Boorn & Boerschop 2000-02: BORNE IN DE JAREN TWINTIG 3 en Vers op een kindergraf

Auteur: Chroniqueur

Deze keer bekijken we wat de auteurs van de gids van rond 1923, van de toen kersverse “V.V.” Borne, over de Oude Kerk en over de fraaie muurschilderingen daarin, te zeggen hebben:

Gebouwd op een stille plek in het midden van het dorp onder de schaduwen van den toren en omgeven door de stilte van het kerkhof, ligt daar het rustige monument, bouwwerk van breede architectuur en hooge bekoring, opgetrokken in onze mooie kleurige Twentsche baksteen, geschraagd door krachtige steunberen, zwaar overhuifd door een hoog leiendak. Het gebouw, dateert ongeveer uit den aanvang de l 5e eeuw, was gewijd aan den Heiligen Stephanus en is als origineele tweebeukige dorpskerk een unicum in Nederland.

Dit gebouw heeft minstens twee voorgangers gehad. De toren en het koor van de huidige kerk, dateren uit de eerste helft van de 15° eeuw. Het middenschip is van 1480. De constructie ervan, met twee dragende zuilen in het midden, is voor Nederland volstrekt uniek. Vandaar dat dit monument van grote historische waarde is. De tekst gaat verder met:

Bij vroegere herstellingen is heel wat afbreuk gedaan aan de constructie der onderdeelen, doch in 1920 werd de kerk onder deskundig toezicht geheel ontdaan van onhistorisch knoeiwerk, en grondig hersteld (Hier wordt verwezen naar de restauratie van 1919 tot 1921 waarbij alleen de kerk aan bod kwam. De toren werd pas bij de restauratie van 1923 tot 1925 onder handen genomen). Inwendig is het gebouw prachtig in overeenstemming met de rust van buiten. Boven de beide schepen, gedragen door twee krachtige zandstenen kolommen verheffen zich kruisgewelven, ontspringend op kolonetten van zandsteen.
Het koor is indrukwekkend om zijn gewelven en om zijn muurschilderingen, die bij de restauratie werden blootgelegd Deze muurschilderingen, die ook onder de pleisterlaag van het schip werden aangetroffen, bleken van zooveel kunsthistorisch belang te zijn, dat aan twee Haagsche vakkundigen de behandeling moest worden opgedragen.

Afb. 01: Kerkinterieur

Daar boven in de drie middelste gewelven (van het koor) ziet men Christus, zittend in het Laatste Oordeel, troonend op den regenboog, de voeten op den wereldbol rustend Naast hem ter linker(-zijde), de H Maagd Maria, ter rechter(-zijde) Johannes de Dooper. En aan den Noordmuur van het koor de enorme gestalte van den 12 ellen (8,16 meter!) lange reus Christoforus, den Christusdrager, met het Kindeke op zijn schouder. Verder in het koor (op de) cifsluitende muurvlakken zeven grote figuren. Waarschijnlijk de Apostelen. Zijn al deze voorstellingen naïef uitgebeeld, bijna boersch van opvatting en uitdrukking, een andere hand, een vaste meesterhand penseelde in teere kleuren op de Zuidmuur van het schip het lieflijk tafereel der Heilige Familie met een groep van vrouw en kinderen daarnevens, misschien het symbool voorstellende van het Christelijk gezinsleven. Nog treft men aan de Zuiderwand een onontwarbaar tafereel, reeds in den ouden tijd overgeschilderd met een inscriptie, wellicht een tekst en met een renaissance rest van een aantal wapens en versierde motieven.

De mooie muurschilderingen in deze laat-gotische kerk zijn waarschijnlijk omstreeks het jaar 1500 aangebracht en, blijkens de grote verschillen in kwaliteit, duidelijk van verschillende schilderhand afkomstig. Een aantal van de afgebeelde figuren zijn beschreven door A.A. ten Kate, die hierover onder de titel De oude Stephanuskerk nader bekeken in dit blad publiceerde. De “V.V.”-gids vervolgt:

Weer een andere, niet minder vaardige meesterhand, fantaseerde op den tegenoverliggende muur St. Joris, den draak dodend, de Jonkvrouw bevrijdend Daar nevens staat ten voeten uit
de Abt Antonius, als overwinnaar over zijne verleiding en pal naast hem de H Rochus, de helper tegen pest en veeziekte. En nog daarnaast valt u op de kleurige Boom van Jesse, uit wiens lichaam de stam van Koning David spruit, om in den top te vertoonen de H Maagd met het Kindeke in schitterende stralenkrans. Nog ziet men een Bisschopsfiguur, waarschijnlijk de H Nicolaas en het zeldzaam mooie kopje van een martelares, waarschijnlijk de H Catharina, allicht herinneringen aan de fundaties van deze beide heiligen in de kerk.

Afb. 02: Een andere voorstelling van St. Joris omdat die in de kerk minder duidelijk is

Tot zo ver de beschrijving van de muurschilderingen. In een volgende aflevering znllen we de overige oude zaken van het interieur van de Oude Kerk eens onder de loep nemen.

Chroniqueur.

Vers op een kindergraf

Een suikerspin
in plaats van bloemen
gestoken in de zwarte grond

Omdat het kermis is
in ‘t dorp
en hij dat
altijd
zalig vond

Afb. 03:

Lejo van Kuijeren.

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar Inhoudsopgave 2000-02)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)