Auteur: Chroniqueur
In het jaar 1922 werd in Borne de “Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer” opgericht, de “V. V.” BORNE. Het bestuur bestond uit de heren J. Over Sr., voorzitter; P. Hoppe, secretaris; A. Groothengel Jz., penningmeester; A.C. Meijling, lid en R. Eekman, lid. De heren werkten hard en zo kon er reeds rond 1923 een boekje verschijnen met de titel: Geïllustreerde Gids voor de Gemeente Borne, met als ondertitel: Borne, Bornerbroek, Hertme, Zenderen, met uitvoerig beschreven wandelingen, rijwiel- en autotochten in de omgeving, wandelkaart enz. Het boekje werd (uiteraard) gedrukt bij J. Over en zoon te Borne.
Na ruim twee pagina’s met tekst over Twente schrijft men het volgende over Borne: De gemeente BORNE bestaat uit het dorp van dien naam en uit de buurtschappen Zenderen, Hertme en Bornerbroek; zij vormt het geografisch middelpunt van Twente en het is dan ook voor dit typisch Twentsche dorp, waarvoor wij in dezen gids uwe aandacht vragen. Juist door zijn centrale ligging is Borne als vakantieverblijf en uitgangspunt van tochten zoo uitnemend geschikt. Dank zij de fiets- en wandelpaden zijn de mooiste plekjes in Twente snel en gemakkelijk te bereiken. Maar ook voor hen, die minder vlug ter been, aan een rustig verblijf de voorkeur geven, zal de liefelijke omgeving van .het dorp, een wandeling door de vruchtbare esschen en langs de bloemrijke wegen, ruime voldoening schenken.
Borne wordt in het jaar 1206 voor het eerst vermeld als Burgunde in de acte van Dirk, Bisschop van Utrecht. Het is een plaatske met een roemloos verleden; de huizen staan er, als door een reuzenhand gestrooid, kris kras door elkander. Op de Markt, op den Brink en rondom de Ned. Herv. Kerk is dit nog duidelijk te zien; tusschen de moderne gebouwen, die de oude langzamerhand verdringen, vallen enkele voorvaderlijke huizingen met hun doorbalkte muren en hun wijde “niendeuren” onmiddellijk in het oog. Op eischen van hygiene is bij den bouw weinig gelet; groot zijn ze, maar donker en ongezond; ook architectonisch schoon is maar zelden te vinden; zwaar zijn ze en degelijk, als onze voorvaderen en voor eeuwen gebouwd.
Van het hier geschetste beeld is in ons dorp helaas niet zo veel meer te vinden. Hoewel de verbeterde hygiënische omstandigheden gelukkig veel aan de volksgezondheid hebben bijgedragen, missen we thans de stoere oude boerderijachtige behuizingen met hun vakwerk muren en hun mooie niendeuren wel erg. Wat we tegenwoordig aan het fraaie pittoreske aanzien van zo’n oude bebouwing zo waarderen, is helaas vrijwel uit Borne verdwenen. Maar, laten we ons met de verdere tekst in het boekje bezig houden:
De markt (nu het Dorsetplein) vormde het centrum van het dorp; daar kwam men tezamen, daar werden de oorlogsberichten voorgelezen, daar stopte de postkoets voor het logement (De Keizerskroon), daar werd de politiek behandeld; in één woord, daar concentreerde zich het gehele dorpsleven:
Deze markt stelle men zich evenwel anders voor dan zij er nu uitziet. Waar zich thans een goed bestraat plein bevindt met riolering, strekte zich vroeger een zandvlakte uit, door een diepe goot doorsneden, die de ongerechtigheden van de samenleving naar de beek spoelde. Een statige linde, sinds lang verdwenen, overschaduwde den grooten steen, een massief zwerfblok, de speelplaats van de Bornsche jeugd, maar tegelijk een aanstoot voor de marktbewoners; want onder dien lindeboom vonden landlopers en dieven bij dien steen een rustplaats voor de nacht. Tot enige omwonenden het initiatief namen en den kolos in het nachtelijke uur een eerlijke begrafenis bereidden.
Het nageslacht heeft er evenwel anders over gedacht. Men vond het jammer deze grijzen getuige van den ijstijd voor altijd aan het oog te onttrekken en thans, na ruim een eeuw in de aarde te hebben gerust, heeft het gemeentebestuur van Borne den “kei” weer doen opgraven en geplaatst op het midden der markt, waar hij staat als symbool van gehechtheid van ons dorp aan onze Vorstin, ter herinnering aan haar 25-jarig regeringsjubileum.
Ook het aanzien van de oude markt, het tegenwoordige Dorsetplein, is de laatste jaren in ongunstige zin gewijzigd. Het plein, thans in de volksmond aangeduid als “Het Rode plein”, is geen doorgangspunt meer in het dorp en de beperkende verkeersmaatregelen, maar vooral de te moderne en te volumineuze bebouwing hebben het aanzien zeer geschaad. Ook het eertijds zo karakteristieke gebouw De Keizerskroon heeft door moderne aanpassingen aan de gevel, veel van haar oorspronkelijke charme verloren. En “De Kei”? Waar is de kei gebleven? Het nageslacht is er blijkbaar weer anders over gaan denken. Lange tijd sierde de steen de tuin van het voormalige notarishuis dat in 1993 werd afgebroken. Daarna is de steen aan onze waarneming onttrokken. Wat zou het toch mooi zijn hem weer in volle glorie op het Dorsetplein te kunnen aanschouwen!!
In een volgende aflevering zullen we de teksten in het boekje verder bekijken.
Chroniqueur.
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 1999-02)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)