Auteur: H.M. Temmink
Verslag van het jaarlijkse reisje van de heemkunde vereniging d.d. 24 mei 2003.
De weergoden waren ons in het begin niet goed gezind, want we begonnen de reis in stromende regen. Precies half negen vertrok de bus met 34 deelnemers vanaf het parkeerterrein De Bolkshoek. De heenreis ging via een toeristische route door de achterhoek, langs en deels door Diepenheim, Borculo, Ruurlo, Lichtenvoorde en Dinxperlo waar we de grens passeerden. De grens loopt hier dwars door het plaatsje Dinxperlo. Jammer dat het zo regende want aan de reacties in de bus te horen was de achterhoek bij velen een onbekend gebied terwijl onderweg veel moois te zien was.
Om kwart over tien, een klein kwartier te laat, kwamen we bij ons reisdoel kasteel Anholt aan, waar we in een prachtig restaurant werden getrakteerd op kaffee en apfelkuchen. Kasteel Anholt was een verdedigbaar bouwwerk waarvan de nu nog aanwezige dikke toren en een niet meer aanwezig klein woonhuis, gebouwd voor 1169 tot de eerste stenen bouwwerken in de streek behoorden. Pas in de 14de eeuw vond een verdere uitbreiding plaats, in latere perioden gevolgd door vele andere. In de laatste maand van de tweede wereldoorlog werd het kasteel tijdens een bombardement zwaar beschadigd. In de jaren zestig is men begonnen met de wederopbouw en de restauratie, waarvan de kosten negen miljoen mark bedroegen, de staat nam zes miljoen voor haar rekening en de eigenaar drie miljoen.
De bewoners: Reeds in 1169 wordt een heer van Sulen en Anholt als leenman van Godfried van Rhenen bisschop van Utrecht genoemd. Na meer dan 200 jaar stierf in 1380 de Anholtse tak van de heren van Sulen in mannelijke lijn uit. Herberga van Sulen sedert 1362 gehuwd met Herman III van Gemen werd erfgenaam. Uit dit huwelijk zijn twee dochters geboren. Bij een erfdeling in 1402 werd de heerlijkheid Anholt toebedeeld aan de dochter Magaretha van Gemen sinds 1388 gehuwd met Gijsbert van Bronckhorst-Batenburg (zowaar een Nederlandse tak).
Na vele decennia van oorlogen, plunderingen en revoluties werd op 14 september 1621 Diederik IV en zijn broer Jacob van Bronckhorst-Batenburg op grond van hun trouw aan de Keizer en de Kerk, door Keizer Ferdinand II in de erfelijke gravenstand verheven. Diederik IV had slechts één dochter Maria Anna die in 1641 Leopold Philip Care! vorst van Salm Wild, Rheingraf huwde (Rheingraf is de titel van hen die de grafelijke rechten in de Rheingau bezaten; Leopold stamde oorspronkelijk uit Rheingrafenstein aan de Nahe). Sinds die tijd is kasteel Anholt, tot heden ten dage, residentie van de vorsten van Salm-Salm. Kasteel Anholt behoort tot de weinige landgoederen in Europa welke privé worden gerund en onderhouden.
De rondleiding: Om 11 uur precies begonnen we aan de bezichtiging van het interieur onder de deskundige leiding van een vrouwelijke gids die zowel Duits als Nederlands sprak, voor sommigen een hele opluchting. We begonnen in de prachtige bibliotheek die meer dan 5000 banden bevat, waarbij de prachtige atlassen van de Nederlandse 17de-eeuwse kaartenmaker Joan Blaeu het meest opvallend waren. Na de bibliotheek kwamen we door verschillende zalen met veel kunst, porselein, meubelen enz. met als uitschieters de prachtige kristallen kroonluchters.
Een beschrijving van al het aanwezige moois zou te ver voeren, ik kan u beter aanbevelen om zelf te gaan kijken. Wat ik u echter niet wil onthouden is enige aandacht te besteden aan de aanwezige schilderijen, waaronder veel oude Nederlandse meesters. Het meest in het oog springend was een schilderij van Rembrandt uit 1635, getiteld “Diana met Actäeon en Callisto”. In de Griekse Mytho
logie was Diana de Godin van de jacht, Actäeon was jager en klein zoon van Cadmus. Hij zag toevallig de kuise Artemis (Diana) baden en werd voor straf veranderd in een hert en werd vervolgens verscheurd door zijn eigen honden. Callisto, een nimf, ging regelmatig op jacht met Diana; de geliefde van Zeus werd in een berin veranderd en aan de hemel geplaatst als sterrenbeeld. (grote beer).
Het grootste deel van de meer dan 600 schilderijen hadden qua staat van onderhoud een museaal karakter, de eigenaar en beheerders verdienen wat dat betreft een grote pluim. Na een uur rondleiding was een ieder vrij om de rest van het kasteel te bekijken zoals de keuken, toren met wapens en munten enz. Diegenen die de tuin wilden bekijken hadden nu de weergoden mee, want het was inmiddels droog geworden.
Om kwart voor één vertrok de bus om ons naar het iets verder gelegen biotoopwildpark Anholter Schweiz te brengen. Hier gebruikten we de warme maaltijd in een op een eilandje gelegen restaurant, de maaltijd was prima verzorgd en de bediening uiterst vriendelijk. Na de maaltijd kon een ieder op eigen gelegenheid het park verkennen. Het park werd aangelegd in 1893 in Zwitserse stijl door Fürst Leopold zu Salm als herinnering aan zijn huwelijksreis naar Zwitserland. Hout en rotsblokken werden per schip en paard en wagen aangevoerd en zo ontstond in Anhalt een klein Zwitserland.
Het park is 56 hectare groot en is voorzien van 6 kilometer goed begaanbare wandelpaden. Naast de vele verschillende boom- en struikensoorten biedt het park onderdak aan vele inheemse diersoorten zoals de vos, de das, de wolf, herten en reeën enz. enz. Na een opmerking van ter Keurs: wat ne onmeunig èènd loopn, stapten we om vier uur weer in de bus voor de terugreis naar Borne waar we om half zes aankwamen. Voor mij was dit de eerste keer dat ik deel nam aan een reisje van de heemkundevereniging maar, naar ik hoop, zeker niet de laatste keer, met dank aan de organisatoren.
H.M. Temmink.
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 2003-02)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)