Boorn & Boerschop 2002-02: NOGMAALS “OVER OALE BOORNSEN 1”

Auteur: C.J.A. Stoeiers

In het artikel van R. van Goethem in het maartnummer van dit blad, wordt twee keer de naam Stoeiers of Stoolhuis genoemd. De eerste keer wordt verhaald over Joanna Maria Stoeiers, die rond 1830 gehuwd was met Jan Wegter; de tweede keer over haar buurmeisje Hermengilde Kuipers, die gehuwd was met Antonius Henricus Schoemaker, de eerste dokter van Borne. Beide Qonge)dames kwamen volgens de auteur uit het Stoolhuis of Stolershuis, dat gelegen was aan de Zenderense Es. Dit laatste nu is bezijden de waarheid, al zal Hermengilde Kuipers wel geregeld in het Stoolhuis zijn geweest. Een oom en tante woonden daar, maar niet zijzelf Daarbij verschilden zij en Joanna Maria Stoelers aanzienlijk in leeftijd. Opmerkelijk is tenslotte dat haar oom en tante wel Stoelers als achternaam hadden, maar dat zij geen familie waren van Joanna Maria Stoelers, ofschoon beide families in het Stoolhuis of Stoelershuis woonden.

Afb. 01: A.H Schoemaker

Hoe zat het dan wel?

Hermengilde Kuiper of Kuipers werd ook wel Hermina (Kuiper) genoemd. Zij huwde in 1798 met A.H. Schoemaker; het echtpaar kreeg 6 kinderen. Hun oudste zoon, Joannes Bernardus Schoemaker, volgde zijn vader als dokter te Borne op. Het reeds vaak genoemde dagboek is van deze J.B. Schoemaker.
Hermina Kuiper was de dochter van Joannes Kuiper en een zekere Ferme Stoel. Hermina had nog drie zusjes, zijzelf was de tweede in de rij kinderen. Ferme Stoel was de dochter van Hermen Stoel en Ferme Reiners, die in het kerkdorp Borne woonden. In 1810 leefde te Borne nog de laatste mannelijke nazaat van deze Hermen Stoel, de verwalter-richter Hermen Stoel.

Joannes Kuiper kwam van de “Kupersboer”, ook wel de “Broekkuiper” geheten, een boerderij vlakbij het Weleveld en ook daartoe behorend. Voor hem was daar te weinig ruimte nadat zijn oudste broer Albert de boerderij had overgenomen. Daarbij moest ook nog een plaats ingeruimd worden voor Maria, de jongste zus, die als klopje op de boerderij bleef wonen. Albert en Joannes waren zonen van Gerardus Kuiper of Kuper en Margaretha Soppen of ‘t Sopper, ook wel Wessels geheten. Joannes en Margaretha waren in 1723 getrouwd. In 1675 woonde op de Kupersboer Nijhaves Cuypers Weduwe. Of deze weduwe de moeder of oma is geweest van Gerrit Kuiper of Kuper, weten we niet.

Vermeldenswaard is wel dat nazaten van Albert Kuiper rond 1980 nog steeds op de voorvaderlijke plek bij het Weleveld woonden. Maria Kuiper, de oudste achterkleindochter van Albert, trok na haar huwelijk met Lambert Hofmeyer opnieuw naar de plek bij het Weleveld. Uit haar werd Antonius Hofmeyer geboren die trouwde met G.J. Mensink. Uit dit echtpaar werd o.a. Susanna Hofmeyer geboren, die na huwelijk met Jan Hendrik Bruggink het erf in de familie Bruggink bracht, welke familie er eind 1980 nog in woonde. Opmerkelijk is ook dat de opa en vader van Maria Kuiper via het erve Bartelink in Borne en vervolgens op het erve Obbenkotte in Volthe waren gekomen, eerst als pachter en later als eigenaren, maar Maria trok na haar huwelijk weer op het voorvaderlijk erf. Vanuit het Obbenkotte trok ook een nazaat naar het Damhuis in Denekamp. Hennie Kuiper, de welbekende wielrenner, is een rechtstreekse zoon van deze tak Kuiper.

Voor een jongere broer van Albert Kuiper en derde zoon van Gerardus Kuiper, Willem, was er eveneens geen plaats (genoeg) op de Kuipersboerderij. Willem betrok na zijn huwelijk het Stolershuis, waarschijnlijk in 1764. In dat jaar trouwde hij met Gertrudis Stolers, een dochter van Gerard Stool en Maria Lette, die het ene gedeelte van het Stolershoes bewoonden en het land bewerkten.

Het andere deel, van het Stolershoes en het land, werd bewoond en bewerkt door Albert Velthuis, ,later Stoeiers geheten, en Berendina ter Brugge. De genoemde Joanna Maria Stoeiers, die met Joannes Wegter trouwde, stamt van dit echtpaar af. Misschien zijn beide families in het Stolershuis oorspronkelijk familie van elkaar geweest, maar in de jaren rond 1810 ontkende men expliciet iedere familieband. Mogelijk is ook dat het huis eenzelfde familienaam aan verschllende geslachten heeft gegeven (hetgeen wel vaker voorkwam; redactie). Beide gedeelten waren, voor wat betreft bouw- en akkerland ongeveer even groot (l).

Het echtpaar Willem Kuiper-Gertudis Stolers, kreeg o.a. een zoon Antonius wiens kinderen in het doopboek van de St. Stephanusparochle soms Kuipers, soms Stoeiers, maar ook als Kuiper vulgo Stoeiers worden genoemd. In 1812 is het deze Antonius die de achternaam Stoeiers aanneemt. Waarom hlj zich geen Stolers heeft genoemd, zal altijd wel een raadsel blijven. Antonius heeft welbewust gekozen voor de naam Stoeiers, getuige zijn handtekening in 1912:

Afb. 02:

Een zusje van deze Antonius was klopje en woonde ook op het Stolershuis. J. Grootenboer memoreert haar in zijn boekje “Klopjes te Borne”: Aldus trad zij in de voetsporen van haar tante, het klopje op de Kupersboerderij.

Afb. 03: Kadastrale situatie rond 1832 (1)

De nakomelingen van Antonius Stoeiers trekken eind 19de eeuw allemaal het dorp Borne in of verder weg, naar Hilversum. Via deze laatste tak kan men nog mensen met de naam Stoeiers in Amsterdam tegen komen.

Het Stoelershuis bleef bewoond door louter nakomelingen van het echtpaar Velthuis-Stolers, uiteindelijk de familie Nijhof. Deze trok tenslotte naar een nieuw onderkomen op de grens van Hertme en Tubbergen. Het Stolershuis kwam aan het Oonk. Bij afbraak kwam nog een oude keukenvloer van keitjes te voorschijn met het jaartal 1764. Eén van de eerste daden van de (in 1784 nog kersverse) echtgenoot Willem Kuiper?

Mocht iemand meer willen weten over de familie Stoeiers in vroegere jaren, dan kan men contact opnemen met C.J.A. Stoeiers, tel. 0541 51 65 68.

(1) De tekening werd aangereikt door H.A.M. Woolderink, die ook menige koopakte, de familie Stoeiers betreffende, uit de archieven wist op te diepen.

C.J.A. Stoeiers.

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar Inhoudsopgave 2002-02)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)