Auteur: Juliëtte Huis in’t Veld
Fietsend of wandelend…
Recreërend of observerend…
De Zendersche Esch belééf je!
De Zendersche Esch kenmerkt zich door haar mooie vergezichten. Het is de ‘kaalheid’ die haar uniek maakt, het open landschap dat uitnodigt om het stukje natuur te beleven. Dwalen over de kleine kronkelweggetjes zoals de Lage Esweg of de Meester Thienweg, je wanen in een ander stuk Twente. Dat is de Zendersche Esch. Maar het is niet alleen het open landschap dat de Zendersche Esch uniek maakt. Rond de es staan verschillende, monumentale boerderijen die deel uitmaken van het ‘Krans esdorp Zendersche Esch’. De boerderijen zijn van vroeger uit rond de vruchtbare gronden van de es gebouwd en worden nu door De Groene Poort – een programma voor het buitengebied van de gemeente Borne, – samen met de stichtingen Variya en Het Oversticht in kaart gebracht.
De Zendersche Esch is historische grond. Archeologische vondsten bevestigen al bewoning in de bronstijd (1500 – 1000 voor Christus) en de ijzertijd (700-900 na Christus). Langzaam ontwikkelde zich vaste bewoning rond de vruchtbare gronden van de es. Vanaf de middeleeuwen wordt al gesproken van een groep boerenerven. Een aantal daarvan zijn van vóór het jaar 1000. Als voorbeeld worden onder andere Groot Hulscher en Luttike Hulscher in het jaar 980 beschreven in het leenactenboek van de Proosdij van Sint Pieter te Utrecht(1).
De historische erven waren vroeger eigendom van de landeigenaren, zoals de Bisschop van Utrecht de heren van Weleveld en anderen. De meer dan honderd percelen zijn goed te zien op de historische kaart van 1832, waarop ook de bebouwing rond de es goed wordt weergegeven. De groep boerderijen, in de kring rond de vruchtbare gronden van de es gegroepeerd, wordt het krans esdorp genoemd. Deze historische bebouwing vertaalt zich ook naar het heden. Neem bijvoorbeeld de Hondenborg, gesitueerd op de heuvel aan de rechterkant van de weg Borne-Bornerbroek. De Hondenborg is van vroeger uit een ‘borg’, en was een adellijke versterking, evenals Weleveld. De Hondenborg ontstond op een spiekerbelt en wordt voor het eerst in 1333 genoemd, als de heren Berend en Gerard van Zebelingen het bezitten – als leen van de bisschop van Utrecht, die er in noodgevallen zijn troepen liet bivakeren(2).
Vertaling naar de toekomst
Boerderijnamen die voorkomen op de kaart zijn ook nu nog bekend, zoals de Hondeburg (de Hondeborg), het Escher (Den Escher), Hilbrink en Zaalker (De Zeilker). De Groene Poort brengt samen met de stichtingen Variya en Het Oversticht de historische bebouwing van de Zendersche Esch opnieuw in beeld. Beide instelling zijn benaderd om De Groene Poort te ondersteunen omdat zij hierin ervaring hebben. Variya is een een provinciale steunfunctie voor onder andere de maatschappelijke ontwikkeling in buitengebieden. Eén van hun pijlers is een sociaal en vitaal platteland en de stichting heeft veel ervaring met plattelandsinitiatieven. De Groene Poort wil graag de mogelijkheden van het krans esdorp Zendersche Esch in kaart brengen, de bewoners van de boerderijen vragen welke kansen ze zelf zien met hun historische boerenerf. Karola Schröder van Variya heeft samen met gebiedsmanager Tom Jannink van De Groene Poort keukentafelgesprekken gevoerd met de bewoners in het gebied: “We vroegen de bewoners nadrukkelijk wat voor mogelijkheden zij zien op het erf. Wie weet hebben ze al een neventak naast de boerderij of misschien denken ze er aan om een neventak op te zetten. Misschien willen ze helemaal niets. Wij vragen ze, indien gewenst, zo ruim mogelijk te denken en alle ideeën in te brengen. Dat kan zijn op het gebied van kunst en cultuur en/of zorg en welzijn, maar evengoed zijn andere economische activiteiten mogelijk.’’
Begin januari zijn de bewoners van de boerderijen die nog (gedeeltelijk) in oorspronkelijke staat verkeren, op de hoogte gebracht van de historische achtergrond van de boerderij. De ‘keukentafelgesprekken’ zijn in februari met de bewoners gevoerd. Daaruit is onder andere gebleken dat er bij de bewoners grote interesse is in het gebied, de Zendersche Esch, en in de toekomst van het gebied. Het eerstvolgende dat nu op stapel staat is een excursie met de bewoners van het Krans esdorp Zendersche Esch naar een ander mooi gebied: de IJsselhoeves onder Deventer. Waarom dit gebied? Omdat het een voorbeeld is van lokale initiatieven van bewoners met oog voor de historie van het gebied en haar historische bebouwing.
Om welke boerderijen gaat het?
In samenspraak met meerdere personen/instellingen – waaronder stichting Het Oversticht, Arend-Jan Compagner (gemeente Borne) en Jaap Grootenboer – is ervoor gekozen om vijftien boerenerven aan te schrijven, eventueel aangevuld met andere karakteristieke boerenerven in het gebied. Als uitgangspunt voor deze keuze is de eerder genoemde kaart uit 1832 aangehouden. Aanvullend argument is dat er op dit moment nog enige zichtbare tekenen van de historische bebouwing aanwezig moeten zijn. Het is met andere woorden niet mogelijk om alleen een ‘plek’ waar vroeger een boerderij heeft gestaan maar waarvan nu geen fysieke overblijfselen meer te zien zijn in het Krans esdorp Zendersche Esch op te nemen.
Nieuwsgierig geworden naar de boerenerven die behoren tot het Krans esdorp Zendersche Esch?
Hieronder een lijstje met daarin de historische namen van de boerderijen die aangeschreven zijn. Op de kaart uit 1832 kunnen ze terug gezocht worden.
Historische naam
- Beernink
't Nijhof
Nijhof Wönner/ De Flutter
Leverink
De Hondeborg
Beerthuis
De Zegger
Hilbrink
- ’t Storksel
- De Zeilker
- Klein Paasche
- Kostee
- Lutke Hulscher
- ’t Escher
Het unieke van het project is dat het staat of valt met de inbreng en participatie van de bewoners van het gebied. Samen proberen we de historische bebouwing op de Zendersche Esch meer in zicht te krijgen.
Om een kijkje te gunnen in de historische waarde van het Krans esdorp Zendersche Esch, een beknopte historische omschrijving van twee bekende boerderijen in de omgeving.
Erve De Zeilker
De Zeilker is één van de boerderijen die behoort tot het Krans esdorp Zendersche Esch. Erve De Zeilker is een sterk vervallen boerderij, een zogenaamde hallehuisboerderij, op historisch erfgoed. De boerderij is gebouwd in een typisch Twentse (Saksische) bouwstijl. De laatste verbouwing aan de boerderij dateert uit 1921. Het gebintwerk in de boerderij is volgens onderzoek waarschijnlijk vroeg 17e eeuws, waarmee het vrij uniek is in Twente. Het is tevens één van de oudste huisplaatsen en wordt al in 1188 genoemd. Het pand is oorspronkelijk in bezit geweest van de bisschop van Utrecht en daarna, na de 80-jarige oorlog, van het gewest Overijssel. In 1829 konden de toenmalige bewoners het erf aankopen. De Zeilker vormt een goed voorbeeld van Twentse bouwtraditie.
Erve Hilbrink
Ook Erve Hilbrink is een sterk vervallen boerderij, waar op dit moment alleen nog maar een deel van de voorgevel overeind staat. De boerderij ligt op historisch erfgoed. Het erf was een ‘halfgewaard erve’ in de marke Zenderen en had stemrecht over het gebruik van de gemeenschappelijke grond. Aan het eind van de 18e eeuw heeft het erf zich afgesplitst van het naastgelegen erve Hilberink. Het erf wordt voor het eerst genoemd 1409 als een Overstichts leengoed. Leuk om te weten is dat de achtergevel van de boerderij opgetrokken was uit verschillende perioden, wel grotendeels daterend uit de jaren omstreeks 1900. Het lijkt erop dat pas in een later stadium de houten topgevel is vervangen door steens metselwerk.
Het Krans esdorp Zendersche Esch heeft een grote cultuur-historische waarde en ligt ook nog eens in een landschappelijk zeer aantrekkelijk gebied. Ondanks de vele (honderden) jaren dat de erven deel uit maken van het landschap, staat het project Krans esdorp Zendersche Esch nog slechts in de kinderschoenen en moet er nog veel gebeuren om daadwerkelijk een tastbare link tussen de boerenerven te zien. Maar, de historische ondergrond is er al jaren!
De Groene Poort
De gemeente Borne heeft het behoud en de verdere uitbouw van het groene gebied tussen Almelo en Borne hoog op de agenda gezet. De Groene Poort beslaat het gehele buitengebied van de gemeente Borne en markeert het punt waar de stedelijke as Enschede – Hengelo – Borne – Almelo de groene landschappelijk as Zuidwest Twente en Noordoost Twente elkaar kruisen. De Groene Poort is een integraal project van de gemeente Borne en de provincie Overijssel. Doel is het buitengebied van de gemeente Borne te ontwikkelen als groene long in het stedelijk netwerk van Netwerkstad Twente en als groene verbinding tussen de waardevolle landschappen van Zuidwest Twente (landgoederenzone met o.a. Twickel en Weleveld) en Noordoost Twente (Nationaal Landschap).
Om dit te bereiken zijn vier hoofdthema’s binnen De Groene Poort.
- Landschap & Economie zet vooral in op behoud en ontwikkeling van het authentieke Twentse landschap gecombineerd met versterking van de Bornse economie. Dat betekent ruimte om te ondernemen onder gelijktijdige versterking van de ruimtelijke kwaliteit.
- Kunst, Cultuur & Voorzieningen zet in op de mogelijkheden en potenties op het gebied van kunst, cultuur, cultuurhistorie en voorzieningen en hoe deze de beleving van het gebied voor bewoners en bezoekers kunnen versterken.
- Ontsnipperen & Verbinden houdt zich voornamelijk bezig met het tegengaan van de versnippering in het buitengebied en om daarmee de infrastructuur voor mens en ecologie te verbeteren.
- Kennis, Ontwikkeling & Innovatie kijkt vooral naar de mogelijkheden om kennisinstellingen (zoals MBO, HBO en Universiteit) in te zetten om moeilijke vraagstukken op het platteland te helpen begrijpen en oplossen.
Bij alle thema’s binnen De Groene Poort is het van belang dat er een goede communicatie met het gebied is.
De auteur van het artikel is medewerker van het projectbureau De Groene Poort, gemeente Borne. Het artikel had niet tot stand kunnen komen zonder de historische inbreng van Jaap Grootenboer.
Bronnen
- Krans esdorp rond de Zendersche Esch, J.J. Grootenboer, 23 januari 2007
- Krans esdorp rond de Zendersche Esch; J.J. Grootenboer, 23 januari 2007
Foto’s uit het gemeente-archief Borne
Moandag
Mooder döt ’t wasgood an ’n droad,
klean Janneke hooldt de pinn kloar.
Wasken was in vrogger tied heel zwoar,
Luk hölp kan in zo’n geval gen kwoad.
’n Tweedn koarf al – ’t geet nog best.
Met kloar wasgood töt an ’n boavnraand.
A-j mekaar helpt, koomp vol töt staand.
Weend en zun doot met plezeer de rest
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 2008-02)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)