Boorn & Boerschop 2008-01: De Stephanuskerken van Borne

Auteur: Martin Thiehatten

Het komt in meer plaatsen voor dat er twee kerken zijn die dezelfde naam dragen. Zo heb je in Delden de oude en nieuwe Blasiuskerk. In Enschede staat aan de Oude Markt de oude Jacobuskerk en daartegenover de nieuwe Jacobuskerk. In Borne staan twee kerken die genoemd zijn naar de heilige Stephanus. Op zich is dit natuurlijk een vreemd verschijnsel, maar het is gemakkelijk historisch verklaarbaar.

Wie was Sint Stephanus?

Hij was de eerste martelaar. Zijn geschiedenis wordt op dramatisch wijze weergegeven in de bijbel: Handelingen 6 en 7. Daarin wordt hij beschreven als een man vol van geloof die wonderen verrichtte onder het volk. Maar het verging hem net als zijn grote meester Christus. Hij werd gearresteerd en moest zich voor de joodse raad verdedigen. In een historisch overzicht van de geschiedenis van het joodse volk maakt hij duidelijk dat Christus’ komst noodzakelijk was. Zijn steeds kwader wordende toehoorders wast hij onbehoorlijk de oren door niet alleen hen maar ook hun vaderen te beschuldigen van moord. Na zijn verdediging heeft hij een hemelse glans op zijn gezicht. Een woedende menigte sleept hem de stad uit waar hij wordt gestenigd en net als Jezus bidt hij tot God dat ze zijn moordenaars hun zonde niet zouden toerekenen. Stephanus was de eerste diaken die zich inzette voor het welzijn van weduwen en wezen. Hij werd de schutspatroon van veel landen en steden en is de patroon van de paarden, koetsiers en paardenknechten.
Men roept hem aan bij geestelijke kwalen als bezetenheid, maar ook bij lichamelijke kwalen als hoofdpijn, pijn in de zij, galstenen en nierstenen. Zijn voorspraak kan een milde dood bewerkstelligen. Zijn naamdag is 26 december.

Afb. 01: St. Stephanus van de kerk aan de Grotestraat

De oude Stephanuskerk

In Borne staan twee kerken, genoemd naar Sint Stephanus. Aan de Oude Kerkstraat bevindt zich de oude Stephanuskerk. Deze is gebouwd in 1482 als rooms-katholieke kerk.
In 1555 ging de pastoor van deze kerk over naar de lutherse godsdienst in opdracht van Christoffer Schele, de heer van Weleveld. Ten gerieve van de rooms-katholieke inwoners van Borne bleef de pastoor echter dagelijks naast de lutherse ook katholieke kerkdiensten verzorgen.
Deze situatie veranderde echter drastisch, toen in 1601, tijdens de 80-jarige oorlog, de Spaanse troepen in Twente door het leger van prins Maurits werden verslagen en verjaagd.
Vanaf dat moment was alleen nog de calvinistische godsdienst toegestaan en werden zowel de katholieke als lutherse alsook alle andere godsdiensten verboden. Het bestaande kerkgebouw ging over in handen van de protestantse kerk en de Stephanuskerk was vanaf dat moment de Nederlands Hervormde kerk in Borne. Deze situatie is tot op de huidige dag niet meer veranderd.

Schuilkerk

Omdat na invoering van de calvinistische godsdienst de landelijke regels het openlijk belijden van de katholieke godsdienst beletten, ontstonden er op diverse plaatsen schuilkerken. Zo werd in het kerspel Borne in het geheim gekerkt op het Grootenhuis te Hertme, een van de weinige plaatsen waar katholieke inwoners van Borne voor de eredienst terecht konden. In 1697 kwam pastoor Joannes Lefers vanuit Rijssen naar de havezate Grootenhuis. Hij werd in 1710 opgevolgd door pastoor Stephanus Meijer. De drost van Twente was de katholieken goedgezind, want rond 1715 bouwt Meijer een klein kerkhuis met woning op de kolk in Hertme. Deze kerk kreeg Sint Stephanus als schutspatroon, de vanouds patroonheilige van de Bornse katholieken. Het kerkhuis was nu de pastorie in Hertme. In 1775 was Henricus Lammerink pastoor in Hertme, waar de katholieken van Borne ook ter kerke gingen.

Schuurkerk

Omdat de Bornse katholieken al jarenlang de wens hadden een eigen kerk te bezitten, richtten ze een verzoekschrift aan de overheid om in Borne een kerk te mogen bouwen. Ze vonden pastoor Lammerink bereid naar Borne te verhuizen. De heer van Weleveld, baron Hambroick, was met de gecommitteerden van de Bornse R.K. gemeente overeengekomen, dat de kerk gebouwd zou mogen worden op de plaats bij de Markt op de huidige hoek tussen de Marktstraat en de Bekenhorst, de plek waar nu restaurant Las Caretas staat.

Afb. 02: De schuurkerk met pastorie van Borne in 1786

Dit voor een koopsom van fl. 1400 of voor een erfpacht van fl. 35 per jaar. Maar de drost van Ootmarsum kwam ter ore, dat verschillende personen van de Hervormde Gemeente tegen deze plaats waren. Er werd besloten, dat de katholieken hun kerkhuis mochten bouwen op een plek, waar aan de Hervormden geen aanstoot zou worden gegeven. Daarop werd in 1785 overeengekomen met de hofmeijer Eenhuis, eigenaar van de Noordkamp, nu Koppelsbrink, dat daar een schuurkerk met pastorie kon worden gebouwd. De ingang werd gemetseld aan de voorkant, maar doordat enkele ingezetenen zich daaraan ergerden, werd van hogerhand bevolen, de ingang aan de andere kant te plaatsen en de opening aan de voorkant dicht te metselen. Het kerkhuis, gewijd aan Sint Stephanus, ging ook de buurtschappen Hertme, Bornerbroek en Zenderen bedienen. Na protest van de katholieken van Hertme en Zenderen werd besloten, dat voor hen in Hertme een eigen pastoor werd aangesteld. Zo werd besloten, in 1798 in Zenderen een schuurkerk te bouwen. Ook deze kerk kreeg Sint Stephanus als patroonheilige. Bornerbroek was nogal veraf gelegen van het dorp Borne en wenste ook een eigen kerk. Daar werd in 1803 voorzien door de bouw van een schuurkerk, ook gewijd aan Sint Stephanus. In de korte periode van 1785 tot 1803 stonden zo in de gemeente Borne vijf Stephanuskerken. De Stephanuskerk te Zenderen is in 1948 gesloopt, waarna Zenderen verder kerkte in de paterskerk, die is toegewijd aan Maria onbevlekt ontvangen.

Discussie

De schuurkerk aan de Koppelsbrink was in 1838 te klein en werd vergroot en verbouwd tot Waterstaatskerk. Deze kreeg in 1849 Warnink als pastoor. Hij kwam rond 1870 tot de conclusie, dat de kerk weer te klein was geworden. Er moest een nieuwe kerk worden gebouwd. Maar op welke plek? Eerst werd een ontwerp gemaakt door de Haagse architect Nicolaas Molenaar. Voor dat ontwerp was de ruimte aan de Koppelsbrink te klein. Er moest een andere plek worden gezocht. Daarop kwam de plaats aan de Markt in beeld, waar men eerst de schuurkerk had willen bouwen.
Pastoor Warnink werd bouwpastoor en besloot, de nieuwe kerk te bouwen op het Bornse Veld, de plaats die we nu kennen als het kruispunt van de Grotestraat, de Stationsstraat en de Nieuwe Kerkstraat. Die plek lag in de buurt van de textielfabriek van Spanjaard. Pastoor Warnink was goed bevriend met Jacob Spanjaard. Hij rookte met hem zijn sigaar en dronk zijn glas wijn. Hij besloot zijn nieuwe kerk te bouwen waar Spanjaard zijn fabriek had. Toen het gerucht de ronde deed, dat de aartsbisschop de bouw op die plaats al had goedgekeurd, sloeg de vlam in de pan. Meer dan honderd gezinnen tekenden een bezwaarschrift tegen het besluit van parochiebestuur en bisschop.

Afb. 03: De Stephanuskerk gezien vanuit de Grotestraat omstreeks 1900

Men wilde niet naar de plek met de naam Geuzenhoek, waar veel protestanten en joden woonden. Ze vreesden, dat als hun dochters daar naar de kerk gingen, ze politiebegeleiding nodig hadden. Het terrein aan de markt, dat in 1785 in het bezit kwam van de katholieken om daar hun kerk te bouwen, was verkocht aan de heer Fischer. De grond terugkopen lukte niet, de prijs was te hoog. Kerkmeester Morselt probeerde nog met Fischer te onderhandelen, maar tevergeefs. Een tweede kerkmeester, Mulder, was eigenaar van de grond, waar pastoor Warnink wilde bouwen. Hij verkocht dit terrein aan de kerk en in 1888 werd de kerk gebouwd op het Bornse Veld. Niet naar het eerste ontwerp van Nicolaas Molenaar. Dat zou te kostbaar zijn geworden. De architect moest een goedkoper ontwerp tekenen. Uiteindelijk bleek het vierde ontwerp binnen de begroting te passen. De toren kon nog niet worden betaald, de bouw hiervan moest wachten tot 1894.

’n Swatten hook

De bewoners van de Koppelsbrink protesteerden ook tegen de verplaatsing van de kerk. Zeer begrijpelijk hadden veel parochianen op de Koppelsbrink moeite met de verplaatsing van de kerk. De buurt maakte het protest kenbaar en als teken van protest werden in de hele buurt zwarte vlaggen uitgestoken, toen de nieuwe kerk aan de Grotestraat in gebruik werd genomen. Sinds die tijd heet het gebied ’n swatten hook.

In die tijd waren er in deze omgeving veel neringdoenden en caféhouders, die van het verplaatsen van de kerk schade voor hun zaak verwachtten. Immers er was nog geen gemotoriseerd verkeer en de mensen uit de omtrek, vooral die uit Hertme, kwamen met paard en wagen of te voet naar de kerk. Ze stalden hun paarden bij de café Mol, de Bonte Koe of de Halve Maan en deden hun inkopen na kerktijd bij onder andere Homan en Spekreis.

Nadat de nieuwe Stephanuskerk in gebruik was genomen, verdween de bedrijvigheid rond de Koppelsbrink. De bewoners hadden het inderdaad juist ingeschat.

Bronnen
M.G.E. van Harten, Grepen uit de historie van Borne. Deel 2 (1987)
J.J. Grootenboer, De Rooms-Katholieke parochie in Borne In: Boorn en Boerschop 1998
De Roomskatholieke Parochie Borne (uitgave van de Heemkunde vereniging Bussemakerhuis) (2000)
J. ter Beke, Kerken en begraven in Zenderen (2003)
Een uitgebreide beschrijving van de historie en de inhoud van de oude Stephanuskerk is te vinden in:
J.J. Grootenboer, De Oude Kerk in Borne, een eenvoudige hemel op boerenaarde.

Afb. 04:

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar Inhoudsopgave 2008-01)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)