Boorn & Boerschop 2002-01, EEN TIMMERMANSINVENTARIS VAN OMSTREEKS 1760

Auteur: G.A.B. Nijhuis

In de volkstelling van 1748 woonde er een Everwijn van de Berg in het dorp Borne. Van hem staat geschreven: d’Heer Everwijn van den Berg en desselfs suster Elisabeth, (met als) kostgangers Johanna en Jan Willem Raatshe. Everwijn en Elisabeth hadden een zuster, Aleida, die gehuwd was met Georg Frederik Racer, predikant te Delden van 1722-1744. Zijn zoon Jan-Willem werd in 1736 in Delden geboren en woonde als 12 jarige knaap (al) bij zijn oom. Zijn zus Johanna zal ook niet veel ouder zijn geweest. De reden dat deze twee bij een oom woonden lag in het feit dat Georg Frederik een geschil kreeg met zijn gemeente over het bedelen van de armen door de diakens via hun winkel. In 1744 was hij dan ook vertrokken naar St. Croix, een eiland in West-Indië. Dat was de reden dat zij bij hun oom (broer van moeder Aleida) in kost waren. Jan Willem vestigde zich op latere leeftijd in Oldenzaal als rechtsgeleerde, terwijl zijn zuster Johanna huwde met de Amsterdamse groothandelaar in textiel Tak (Bron 1). Op betrekkelijk jonge leeftijd weduwe geworden, zette zij in Amsterdam de groothandel en tevens stoffenwinkel van voornamelijk bedrukte en beschilderde stoffen afkomstig uit India, de zogenaamde sitsen, voort. In geheel Nederland had zij klanten. Ze handelde ook, in samenwerking met Dirk Bruins (familie?) uit Almelo, in linnen producten.

Afb. 01: Wie kan iets noodigers betoonen, Als huizen om daar in te woonen? Maar weelde en lust heeft voortgebracht, Dat oorbaar wortelt met de pracht.

Het meeste linnen zal vanuit het qua arbeidskosten goedkope Twente naar Amsterdam zijn vervoerd. Het stadsarchief Oldenzaal bezit een groot aantal stukken over de handel van Johanna. In het Oldenzaalse stadsarchief zit ook een aantal bescheiden over de familie Racer die ook voor de geschiedenis van Borne en in het bijzonder voor zijn toenmalige inwoners van belang kan zijn. Wat heet belang? Het stuk geeft een beeld van een timmermanswinkel annex huishoudelijke inventaris (Bron 2). Waarom dan dit bovenstaande, zult u als lezer zeggen. Voor dit artikel is het bovenstaande van belang om te weten over welke personen het gaat én om de winkel van Hermannus Mulder te kunnen plaatsen. In het artikel Uit het aantekenboek van J.B. Schoemaker 4 (Bron 3) wordt ook een Hermannus Mulder genoemd. Ik neem aan dat dit dezelfde persoon is.

Waar in Borne Everwijn van de Berg nu precies heeft gewoond, kon ik niet achterhalen. Hij stierf in 1764. Zijn zuster wordt in het Register van het Hoofdgeld van 1767 nog onder de vermogenden genoemd: Juffer Elysabeth van den berg en meit hendrika. Pas na 1787 (!) vond de afwerking van de boedel van broer Everwijn plaats. Deze Everwijn moet toentertijd goed in de slappe was hebben gezeten, want Johanna Tak-Racer had in totaal fl. 8710,17, – geleend van haar oom Everwijn.
In het onderstaande komt de reeds genoemde Hermannus Mulder, eveneens niet onbemiddeld en tevens in Borne woonachtig, ook als partij voor. Voor zijn bedrijf had hij twee kapitalen van fl. 80 van Everwijn geleend en moest over de jaren 1776 t/m 1787 ook nog eens fl. 60 rente betalen. Tevens bezat Hermannus Mulder naast zijn eigen huis nog een huis waarin Steven Morselt woonde. Steven moest daarvoor aan huur over het jaar 1787 nog fl. 25 betalen.

Hermannus Mulder en Bernardus Helmig als erfgenamen (Helmich was vermoedelijk hofmeijer, of door de hofmeijer aangewezen voor deze taak; van 1745-1761 wordt Herman Helmich als hofmeijer genoemd; vanaf 1766 is dat Eenhuis; over de tussenliggende periode kennen we de naam van de hofmeijer niet) moeten de verdeling van de boedel van de overleden Everwijn van de Berg regelen. Een groot aantal archiefstukken (negen) betreft de afwikkeling van de nalatenschap van Everwijn, namelijk de terugbetaling van een door Bernard en Grietje Helmig te Borne afgesloten lening van fl. 358 d.d. 28.4.1762. Deze moest met rente uitgekeerd worden aan A.C.Racer, J.W.Racer en Johanna Racer-Tak en is voor de geschiedenis van Borne verder niet interessant (Bron 4). De Helmigs beloven op aanzage van de crediteuren de som dadelijk in te lossen. Toen dan Van de Berg overleed verliep het verhaal echter geheel anders. Een soort driehoeksruil van lasten en baten vond toen plaats tussen Helmig en Mulder, waarbij ook de boedel van Van den Berg werd betrokken. De terugbetaling diende namelijk verrekend te worden met hetgeen Bernard Helmig aan Everwijn van de Berg geleverd had en wat zich in het huis van de overledene bevond. Zowel Mulder als Helmig zijn we reeds als timmerlui tegengekomen in Borne (Bron 5).

Eén van de stukken bevat de door Bernard Helmig getekende Inventaris van de goederen die ik ondergetekende an den heer everwijn van den berge verkogt hebbe.

Afb. 02: Een klein gedeelte van de tekst van bovengenoemde inventaris

De getranscribeerde tekst daarvan luidt:

Afb. 03:

Over het algemeen spreekt deze inventaris van de timmermanswinkel voor zich. Gezien deze inventaris is te veronderstellen dat niet alle goederen door Helmig aan Everwijn zijn verkocht, bijvoorbeeld het vaatwerk, linnen en servetgoed en het koper en tin. Zeker is wel dat deze inventaris er een is van vrij gegoede mensen. De doorsnee burger of kleine zelfstandige bezat
o.a. geen glazenkast en gordijnen voor de bedsteden. Zij hadden amper een tafel en voor elke huisgenoot een stoel om op te kunnen zitten, een spinde (broodkast), pannen, potten en eetgerei. En afhankelijk van het beroep dat werd uitgeoefend, het daarvoor benodigde gereedschap.
Naast het feit dat Bemardus Helmig deze inventaris opmaakte van nota bene de goederen en gereedschappen die hij aan Everwijn had verkocht, komen we ook gordijnen voor de bedstee den tegen, die hijzelf niet verkocht zal kunnen hebben. Zo hier en daar behoeft bovenstaande lijst mogelijk een aanvulling of opmerking. Voor de leesbaarheid heb ik daarom, waar nodig, in het stuk de nodige punten en komma’s geplaatst en zo hier en daar een hoofdletter, om het begin van een nieuwe zin aan te geven.
De stuk(k)en en brok(k)en in de timmerkamer (een aparte in of aan het huis gebouwde werkplaats) zullen restantstukken hout van diverse soort en afmetingen zijn geweest. Het huis was van het boerderijtype; het had een deel, met mogelijk ook vee. Het aantal stuks Delfts blauw (porcelein) en Ochtrups aardewerk was nogal groot. Dit gold ook voor de meubels, de koperen en tinnen gebruiksvoorwerpen, de lessenaars en de 16 schilderijen. Everwijn moet, gezien dit aantal, of een kunstliefhebber zijn geweest of ze als belegging (?) hebben gekocht. De aanwezigheid van een stande plate geeft aan dat er in het huis wel een open vuur brandde, maar dat deze tegen een buitenmuur was geplaatst, vanwege deze gietijzeren plaat. Ook werd er, gezien het garen, ook vlas tot linnen garen gesponnen. De bewoners beschikten over drie paar bedden. Hiermee werden niet de bedsteden maar, de meestal met veren gevulde, bedbedekking bedoeld. Het “gezin” Van den Berg bestond in 1748 uit 4 personen. Edeck is ettik oftewel azijn. Het in de winkel aanwezige hout wordt dan beschreven, waarbij o.a. wagenschot (= rechtdradige gladde durme eiken planken gezaagd uit over de volle lengte gekloofde stukken) wordt genoemd. Verder vloerveren, dat waren dunne smalle gezaagde latjes die in de groeven van planken werden geslagen om de zolder dicht te maken. Omdat er toentertijd nog geen machines bestonden, waren én trokken sommige planken krom en de dan ontstane groeven werden dichtgemaakt met heede (= grove vlasafval). Het hout op de buenen ligt dus op de bön, op de zolder van timmerkamer en/of huis. Helaas zijn de prijzen en daarmee de opbrengst van de verschillende stukken niet bewaard gebleven.

De in het Historisch Centrum te Zwolle aanwezige collectie Racer (Bron 6), HCO Zwolle 258/1° doos, bevat een lijst van 3 pagina’s met als titel: Inventaris Der onverdeelde Meubelen te Borne. Gezien de andere stukken, moet dit de inventaris van Everwijn Van den Berg zijn.

Afb. 04: Een detail uit deze inventaris

De transcriptie luidt:

Een grote Tafe /Een IJzeren plaat met kopere knoppen
Een spiegel met een zwarte lijst
Een Geel Koperen akertjen
Een schoorsteen mantel
Een paar Gordijnen groen e Kroonsajen meteen Val nog een paar dito
Een paar Dito Damasten
Een paar blaauwe Dito uit ooms kamertjen
Een parsse met haar planken
8 stoelen in de grote Keuken
Een Te blaadjen
Een schilderij de Koning Van Pruissen
Een koek ijzer
Een groene en een Catoenen beddedeken
Een roode Luijer
Een kier horsel
Een Klok
Een ladder
Een Tafd met Wasdoek bekleed
Een Te bos
Drie Keulse potten en Kan
Een grote Dito
Een Klein bakje
Een Wegte (= weegschaal)
Een Coperen Tafelring
Een Coperen Tabaks Convoor
Een Dito Vijzel grote
Een Dito Dito kleine
Een poejer Doos Verlakt
Een Coperen kraan een ijzeren anvatsel, een Worsthoorn
Zeven glasen, soutvaten, een Coperen Snuiter
Een Meelvaatjen houten, twee voetmatten, een Sluitmand Nieuw
Een zwarte mantel, nog een mantjen, een houten kisjen
Een (Joffer?) in ‘t bed Een klein spiegel in d’voorkamertje
Een lessenaar een Houten kisjen
Een Kasjen in de voorkamer Wit geschuurt
Een Naajmantjen met lappen
9 ijzeren glas roejen (verstevigden het glas-in-lood)
Een boter (?) Vlas en 5 knollen plakke
Een pruik Doos met drie pruiken
Een Sultan (?) vaatjen
Een knapen met Candelaar
Een Droog lijn een rol gewast Doek (een rol gewassen linnen)
Een Nieuwe schoe bostel
14 stukken ruuw garen
Een oud lood (gewichtje van 13 gram)een Scheydleye (?)
Een Houten Lessenaar
Een Tabaks kist met Lood
Een grote Kleermand
Een oude Koffymolen
Een Dambord
Een schrijve Leye
Een slagnet (voor het vangen van vogels)
Vlotte en zinken tot een Fuik (net voorvisvangst)
De Nederlandse Historie van den Lande
Martelaarsboek
Justinianus
Italiaans boekhouden
Een boek geschreven predikatien
Slender Hinke een Latijns Cathegismus
Horati Flacci
Drie oxhoofden
Een … om pruimen te drogen
Een bakketrog en schragen
Een Stilletje of gemak (een kakdoos in een stoel)
Een Schop Schoffel 4 Harken
Een bier stelling
Een was schragen
Een vlees vat
Een Wanne
Een Heuwpaal een trechter
Twee oude Houwen (bijltje/hiep?)
Een stek Waar
Nog een stellinge

Een glase Kast
Een Cabine
Een schilderij en kisjen met Drie doorschotten
Een oude Degen een Spinwiel en twijnstoel
Een oud oxhoofd op zolder, een schepel en schaaf en Haeke
Twee kisten, een kleyn kisjen

Boeken:
De Vaderlandse Historie Compleet
Heden daags Krijs Roman 2 delen
Octava (bepaalde grootte)
Rooms ylen spiege 1′ deel
Nieuwe putse Recta
s Werelds godsdiensten
Revolutien van Marokko
Hubner Woordenboek
Beverwijks Heelkes
Zaken Cronijk van England
Balsam Geleads
Drilen coerd tegen de Dood
Blascus
Afscheidt predikatien
Adelijke Huisvader versmading der Werelds Ver…ken
Colonius verteken
Akempis navolging Christie Ladder Jacobs
Voorbeelden der oude wijzen
1′ Deel Historie van Care/ den 12
Historie der arabieren

Quarto:
Lerarius apostatie
Geographae Van Hubner
Corpus Teologie predikatien
Cronijk der Cronijken de Vries 3 delen
Gronewegen over de Cathagismus
Een Latijns boek Corpus jures
9 jarige reet. Door partijen door Freyer
stadregt van Deventer
Beta predikatien
Cronijk der Tirannen
Crevelte Lexicon Reca & Letinum
Latijn zonder titel
Toneel der Wereld en Verandering 2 delen
Willem Hendriks leven en daden
De Wet Cathegismus
Telemachus
Dars… korte schets
Cathegismus martinum Kleinere dito ook
De Herstelde Leeuw
Cronijk van baker over engeland
Cats Trouwring
Verwey leven van Willem Hendrik
Bijen korf Clete Hoofse
De slinger Davids
Strik over de Cathegismus
Mailboury
Strik weg ten Hemel paradijs ‘s Hojken
Kwinkslag en jok en ernst
Een blaauw geverft Kisjen
6 ballen groot en klein (balie of balije was een klein vat)
Een braadschuit
Een Koperen bedpan
Timmergereedschap
Een bonen vaatjen
Een ijsleede (?) twee Schragentjes
Twee rotten vallen (rattenval)
Twee halve vaten en ¼ dito
4 ijzeren banden
3 bos Dokken (voor onder de dakpannen)
Aappelplukker en een goot
Pruik bol
Bak met oud ijzer
Een blikken sla emmer
Een blad op tafel
Nog een klein sulten vaatjen
Slijpsteen

Een aantal van bovenstaande stukken (o.a. meubelen en boeken) zal naar Jan Willem Racer zijn gegaan en later weer verder naar zijn kinderen Frederik Hendrik en Johanna Aleida (Willem Samuel deugde niet en is naar een verbeterhuis, dat is een soort particuliere gevangenis voor de beter gesitueerden, in Arnhem gestuurd). Zelfs is het mogelijk dat één of meer stukken zich thans nog in het Palthehuis in Oldenzaal bevinden.

G.A.B. Nijhuis.

Bronnen

1 Stadsarchief Oldenzaal OK 527).

  1. Stadsarchief Oldenzaal OK 549a /48.
  2. “Uit het aantekenboek van J.B. Schoemaker 4”. In: Boom en Boerschop 2001, No. 2, 42-43.
  3. Stadsarchief OldenzaalOK 519b.
  4. “Toren oude kerk in 1799 door bliksem beschadigd” en “De nieuwe school in het dorp Borne in 1769”.
    In: Boorn en Boerschop, 1999, No. 2, 59-62 en 2000, No. 1, 12-17.
  5. “Inventaris Der onverdeelde Meubelen te Borne”. In: HCO Zwolle 258/le doos; lijst van 3 pagina’s.

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar Inhoudsopgave 2002-01)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)