Behalve een rekeningenboek liet dokter Schoemaker (0 1799, t 1879) ook een aantekenboek na. Het boek begint in 1848 en loopt door tot 1875. Enige van de aantekeningen in het Dagboek komen in deze kleine artikelenreeks aan de orde.
Auteur: J.B.F. Leuverink
Deze keer gaan we even terug naar de eerste, in Borne wonende, Schoemaker. Dat was de op 18 maart 1756 in Groenlo geboren Antonius Hendrikus Schoemaker, de vader van de zo bekende dokter Jan Bernard. Deze Antonius was in zijn hoedanigheid van scheepsheelmeester, in het jaar 1781, aan boord van de “Erfprins” tijdens de slag bij de Doggersbank. Hij maakte op 5 augustus van dat jaar deze slag dus mee.
In 1788 zegde hij echter de Marine vaarwel, na eerste nog een zware schipbreuk nabij Petten te hebben meegemaakt.
In datzelfde jaar, 1788, kwam hij naar Borne om zich hier als Heelmeester Chirurgijn te vestigen. Hij werd daarmee de eerste heelmeester in Borne.
Bij onze speurtocht naar gegevens over heelmeester Schoemaker en zijn nazaten, stuitten wij in het Rijksarchief in Den Haag op een verslag van Schout bij Nacht J.A. Zoutman. Dit verslag bleek een rapport aan Zijne Doorluchtige Hoogheid den Prince van Orange enz., enz., enz. aangaande de slag bij de Doggersbank. Een deel van de gegevens uit dit rapport zijn gebruikt in het in 1999 verschenen boekje Jan Bernard. Schoemaker, een Twentse Heelmeester in de negentiende eeuw. Het in oud Nederlands geschreven rapport is te lang om hier in zijn geheel op te nemen. Daarom zullen wij de kern van het verhaal daarin, in een volgende Boom en Boerschop plaatsen.
J.B.F. Leuverink.
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 2002-01)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)