Boorn & Boerschop 2008-01: Boekennieuws

Auteur: Jan Deckwitz

Afb. 01:

De Plechelmuskerk te Oldenzaal

Het is inmiddels al weer 5 maanden geleden dat het boek “De Plechelmuskerk te Oldenzaal: zijn kapittelheren en goederen” verscheen. Dit boek over het Plechelmuskapittel is uitgegeven door de Stichting De Twentse Krans en werd samengesteld door Tilly Hesselink-van der Riet in samenwerking met prof.dr. Gerard Bartelink (Nijmegen) en prof.dr. Wilhelm Kohl (Münster). Het boek betreft een omvangrijke bronnenpublicatie die veel, tot dusver onbekende historische gegevens, toevoegt aan de geschiedenis van het kapittel.
Het Plechelmuskapittel heeft zich in de middeleeuwen behalve tot religieus bolwerk ook tot een machtige politieke en economische instelling ontwikkeld. Zaken die lange tijd verstrengeld bleven, maar waarin in de zestiende eeuw verandering kwam. Zoals hiervoor gesteld, het is een bronnenpublicatie en niet zozeer een leesboek. Het kan een aanvulling zijn bij onderzoek naar de Twentse geschiedenis omdat geheel Twente onder het Oldenzaals Aartsdiaconaat viel. Een echt boek voor liefhebbers en onderzoekers.

Afb. 02:

Moderne devoten in monnikspij

Van het voormalig klooster in Sibculo is weinig meer te zien. Een systematische opgraving kan misschien nog het nodige opleveren. Toch is het nodige terug te vinden over het klooster, het kloosterleven en de kloosterorde. De Priorij van Groot-Gallilea te Sibculo bij Hardenberg, in 1406 begonnen als Stichting van de moderne Devoten, ging zes jaar later over tot de Orde van Citeaux. Mettertijd kwam het Convent aan het hoofd te staan van twintig verwante kloosters, dat als Colligatie van Sibculo bekend is gebleven.
Vanaf 1995 is de geschiedenis van deze Colligatie systematisch onderzocht en onlangs is een boek “Moderne devoten in monnikspij” gepubliceerd met de bevindingen, waarbij duidelijk wordt dat hier sprake is van een klooster met moderne devoten in monnikspij.
Het boek geeft zeer veel details en is verfraaid met prachtige illustraties. Het geeft een schat aan informatie over een relatief onbekende maar fascinerende episode in de laat-middeleeuwse geschiedenis van Overijssel. Het boek is een uitgave van de IJsselacademie te Kampen en is verkrijgbaar in de boekhandel.

Afb. 03:

Bonje in Borne
In het najaar zal uw Heemkundevereniging een boek uitgeven over de interessante verwikkelingen rond de bouw van de Stephanuskerk in de periode 1885-1888 en het Johannesgesticht in 1894. De nieuwe kerk verving de oude waterstaatskerk van 1785 aan de Koppelsbrink. Dat dit geen rustige periode in de geschiedenis van ons dorp is geweest, blijkt wel uit de licht provocerende titel van het boek Bonje in Borne.
Het boek zal 24 x 17 centimeter groot zijn, het krijgt meer dan 150 bladzijden en meer dan 100 illustraties. Het is samengesteld door de oud-Bornenaar Hans Gloerich in Driebergen die al jaren lid van onze vereniging is. Hij heeft uitgebreid onderzoek verricht in het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) in Rotterdam, in het Aartsbisschoppelijk Archief in Utrecht, in het Historisch Centrum Overijssel in Zwolle en in het nagelaten archief van wijlen mevrouw Van Harten-Fransen dat thans bij de Heemkundevereniging berust.
Eerst komen de verschillende ontwerpen van de kerk door de Haagse architect Nicolaas Molenaar aan bod. Hij was gewend in financieel opzicht carte blanche te krijgen. Daarom ontwierp hij eerst een grootstedelijke basilicale kerk. Maar door het gebrek aan financiële middelen werd het toch een gewone dorpskerk. Een typisch geval van Haagse bluf en Bornse armoe, kun je zeggen.
Pastoor Warnink wilde zijn nieuwe kerk bouwen in het Bornse Veld, aan de andere kant van het dorp, op de hoek van de huidige Stationsstraat en de Grotestraat. De schoenmaker Matheus Mulder verkocht daarvoor de grond aan de kerk tegen aantrekkelijke voorwaarden. Maar die plek stuitte op hevig verzet in brede lagen van de katholieke bevolking. Daarom zijn er ook een aantal locaties bij de Markt overwogen. Toch kreeg de pastoor tenslotte toch zijn zin. De oude herder moet een vooruitziende blik hebben gehad, want de kerk ligt nu midden in het dorp.
Volgens een bekende overlevering kreeg ‘n Zwatten Hook zijn naam, omdat de bewoners op de dag van de inwijding van de nieuwe kerk massaal protesteerden door zwarte vlaggen uit te steken. Voor deze legende is geen enkel bewijs gevonden, maar in het archief van de aartsbisschop van Utrecht liggen tientallen brieven uit Borne waaruit blijkt dat de werkelijkheid nog veel dramatischer was.
Deze brieven komen uitgebreid aan de orde. Ze stellen ons in staat de gebeurtenissen op de voet te volgen. Wolter Schoemaker, Theodoor Spekreis en Bernard Rientjes roerden zich het meest. Ook de Vincentiusvereniging kwam in actie, evenals een aantal particulieren zoals Antoon Siemerink, Hermannus Morsink, Willem Schabbink, Jan Kuipers en
G.J. ten Voorde.
De textielarbeider Bruggink en bakker Homan schreven ieder zelfs een petitie op poten die beide zijn ondertekend door bijna zeventig personen.
De gemoederen liepen zo hoog op, dat gerust van “bonje” gesproken mag worden. Sommige parochianen gingen zelfs bij de deken van Oldenzaal uithuilen, vaak letterlijk. De aartsbisschop schakelde pastoor Wiegink van Saasveld in om hem van de ontwikkelingen in Borne op de hoogte te houden en van advies te dienen.
Het boek geeft u een verrassend inkijkje in de kerkelijke geschiedenis van Borne in een tijd die nog maar zo’n 120 jaar achter ons ligt. Dat is de tijd waarin onze (bet)overgrootouders leefden.

In de volgende uitgave van Boorn en Boerschop, zal nadere informatie worden gegeven over de uitvoering, inhoudsopgave en verschijningsdatum van het boek.

Afb. 04:

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar Inhoudsopgave 2008-01)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)