Auteur: J.B.F. Leuverink
Zoals beloofd in “Ooit gesloopt No. 13” hierbij een afbeelding van de voorkant van Café Mol, van Willem Mol en Maria Kuipers, aan de Koppelsbrink, gezien vanaf de Weerselose kant. Helaas is het gebouw rond 1960 gesloopt en toen vervangen door het woonhuis van Jo en Mien Mol, later en ook nu nog bewoond door de fam. AJ.E. Haverkort. De heer Haverkort ontdekte onlangs bij het vernieuwen van het terras, een gemetselde waterput van :t:: 4 m diepte. Deze put is vroeger gebruikt om de gestalde paarden van water te kunnen voorzien (Voor de koetsiers was er een andere drinkvoorziening).
Als je dit plaatje ziet, vraag je je af waarom zo’n fraai gebouw in vredesnaam afgebroken moest worden! Thans zou zo’n gebouw onmiddellijk op de gemeentelijke monumenten lijst geplaatst zijn (naar wij zouden kunnen hopen!). De op het pand rustende tapvergunning is indertijd verkocht aan de heer B. Olde Olthof (Bets van de Kor) die een café had aan de Azelosestraat dat thans de naam “Café de Klos” draagt.
Van caféhouder Mol zijn diverse anekdotes bekend. Een ervan, uit de Bevrijdingsdagen van 1945, willen wij U niet onthouden: Op een zondagmorgen zaten enkele stamgasten gezellig met twee Canadese soldaten een kaartje te leggen. Na het nuttigen van een paar biertjes ging een der soldaten naar de tapkast en vroeg iets aan Willem. Willem, die de Engelse taal niet machtig was, vroeg aan een van de stamgasten, wijzend op de soldaat, ”He heft ower n toedeloe, is dat soms wiskie?”. Nee Willem, “He mut pissen” was het antwoord van de stamgast die wel iets van de Engelse taal afwist. Willem, breed lachend, deed de deur naast de tapkast open en wees de soldaat de gang in naar achteren. Hij riep hem na: “Ie mut bukken bie den balken doar”. Enkele ogenblikken later hoorden de bezoekers een doffe dreun, gevolgd door een paar Engelse vloeken. Een poosje later kwam de bevrijder terug met een knoepert van een bult op zijn voorhoofd. Willem doopte een handdoek in de spoelbak en gaf die aan de soldaat met de onvervalste woorden: “Ik hadn oe nog zo zegt, ie soln oe de hasses nig stoten an den balkn doar!”.
J.B.F. Leuverink.
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 2002-01)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)