Auteur: Redactie
Voor dit artikel is in ruime mate gebruik gemaakt van de tekst in de promotiefolder voor de Hofdag die door het bestuur van de Heemkundevereniging is gemaakt en verspreid.
Op Hemelvaartsdag, 25 mei 2006, werd op de Meijershof een hofdag nagespeeld. Men kon hier een goede indruk krijgen van hoe het er 200 jaar en langer geleden (vanaf de Middeleeuwen tot in de Franse tijd) aan toe ging. De jaarlijkse, door de landheer bijeengeroepen Hofdag, deed oude tijden herleven op de plek die als het oudste gebied van Borne kan gelden. Het dorp Borne is nl. ontstaan op gronden die aan de Meijershof toebehoorden.
De Meijershof, waar de door de bisschop van Utrecht aangestelde hofmeijer de scepter zwaaide, moest zorgen voor het innen van pacht en het handhaven van de orde. Dit alles nadat deze boerderij in het jaar 1206 door een ruiltransactie samen met de Oude Kerk en andere goederen in het bezit van de bisschop waren gekomen. Naast de Meijershof en de Oude Kerk behoorde hier ook onderhorige boerderijen in Borne, Hertme, Zenderen, Bornerbroek en Ypelo onder. Het jaar 1206 is bijzonder omdat dit het jaar is waarin voor het eerst de naam van ons dorp in een schriftelijk bron wordt vermeld. Men schrijft dan Burgunde, hetgeen vrijwel zeker een naam is die, naar uit een andere bron blijkt, onjuist lijkt te zijn. Men had moeten schrijven: Borghende.
Voorgeschiedenis van de horigheid
De onderwerping van de Saksen door Karel de Grote had in de 9e eeuw grote veranderingen tot gevolg. Tot dan toe hadden de boeren in Twente en dus ook in Borne, nagenoeg in volledige vrijheid over hun land kunnen beschikken. Van toen af aan echter werden dè landerijen eigendom van hoge geestelijken en edellieden. Het bisdom Utrecht kreeg nu het wereldlijke gezag van keizer Karel de Grote opgedragen.
Zo werd de bisschop, vaak door schenkingen en legaten, na het jaar 1000 een van de belangrijkste grondbezitters van Twente. Sommige boeren waren pachters die stukken land huurden en daarvoor betaalden met een deel van oogst en/of met geld. Daarentegen had je ook horige boeren. Deze waren veel nauwer verbonden met de grondeigenaar. Zij mochten bij voorbeeld hun hoeve niet verlaten zonder toestemming van de eigenaar, omdat deze er van verzekerd wilde zijn dat de akkers altijd werden bebouwd. De hofhorige boeren waren tevens verplicht om regelmatig hand- en spandiensten te verrichten. Omdat de grootgrondbezitter meestal ver weg woonde wees hij in een bepaald gebied een grote boerderij (een Meijershof) aan als administratiekantoor. In Borne was dat de Hof te Borne, één van de zeven hoofdhoven in Twente, waarbij in elke Hof de circa 20 horige boeren hun pacht, zoals graan, kippen, linnen, enz., konden voldoen.
De jaarlijkse hofdag
In de periode zoals hierboven beschreven was het zg. hofstelsel een feit. Dit stelsel heeft in Twente bestaan tot begin 1800. De bewoner van de hoofdhof -in Borne de Meijershof- die als opzichter en rentmeester van de grondeigenaar optrad, werd hofmeijer genoemd. Jaarlijks, meestal op Hemelvaartsdag, moesten alle hofhorigen op de hoofdhof verschijnen om daar het hoofdgeld te betalen, een symbolisch bedrag waarmee zij hun horigheid erkenden. De hofdag werd verder benut om uitspraken te doen over geschillen tussen hofhorigen onderling of tussen dezen en de grondeigenaar. Het gericht stond onder voorzitterschap van de hofmeijer, als vertegenwoordiger van de heer, bijgestaan door cournoten (bij toerbeurt gekozen bijzitters bij het gericht) en de gerichtsschrijver. Ook werd er wel eens een testament opgemaakt en kwamen erfwinning, vrijkoop en opvaart aan de orde, waarover bij de opvoering van de in scène gezette hofdag uitleg werd gegeven.
Opvoering van de hofdag
Aan de opvoering van de hofdag werd medewerking verleend door een aantal van de huidige bewoners van de vroeger horige boerderijen. De opvoering werd gedaan op het terrein van de Meijershof in de ochtend en middag van Hemelvaartsdag 2006. Bedoelde bewoners kwamen al vroeg, zo omstreeks 9.30 uur, gekleed in de mode van rond 1806 naar de Meijershof en wel lopend of met paard en wagen, al naar gelang hun toenmalige status dit mogelijk zou hebben gemaakt. Het gehele gezin kwam mee, behalve kinderen beneden 10 jaar. Ze waren allen verplicht deze gang te maken.
Het weer, dat voor deze dag als spelbreker was aangekondigd, bleek zich op enkele druppels regen na, ook aan de spelregels te houden. De belangstelling voor de hofdag was groot.
Een verteller gaf bij de verschillende dag-onderdelen een uitgebreide toelichting waarna het spektakel begon. Om ongeveer 10.00 uur opende de hofmeijer de zitting en heette iedereen welkom.
Vervolgens noemde hij de namen van alle horigen om na te gaan of ze wel ter hofdag gekomen waren. De boeren kregen bij het noemen van hun naam telkens de gelegenheid om het hoofdgeld te voldoen.
Daarna kwamen de andere onderdelen aan bod:
- De erfwinning, waarbij de boer na de dood van zijn voorganger als nieuwe gebruiker van de boerderij een bepaald bedrag voldeed aan de hofmeijer wat met de naam erfwinning werd omschreven. Bij overlijden moesten de erfgenamen trouwens ook een bedrag neertellen en dat werd versterf genoemd. Trouwde de nieuwe boer, dan moest hij voor de z.g. opvaart en ingang in de echte wederom een bedrag betalen.
• De vrijkoop werd afgesloten om uit de horigheid te komen. De te betalen som werd daarbij over alle gezinsleden omgeslagen. De hofmeijer had recht op een deel van de betaalde bedragen.
• Ook geschillen kwamen aan de orde, zoals vandaag een geschil over een perceels grens tussen twee boerenerven waarover echter nog geen uitspraak gedaan kon worden omdat nader onderzoek noodzakelijk was.
• Verder werd een testament vastgelegd waaruit bleek dat dit nog niet zo eenvoudig was. De aanvrager schrok uiteindelijk terug voor de kosten!
Na vaststellen van nalatigheden werd door de hofmeijer of zijn cournoten een boete opgelegd. Dat noemde men een breuke. Dat hield in dat de veroordeelde een tonne bier moest meebrengen op de volgende hofdag. Bij in gebreke blijven zou de straf zwaarder worden. Overigens werden er ook vroeger op zo’n hofdag diverse biervaten aangeslagen en men liet het zich goed smaken!
Hiermee werd de voorstelling van de hofdag besloten waarna er door de aanwezigen, tegen een vergoeding, geproefd en gedronken kon worden onder het genot van gepaste muzikale ondersteuning. Ook werd een veldwachter op het terrein gesignaleerd. Al met al een geslaagde hofdag waar veel werd gelachen en waarvan velen genoten!
Redactie.
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 2006-02)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)