijk worden voorzien”.
Over de kosten voor het maken van de brug wordt niet gesproken, Weerselo is blijkbaar van mening dat deze vanzelfsprekend voor eigen rekening komen.
De huidige brug, waarin geen enkel stuk hout is terug te vinden, is in de periode 1975-1980 gebouwd. Dit nadat de beek was verbreed en verdiept wat noodzakelijk was omdat verschillende beken van Hengelo en Deurningen waren verlegd en hun water op de Bornsche Beek loosden.
Noten
1 mogelijk dat iemand onder de lezers in de beschrijving van de brug een uitdaging ziet deze te tekenen. Het bestek is, in kopie, in het bezit van de Heemkundevereniging Bussemakerhuis te Borne
2 naadloos warm gewalst getrokken.
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 2008-03)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)