Auteur: J.J. Grootenboer
Inleiding
Het boerderijencomplex “De Bongerd” lag in de eerste dagen van april 1945 aan de frontlijn. Er scharrelden wat Duitse soldaten rond. De geallieerden trokken langzaam op vanuit Hengelo in de richting van Borne en Almelo, terwijl er ook troepen van de geallieerden vanaf het Twentekanaal in oostelijke richting naar Delden en Borne optrokken. Er zijn toen wat kleine schermutselingen geweest tussen de Duitsers en de “ondergrondsen” waarvan we eigenlijk het fijne niet weten. De mannen van de Nederlandsche Binnenlandsche Strijdkrachten (NBS) komen in actie. Er zijn wat spanningen rond het gebied van “De Bongerd”, er wordt wat heen en weer geschoten en de NBS-ers trekken zich terug op een boerderij nabij Hertme. Eén Duitse soldaat verliest daarbij het leven. We gaan op pad en proberen we via vraaggesprekken meer over de gang van zaken aan de weet te komen. Er zijn ook wat dagboeken die daarbij zouden kunnen helpen.
De eerste actie
Het is de eerste april. De mensen van de Ondergrondse komen die dag bij elkaar. Eén van de informanten geeft als motto aan: “De Ondergrondsen moest toch wat doen!”. In een artikel in De Bornse Courant ván 31 maart 2005 wordt Gerrit Verbeek als commandant genoemd en anderen noemen Harry van Harten als ondercommandant. In datzelfde artikel wordt zelfs gesproken over een opdracht om Duitse soldaten krijgsgevangen te nemen. Die arrestaties gelden dan als steun aan de acties van de geallieerden. Ook in het boek “In Verdrukking, Verzet en Vrijheid” van H. Noordhuis e.a., wordt verteld dat op zondag de 1ste april om 14.30 uur de commandanten van de NBS schriftelijk de opdracht hebben ontvangen om kleine groepen Duitsers gevangen te nemen. Onder de genoemde mensen van het Strijdend Gedeelte is één vrouw: Jo Krabbenbos. Zij trad in die tijd vooral op als koerierster. In een handgeschreven dagboek van de latere onbezoldigd veldwachter J. Kuiper is te lezen dat hij, (als behorende bij het genoemde Strijdend Gedeelte) om 11.30 uur de opdracht kreeg zich te melden op het adres van de ondercommandant aan de Deurningerweg. De opdracht is dus duidelijk: kleine groepen Duitse militairen aanhouden en gevangen nemen. Het is dan zaterdag vóór Pasen in de namiddag: de actie kan beginnen.
“Heinrich soldat” gevangen genomen
Eén van de mannen van de NBS doet uitvoerig verslag van de situatie op dat moment in en rond “De Bongerd”. De burgerij ziet ook wel allerlei bijzondere verrichtingen en mensen fietsen de mannen na. Het ramptoerisme is er niet alleen in onze dagen. Toch waarschuwt één van de mannen voor de nieuwsgierigen onder de Bornse bevolking, er staat nu eenmaal wat te gebeuren. Opvallend detail is dat sommige verzetsmensen elkaar niet eens verwachten. Inmiddels zien de mannen op zo’n 500 meter afstand Duitse militairen die zich bij de brug over de Bornse Beek hebben ingegraven. Toch trekken er wat ongeregelde troepen voorbij. Soms komen de soldaten om eieren vragen. Anderen komen dronken en waggelend langs de weg. De lol is er blijkbaar af. De NBS-mannen gaan inderdaad tot arrestatie over. De Duitse militairen moeten nu ergens worden onder gebracht.
Aan de Deurningerweg, in de buurt van het huis van de ondercommandant was wel een loods beschikbaar. Maar naast de loods staat een gloednieuw kippenhok, bewoond door Gerard en Rob van Harten en hun nog zeer kleine kinderen. Ze hadden hun huis· in Zenderen moeten verlaten omdat hun woning door een SS-eenheid was gevorderd. Of het als een spannend avontuur werd ervaren om zo’n 30′ Duitse gevangenen voorbij te zien lopen lijkt niet waarschijnlijk. Maar 30 mannen in een loods en die ook nog van eten en drinken voorzien blijkt niet houdbaar. Uiteindelijk worden de inmiddels 35 mannen vanuit de bergplaats van de ondercommandant in kleine groepen overgebracht naar de boerderij van Schwering, gelegen vooraan de Hemmelhorst. Dat wordt dan vooral in de nacht gedaan. De krijgsgevangenen krijgen een plek op de zolder van de paardenstal van Schwering. De ondercommandant wil het bij het aantal van 35 gevangenen houden. Wat waren dat voor mannen? De eerste gevangenen waren leden van de “Volkssturm”: oudere mannen, een samenraapsel van mannen uit steden en dorpen van het verwoeste rijk. Er waren ook leden van de Duitse Wehrmacht en jonge parachutisten. Er schijnt zelfs een NSB-echtpaar te zijn ingerekend. Erich, zo is zijn voornaam, schijnt nog niet eens de beroerdste geweest te zijn. Bewaakt door leden van de NBS, waarvan er tenminste één in zijn dagboek beweert nog nooit echt geschoten te hebben. Een enkele NBS-er krijgt het toch ook wel benauwd en weet, onder niet al te heldhaftige voorwendsels, de benen te nemen. Het is inmiddels nacht geworden en in het donker stijgt de spanning meestal.
Er gebeurt van alles, maar niet met militaire precisie
De eerste paasdag. Er mag dan wel worden gevochten, de parochianen rond de Theresiakerk laten zich de Paasmis niet ontnemen. Dan wordt Gerard van Harten, de bewoner van het fraaie kippenhok op het terrein van broer Harry, de ondercommandant, door enkele Duitsers aangehouden. Ze willen een fiets hebben. Dat vlucht sneller. Sommigen zeggen dat die aanhouding plaats vindt op de in aanbouw zijnde rondweg, ter hoogte van de Theresiakerk. Hier spreken informanten elkaar tegen. Sommigen beweren dat de NBS-ers al vertrokken waren en dat de gevangenen dus in principe vrij waren. Anderen beweren, dat er nog gesproken werd van arrestaties van Duitsers, maar dat die door de ondercommandant niet meer werden overgenomen wegens plaatsgebrek. Toch is er iets merkwaardigs aan de hand. Recht tegenover het boerderijencomplex aan de Hemmelhorst; de plek waar de Duitse soldaten gevangen zitten, bevindt zich, omgeven door een weide, het café van de familie Beijen. Nu waren er wel aanmerkelijk meer cafés in Borne, maar dit café was door de Duitse Wehrmacht in gebruik genomen als een soort soldatenmess. Maar er is nog wat: volgens de voormalige eigenares van het hotel/restaurant “Het Schip” aan de overkant van Café Beijen zou een SS-eenheid zich achter de borstwering van de restaurantruimte hebben verschanst. Al met al geen veilige situatie voor een groep amateurs. De positie van café Beijen speelt dan ook later een bescheiden doch cruciale rol in het geheel.
Als het verhaal klopt gaat Gerard van Harten wel in op het bevel van de Duitse militair, maar wijst er op, dat hij nog een Ausweis heeft waardoor hij de fiets rechtmatig mag houden. De soldaat loopt met Van Harten naar de overkant, naar zijn huis, om het vereiste document te kunnen zien. Dan wordt het verwarrend. Sommigen denken dat de ondercommandant bij de zaak betrokken raakt. Ook enkele andere NBS-ers zijn erbij. Iemand schijnt papieren uit zijn zak te willen halen. Anderen vermoeden het trekken van een wapen. De Duitser springt naar achteren richt zijn wapen op de tegenstander. Anderen beweren dat door dat vuurcontact een Duitser licht gewond raakt en de vlucht neemt. Er zijn ook NBS-ers die later van een dergelijk vuurcontact hebben gehoord, maar er niets van hebben gemerkt.
Duitsers komen in actie
Hier komt het verhaal van Café Beijen in beeld. Waarschijnlijk zonder speciaal doel rijdt er een Duitse wagen het terrein rond het café op. Soldaten komen van de wagen af en gaan het café in. Er komt dan plotseling een soldaat aanrennen met de overspannen kreet: “Partisaner! Partisaner!”. De militairen duiken van schrik onder de biljarttafel.
Een officier roept hen tot de orde en laat ze aantreden in de wei rond het café: Een voorbeeld van professioneel militair handelen. Volgens Beijen krijgt die groep soldaten de opdracht om naar de overkant te trekken en de collega-soldaten te bevrijden. Ook leden van de SS-eenheid, bestaande uit para’s, nemen aan de actie deel.
De verzetsgroep kan niet anders dan een verstandig besluit nemen door zich terug te trekken en zich zo snel mogelijk uit de voeten te maken. Ze voegen zich bij een kleine, maar actieve, verzetsgroep in Hertme die zich op de boerderij van Oude Egberink ophoudt. De Duitse soldaten vragen naar hun medesoldaten en een vrouw uit de buurt wijst hen naar de boerderij van Schwering. Intussen gooien SS-mannen een handgranaat in de kelder van een van de woningen en steken het huis van Harry van Harten, de ondercommandant, in brand. Maar er valt niets te vechten. De tegenstander is immers verdwenen? Eén soldaat steekt nieuwsgierig zijn hoofd uit het dakraam van zijn “gevangenis” en wordt direct door een Duitse scherpschutter door het hoofd geschoten (Leo Peckl heet de man en hij was eens werkzaam bij de Duitse Spoorwegen).
Bronnen
- H. Noordhuis e.a., In Verdrukking, Verzet en Vrijheid, Borne 1995.
- G.J.H. Kokhuis, Twente 1940-1945, Enschede 1975.
- Annemarie Haak, IN: Bornse Courant,.31 maart 2005………
- J. Kuipers, Dagboeken (v.e. ex-lid v.d. NBS),Gem. archief Borne; ,·
Vraaggesprekken met: Henny Baartman; Betsy, Harry en Maria Beijen; Mw. M.G.E. van Harten-Fransen; Groep J.H. Kuiper, Te Riet, Struik en H.J.B.M. Velner; H.G. Rientjes; J.B. Smienk (waarbij zwager J.G.J. aanwezig was); Mw. Steneker.
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 2006-02)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)