Auteur: F.J. van Capelleveen
Heraldiek, of wapenkunde, is ontstaan in het midden van de 12e eeuw. Of liever, het gebruik van persoonlijke wapens, om herkenbaar te zijn in de strijd tussen geharnaste ridders, stamt uit die tijd. Zo rond 1150 worden de eerste op het schild van de strijders afgebeelde wapens op het slagveld waargenomen. Ze zijn dan vaak zeer eenvoudig van opzet met b.v. een streep of kruis in een felle kleur op een goed contrasterende ondergrond. Het gebruik van zulke wapens, voor de herkenning in de strijd, heeft maar relatief kort geduurd. Rond 1250 werd deze toepassing in het algemeen reeds verlaten.
De toepassing van de vaak kleurrijke wapens verdween echter niet. Men zag in, dat het wapen zeer geschikt is als “adressering”, voor representatieve doelen of het merken van eigendommen. Daardoor ging ook het persoonlijke gebruik over op familiegebruik. Het wapen vererfde en werd symbool van het geslacht. Wel waren de wapens veel langer in gebruik in de “strijd” op toernooien en ter versiering van gebouwen e.d. De heraut was in de middeleeuwen de man die moest zorgen dat de ridders hun wapens op de juiste manier samenstelden. Zo ontstond er langzaamaan een “reglement” waarin een en ander, eerst mondeling en later schriftelijk, werd vastgelegd. Hiermee ontstond de HERALDIEK of WAPENKUNDE.
Ook de bewoners en eigenaren van het huis Weleveld maakten gebruik van het zo gemakkelijk herkenbare wapen als geslachtsaanduiding. De oorspronkelijk uit het Drentse Ruinen stammende eerste eigenaren en bouwers van de allereerste verdedigbare opstallen op het Weleveld, voerden al snel een wapen dat deels was afgeleid van het wapen van Ruinen. Hun wapen is tot de dag van vandaag verbonden aan het Huis en Landgoed Weleveld en was onder meer blikvanger bij de viering van het 700-jarig bestaan van het landgoed enkele jaren geleden.
De achtereenvolgende eigenaren/bewoners van Weleveld waren en zijn leden van de geslachten: Weleveld, Schele, Rechteren/Van Hambroick, Dikkers en Ten Cate/(Kwint)-Hänisch ten Cate. Van deze geslachten volgt hier een overzicht van de schilden der geslachtswapens met enige bijzonderheden uit de periode waarin de betreffende familie aan Weleveld verbonden was.
Periode Weleveld: ± 1300 (of eerder)-1521
De uit het geslacht Van Ruinen stammende Otto van Welvelde is de eerst bekende bewoner van Weleveld. Hij wordt in 1320 voor het laatst genoemd en in 1323 zien we Otto II als zijn opvolger. Diens zoon Johan blijkt in 1353 Welvelde in leen te houden van Johan van Ruinen. Dan worden ook, naast het huis Weleveld, de belangrijkste bezittingen van dit goed opgesomd, t.w. de boerderijen Luttike Hulsdore, dat Storkeslo, dat hus ter Beke, dat hus tor Hare, dat goet to Bertoldinck unde dat Velthus to Hertme. De laatste mannelijke telg, Johan III van Welvelde, stierf in 1521 en erfdochter Anna bracht het goed door huwelijk in het volgende geslacht.
Periode Schele: 1521 – 1715
De overgang naar het geslacht Schele geschiedde door huwelijk van Sweder Schele met erfdochter Anna van Welvelde. Sweder Schele was bezitter van het nog bestaande slot Schelenburg bij Sledehausen dat ten oosten van Osnabrück is gelegen.
Nadat in 1706 de laatste mannelijke telg van deze stam, grote schulden nalatend, was overleden erfden diens vier zusters het goed. Mogelijk mede door de grote geldzorgen was er weinig eenheid onder de vier zusters. Om uit de geldzorgen te komen werd het goed uiteindelijk in 1715 verkocht. Een nieuw geslacht, met oude banden met Welvelde, trad aan…
Periode Van Rechteren/Van Hambroick: 1715-1819
Weleveld werd in 1715 door aankoop verworven door Adolf van Rechteren, heer van Almelo en Vriezenveen. Na een juridisch gevecht over onrechtmatigheden bij deze vermeende aankoop werd na veel getouwtrek Lambert Joost van Hambroick, wiens moeder een telg was uit het geslacht Van Welvelde, uiteindelijk in 1719 de eigenaar. Maar het duurde nog tot 1752 voor de schadevergoeding die door Van Rechteren werd geëist geregeld werd. Na de dood van de laatste bewoner Robert Hendrik van Hambroick vererfde het goed op zijn kinderen Maria Louisa en Willem Hendrik. Het huis bleef echter onbewoond tot in 1792 graaf Van Heiden Hompesch tot Ootmarsum er enige tijd in woonde. De kwaliteit van het gebouw zal wel snel achteruit zijn gegaan na diens vertrek, want Rechteren het huis werd in 1804, in waarschijnlijk slechte staat door jarenlange leegstand, afgebroken. In 1819 werd het landgoed
verkocht.
Periode Dikkers: 1819 -1908
Het landgoed, zonder huis, werd gekocht door G.J.O.D. Dikkers, ontvanger der directe belastingen te Borne en Hengelo. Verder was hij burgemeester van Weerselo en ontvanger particulier van het gehele arrondissement van Almelo. Hij was een vermogend man. Na zijn overlijden bleef zijn weduwe de onverdeelde goederen beheren en daardoor werd pas in 1891, na haar dood, een boedelscheiding doorgevoerd. Daarbij verkreeg Jan Dikkers uit Almelo het landgoed Weleveld. Jan vormde samen met zijn broer Leonard de bankiersfirma Dikkers en Companie. Deze ging echter failliet. Het landgoed werd daarop te koop aangeboden en zou na een periode van 90 jaren weer uit het geslacht Dikkers verdwijnen.
Periode Ten Cate/Hänisch ten Cate: 1908 – heden
Door koop kwam het goed in handen van de uit Almelo stammende Mw. Catharina Magdalena ten Cate, dochter van textiel fabrikant Hendrik ten Cate. Zij was gehuwd met een Oostenrijks officier genaamd Josef C.L.S. Hänisch. Haar kinderen voerden de naam Hänisch ten Cate. Door schenking kwam het goed in 1946 aan haar zoon en na diens overlijden in 1961 werd het goed uit diens boedel een jaar later toebedeeld aan de huidige eigenaresse Mw. C.M. Kwint-Hänisch ten Cate.
Nog een wapen
Er bestaat nog een wapen, n.l. een combinatiewapen dat tevoorschijn kwam bij opgravingswerkzaamheden op Weleveld, waarvan de grachten in 1995 werden hersteld. Het wapen is afgebeeld op een toen gevonden windvaan en wordt geacht 17de-eeuws te zijn. Het vaantje bevat een silhouet van een wapen met een gedeeld schild. De rechterhelft(1) laat onmiskenbaar het wapen van Weleveld zien. Omdat de datering van het vaantje 17de-eeuws is, valt dat in de periode waarin o.a. de Schele’s het huis bewoonden. Als de datering juist is, moet het wapen dus het huiswapen voorstellen. De linkerhelft van het combinatiewapen is echter nog niet geïdentificeerd. Gezien de constatering dat de rechterhelft een huiswapen is, zou dat ook met de linkerhelft hét
geval kunnen zijn.
In de tijd van de Schele’s was Weleveld nauw verbonden met het even over de grens liggende goed Welbergen. Op dit goed resideerde in de 14de eeuw een geslacht Blome. Het familiewapen van dit geslacht vertoont veel gelijkenis met dat op de linkerhelft van het combinatiewapen. Het kan dus zijn dat dat wapen in of vanaf de 15de eeuw als huiswapen op Welbergen werd gevoerd. We hebben hierover tot op heden echter nog geen zekerheid kunnen verkrijgen.
F.J. van Capelleveen.
1) De termen “rechts” en “links” worden in de wapenkunde gebruikt als gezien vanuit de wapendrager. Voor de beschouwer geldt dus het tegenovergestelde.
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 2003-01)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)