Boorn & Boerschop 2000-02: EEN WIJNFLES, GEVONDEN OP WELEVELD

Auteur: H. Temmink

Toen in 1994 de omgeving en de huisplaats van de oude havezathe Weleveld, tegelijk met de herinrichting der beken, zoveel mogelijk in de oorspronkelijke staat werd teruggebracht, werd
o.a. een gave wijnfles gevonden. Bij het uitdiepen der vroegere grachten werden nog vele scherven van soortgelijke en andere flessen aangetroffen.

Op zichzelf is het vinden van wijnflesscherven niet zo bijzonder, wat echter wel bijzonder is, is de plaats waar deze scherven gevonden werden. Dat is n.l. in de gracht waar eens de brug lag die toegang gaf tot het hoofdgebouw. Eigenlijk een niet zo voor de hand liggende plaats omdat b.v. de keuken van het complex in het poortgebouw gevestigd was. Men zou verwachten dat van daaruit de wijn geserveerd zal zijn. Blijkbaar deden de bewoners echter zelf de wijn in hun glazen of dronken deze mogelijk soms direct uit de fles, waarna de lege fles in de gracht werd gegooid.

Afb. 01: De brug over de gracht voor het huis Weleveld

Dat men veel wijn gebruikte is haast vanzelfsprekend. Door de onzuiverheid van het put- en oppervlaktewater was het vrij ongezond om dat water te drinken. Degenen die het zich konden veroorloven zullen daarom zeker de voorkeur hebben gegeven aan wijn om de dagelijkse hoeveelheid vocht binnen te krijgen, mede omdat daaraan de nadelen van verontreiniging niet kleefden. De gewone man gebruikte om deze reden bier.

Het verpakkingsmateriaal van wijn, voor gebruik in huis, was de fles. Hoewel er in vele lokale glashutten flessen werden vervaardigd, was de productie ervan onvoldoende om in de totale behoefte te voorzien. Bovendien lijkt het erop dat de bestaansperiode van de werkplaatsen voor het maken van flessen in het algemeen vrij kort was. Er werden dan ook op grote schaal flessen geïmporteerd uit verschillende grotere productiecentra. Deze bevonden zich vooral in Engeland en Duitsland. Maar ook binnen de Zeven Provinciën werden er, b.v. in de 17° eeuw, van Amsterdam tot Brugge minstens 11 productiecentra van flessen gerund. Van het bedrijf Colnet te Brugge weten we b.v. dat er zo’n 500.000 flessen per jaar werden gemaakt, hoofdzakelijk voor het zuiden en westen van dit gebied.

Afb. 02: De gevonden fles

De op Weleveld gevonden fles heeft een afgeplatte bolle buik met een toelopende hals en is waarschijnlijk 17e of 18e eeuws. De fles is 18 cm hoog en heeft een doorsnede van 16 cm. De herkomst is moeilijk na te gaan. Hoewel de kleur van de meeste flessen in die tijd, afhankelijk van de herkomst maar vooral van het ijzeroxydegehalte van de gebruikte grondstoffen, gewoonlijk bruin of groen was (die uit Engeland, door het gebruik van kolen bij het fabricageproces, wat donkerder dan die uit Duitsland), zijn bij bedoelde fles prachtige in elkaar overlopende kleurscharkeringen te zien. De oorzaak hiervan is de inwerking van de chemische stoffen in de grond en/of het water waarin de fles lange tijd heeft gelegen. Dit proces wordt irisering genoemd.

Het maken van flessen was handenarbeid. De grondstoffen zand, soda, potas en kalk (vaak van schelpen afkomstig) werden gesmolten in een oven. De glasblazer nam daarvan, met zijn blaaspijp, een glasprop en blies vervolgens de grondvorm van de fles met een bolle bodem. Daarna bevestigde hij aan de onderzijde de z.g. pontil waarmee de bodem naar binnen werd geduwd. Na enig afkoelen werd de pontil er afgebroken en kon de fles staan. Bij dit onderdeel van de fabricage ontstaat dus de kegelvormige verhoging in de bodem van de fles. Bij genoemde fles handelt het om een exemplaar dat met een kurk werd afgesloten. Dit is te zien aan de vlak onder de schenkopening aangebrachte glasring om de hals. Deze ring zit bij flessen die werden afgesloten met perkament en touw, zo’n 2 cm lager om de hals. Een kurketrekker was overigens pas rond 1680 beschikbaar. Voordien werd een fles ontkurkt m.b.v. een priem of iets dergelijks.

Afb. 03: Flesdoorsnede

ONTWIKKELING VAN DE FLES 1N DE LOOP DER JAREN

Afb. 04:

De fraaie, op Weleveld gevonden, fles wordt thans zuinig bewaard in het Bussemakerhuis in Borne.

H. Temmink.

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar Inhoudsopgave 2000-02)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)