Boorn & Boerschop 2002-01: UIT DE FAMILIEKRONIEK WOOLDBRINK 7

Nadere algemene, voor Twente belangrijke, gegevens uit de familiekroniek van Woolderink worden in deze artikelenserie behandeld. Thans wordt de erfwinningsbrief besproken.

Auteur: H.A.M. Woolderink

De erfwinningsbrief van 5 maart 1642

In de erfwinningsbrief* verklaart de (plaatsvervangend) landrentmeester van Twente, Albert van Hemert, dat Roeleff Woolderinck en zijn vrouw Swenne erfwinning hebben gedaan van het erve Woolderinck te Rectum en dat ze beiden levenslang het gebruiksrecht hebben van grond, snoeihout (en zachthout zoals berk en els), heide en weide en de oude en nieuwe rechten, met name het gebruik van de markegrond.

Dat alles voor de vaste pacht, tinsen, (bode-)diensten, belastingen en de op het erve gevestigde schulden volgens het register van het domein. Dit op de volgende voorwaarden: ten eerste dat zij aan het domein hofhorig zijn in de Hof te Delden, ten gevolge waarvan zij niet het geringste land van het erve mogen bezwaren (met rechten of lasten), verkopen of in onderpand geven, zonder kennisgeving aan en goedkeuring van de dan fungerende landrentmeester. Ook mogen zij geen eiken, beuken of hulst (hardhout) hakken, maar zijn ze verplicht om jaarlijks voldoende jonge eiken en beuken op het erve te poten.

Ook moeten ze de grond bemesten en bewerken zoals hun buren (noabers) dat gewend zijn, het huis goed onder dak houden en onderhouden alsmede het land goed omheinen en omwallen en tenslotte hun jaarlijkse pacht voldoen naar behoren. Dat alles op straffe van verlies van de erfwinning. De kosten zijn reeds voldaan en de landrentmeester belooft voor zichzelf en zijn opvolgers in te staan voor deze erfwinning. Het oorspronkelijke document is voorzien van de uithangende zegels in groene was van de rentmeester en de hofmeijer.

Afb. 01: Voorzijde van het Woolderink in de winter van 1998

Hierna de tekst van een kopie van de oorspronkelijke erfwinningsbrief:

Afb. 02:
  • Officieel opgemaakt document betreffende de erfopvolging en opname in de hofhorigheid. Men was dan niet meer vrij het erve zomaar te verlaten. Hier stonden verschillende vererfbare voorwaarden en een niet veranderende pacht tegenover.

H.A.M. Woolderink.

Reeds in 1902, aldus de Bornse Courant, was men voor winkelsluiting op zondag…

Afb. 03:
Afb. 04:

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar Inhoudsopgave 2002-01)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)