Boorn & Boerschop 2006-02: OVER “OALE BOORNSEN” 8

Auteur: R. van Goethem

Nieuw volk in de Steern

Hendrik Wegter woonde alleen in de Steem en had het moeilijk met zijn opvolging. Maar zijn pas overleden vrouw Gezina had nog een nichtje: Berendina Hesselman, geboren op 7 maart 1821 aan de Kerkstraat nr 149. Berendina is op 7 oktober 1859 gehuwd met Johann Theodor Femekohl; het stel woonde in Hengelo. Johann Femekohl is op 23 mei 1815 geboren in Weme bij Münster. Hij was al een tijdje in de kost geweest bij weduwe Wilhelmina ten Bokum in huis 27 in Hengelo en hij was kleermaker van zijn vak.

Johann was een bekende op erve De Wegter. Hij was bijvoorbeeld één van de getuigen bij de geboorteaangifte van Johannus Wegter III op 20 februari 1861. Misschien betrok hij wel stoffen van de wevers op De Wegter. Toen bovengenoemde Berendina en Johann gingen trouwen trokken ze in bij de weduwe Grietje van de Velden in huis 82 te Hengelo. Berendina en Johann waren al 8 jaar getrouwd, toen Hendrik hun vroeg bij hem bij te komen inwonen. Dat deden ze maar al te graag en op 13 september 1867 trokken ze bij Hendrik in op het Steerntje. Vijf maanden na het overlijden van Gezina heeft “de Steern” dus nieuwe bewoners. Voortaan is Johann Femekohl, behalve kleermaker ook tapper.

Afb. 01: De Steern aan de Marktstraat No. 14 met links de toenmalige aanbouw voor de kleermakerij Deze is later weer afgebroken. Links van de voordeur, het raam dat tot het café behoorde. Rechts daarvan was de woonkamer.

Vruchtgebruik van “de Steern”

Berendina was 46.jaar en Johann was 52 jaar oud, toen ze in september 1867 bij Hendrik introkken. Ze waren toen acht jaar getrouwd en hun huwelijk was kinderloos. Hendrik keek uit naar een geschikte erfgenaam. Die vond hij in Johannus Wegter III. Waarom deze jonge achterachterneef? Was er geen andere kandidaat? Of was deze, juist, omdát hij zo jong was, geschikt?

In maart 1868 kwam “de kleine Johannus”, pas zeven jaar oud, van de boerderij De Wegter naar Borne in de Steern. Was dit een “zoon” voor Berendina en Johann? ’n Pleegzoon? Zo jong nog. Op 3 februari 1868 was Hendrik Wegter samen met dokter Schoemaker naar notaris Egbert Wilmink gegaan om zijn testament te laten opmaken. Daarin werd het volgende beschreven:

“Ik benoem en stel tot mijn enigen erfgenaam mijnen na-neef Johannes Wegter, thans nog minderjarige zoon van Johannes Wegter en Anna Maria Hofte, onder bezwaar van vruchtgebruik hierna genoemd
Ik geef en legateer aan de echtelieden Johannes Theodorus Fernekohl en Berendina Hesselman, en aan de langstlevende hunner, het vruchtgebruik mijner nalatenschap en ontsla hen van het stellen van zekerheid”.

Afb. 02:

Op 28 mei 1875, als Johannus III 14 jaar oud is, sterft, zijn oudoom Hendrik Wegter. Een Zwarte dag. Hendrik had laten beschrijven, dat Johann Theodoor Fernekohl en Berendina het vruchtgebruik kregen van “de Steern” en andere bezittingen (hier en daar wat stukjes grond). Op de kadasterkaart van de bezittingen van Hendrik Wegter in het archief van de gemeente Borne werd zijn naam doorgehaald en de naam van Fernekohl vermeld met de aantekening: vruchtgebruiker. Dat betekende, dat het gebruik en de opbrengst voor hem en Berendina was. Dat Hendrik geen zekerheid liet stellen, betekende dat Hendrik er een blind vertrouwen in had, dat alles goed zou verlopen.

Johannus (Jan) Wegter III was de eigenaar. Hij kon er niets mee zolang Johann Fernekohl en Berendina nog leefden. Jan Wegter III kreeg verkering met Johanna (Anna) Maria Morselt. Zij trouwden op 21 juni 1889 in Borne. Zij waren het eerste bruidspaar, dat in de nieuwe St. Stephanuskerk trouwde. Jan was de zoon van Johannus Wegter II en Anna Maria Hoften, kleermaker, 28 jaar oud en Anna was de dochter van Frans Morselt, aannemer en Anna Peters, eigenaren van voorheen de “Gouden Schaaf’. Anna, de bruid, was 27 jaar oud. Johann (74) en Berendina (68) bleven bij hen in “de Steern” wonen.

De zaken gingen goed. Ze namen zelfs nog ’n kleermakers leerling aan: Karel Bürdesch, een zoon van Bernard Bürdesch, die samen met Johann in Hengelo in de kost was geweest. Negen maand en één dag na de bruiloft:, op 22 maart 1890, werd in “de Steern” een zoon geboren. Zijn naam, het laat zich raden, was de vierde Johannus Wegter (Jan IV) op rij.

Een dubbel huwelijk

Eind april 1858 was het een drukte van belang bij de familie Wegter op de boerderij én aan de Koppelsbrink in huis 181 van de familie Höfte. Broer en zus Jan en Maria Wegter stonden op het punt te trouwen met broer en zus Egbertus en Anna Maria Haften. Egbertus noemde zich Höfte. Dat was ook een bekende naam in Borne. Je had al: Höfte de smid en Höfte de wieldraaier. Vader Derk Haften was schoenmaker en als leerjongen in Borne gekomen bij schoenmaker Willem Maseland. Deze had geen erfgenamen en toen Derk op 8 november1820 trouwde met Geertruida Overbeek, dochter van schoenmaker Andries Overbeek en Joanna Maria Robers, bleef Willem tot zijn dood in 1828 bij hen inwonen. Zij erfden huis en hof. Dat Derk zich Hofte en Egbert zich Höfte en Anna zich Hoften noemde was voor mij een onderzoek naar de oorsprong van Derk waard.

Daarom ging ik naar Tubbergen. Daar vond ik in de doopboeken, dat op 9 november 1784 werd gedoopt Theodorus Albertus, zoon van Engelbertus Höfte en Maria Koopmans. Derk heette dus gewoon Höfte! En ik zocht in het archief van Tubbergen meteen even in het trouwboek het huwelijk van zijn ouders. Ik vond: gehuwd 24 juni 1771 Egbertus Maethuis condictus -ook genoemd Höfte- met Maria Koopmans. En in doopboek 1744-1769 op 8 september 1744 de doop van Engelbertus, zoon van Henricus Maethuis en Aleida Hermsen.
Het gezin Derk Höfte woonde aan de Koppelsbrink in huis 181. De schoenmakerswerkplaats was aan huis. Het erf waar het huis op stond was 540 m2 groot. Derk bezat hier en daar wat lapjes grond, waar hij aardappels en groente verbouwde. Bij elkaar ongeveer één ha groot. Derk is op 10 oktober 1855 overleden, zodat moeder alleen op de hiervoor vermelde bruiloft aanwezig was. Jan Wegteren Joanna Maria Stoelers, de ouders van het andere stel waren beiden aanwezig. Jan Wegter en Anna Maria Hoften trouwden op 30 april 1858 in het gemeentehuis in Hengelo.

Jan was op de boerderij geboren op 20 augustus 1828, en zelf wever -voor alle boeren was weven een extra bron van inkomsten- en 29 jaar oud. Anna Maria was geboren 16 september 1834 en 23 jaar oud. Het echtpaar trok in op de boerderij “de Wegter”. De eerste getuige was Bernardus Wegter, broer van Johannus. De moeder van de bruid tekende met G. Overbeek. Hiermee was zij de tijd ver vooruit. Fraai en opmerkelijk is, dat er twee keer getekend werd met J. Wegter, door vader en zoon en dan ook nog in bijna hetzelfde handschrift.

Afb. 03: Boerderij De Wegter in 1920, achterzijde

Om de ouders gelegenheid te geven aanwezig te zijn trouwden Egbertus Höfte en Maria Wegter een dag later: op 1 mei 1858 te Borne. De eerste getuige was hier Antonie Morselt, oud 29 jaren, smid. Hij was getrouwd met Susanna Overbeek, kleindochter van Andries. Haar vader, Gradus Overbeek had de schoenmakerij van huis 16 van vader Andries overgenomen, maar Gradus had geen opvolger. Antonie Morselt had van de schoenmakerij een smederij gemaakt. Antonie was een zoon van Bernard Morselt, dus een broer van Frans de aannemer. Hij woonde nu tegenover de boerderij waar zijn vader geboren was. Als smid is Antonie beroemd om de schoppen, die hij smeedde. Susanna moest tante zeggen tegen Geertruida Höfte-Overbeek.

Het echtpaar Egbert en Marl Höfte trok bij moeder Geertruida in. Zij was toen 62 jaar oud. Egbertus was, evenals zijn vader, schoenmaker. Het kerkelijk huwelijk zal wel op dezelfde dag hebben plaatsgevonden. De bruiloft zal wel gevierd zijn in “de Steern” bij oom Hendrik en tante Gezina. Het gezin Höfte wordt gezegend met 12 kinderen, waarvan drie levenloos geboren. Twee zoons zijn schoenmaker geworden, maar geen van beiden zijn hun vader opgevolgd.

Egbertus had wel goed geboerd, want hij breidde zijn grond uit tot 1½ ha. In 1891 verkochten Egbertus en Maria hun huis en erf aan de weduwe van bakker Homan. Zij woonde op de splitsing van de Koppelsbrink. Zij heeft het oude pand van Höfte laten afbreken en liet een pand ontwerpen door de architect die voor bakker Immerman aan de vroegere Nieuwstadstraat, een mooi pand had getekend. Omdat ze ook kruidenier was liet ze op de gevel schilderen: “BAKKERS EN KOLONIALE WAREN”. Het staat er nu in 2006 nog op.

Afb. 04: Het pand van bakker Homan gebouwd in 1908, met de inzet: “BAKKERS EN KOLONIALEWAREN” thans bewoond door R.M Lokin, arts

Egbertus en Maria, die in 1891 respectievelijk 63 en 57 jaar oud waren, hadden drie zoons, waarvan er twee schoenmaker werden en één bakker. De twee schoenmakers vertrokken naar Vriezenveen en Amsterdam en de bakkerszoon naar Almelo. Egbertus en Maria kochten in 1891 een pand aan de Aanslagsweg, een huis met een grote schuur. Egbertus had zich aan de Koppelsbrink al bezig gehouden met een drankenhandel en die zette hij hier voort. Maria overleed 19 oktober 1905. Egbertus trok toen, nadat hij het pand aan de Aanslagsweg verkocht had, bij zijn getrouwde dochter Maria in. Deze Maria was in 1889 gehuwd met Bernard Deterd, bakker aan de Hengelosestraat.

Het gezin Wegter-Hoften op de boerderij werd gezegend met 9 kinderen, waarvan er maar 5 volwassen werden. Johanna Maria (1859) trouwde in Borne met Graads Vaalt. Johannus (1861) werd de opvolger op “de Steern”. Bemardus (1863) werd de opvolger op de boerderij (aangever bij de geboorte was Johann Fernekohl). Gerardus (1865) bleef ongehuwd en Theresia Maria (1867) huwde in Hengelo met Jan Kuipers.

Jan en Johanna Maria huwden op 27 april 1827 te Borne. Jan, geboren op 3 maart 1799 te Hengelo, en Johanna Maria Stoelers, geboren op 1 juli 1803 te Borne, ondertekenden zelf en dat is bijzonder, want in die tijd konden er weinig mensen schrijven. De ouders, behalve de overleden vader van de bruid, waren aanwezig, maar konden niet ondertekenen. Ook ondertekende Andries Overbeek, oud 65 jaar, schoenmaker.

In de Volkstelling van 1830 vond ik deze Andries wonend in huis nr.16, (nu Antiekhandel Pol) tegenover Mösselboer op de Meiershof, met vrouw en kinderen en een dienstmeisje: Dieka.

(Henrica) Wegter, geboren op 23 juli 1806 op boerderij De Wegter”, zus van Hendrik, had verkering met Gradus Grimberg, wever, die in de kost was bij de weduwe Mulder in huis 25. Dat huis stond aan de Ennekerdijk, zes huizen van de schoenmaker vandaan.

Dieka Wegteren Gradus Grimberg trouwden 29 oktober 1834. Zij vestigden zich op de hoek van de Marktstraat en de Brinkstraat, in een gedeelte van huis nr. 164. Dit huis was eigendom van Jan Bruggink, vrijgezel en een van de rijkste mensen van Borne. Zij vestigden zich schuin tegenover schoenmaker Derk Hofte (in huis 181, op de plek waar nu, in 2006, dr. Lokin woont) en waar later hun zoon Antonie Grimberg het schoenmakersvak leerde. “De Steern” stond ook aan de Marktstraat bij de Smidsbrug tegenover de haven. Toen heette de Marktstraat nog Nieuwstadstraat.

Afb. 05: Borne met Koppelsbrink en Brinkstraat (Juriënstraat)

Had Dieka de hand gehad in de kennismaking van Hendrik met Gesina? Of Andries? Of Gradus Grimberg, die net als Hendrik wever was? We weten het niet.

R. van Goethem

Afb. 06:

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar Inhoudsopgave 2006-02)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)