Auteur: A.A. ten Kate
De lessenaar en de beker
Zo op het oog nu niet direct twee objecten, die iets met elkaar gemeen hebben. Dat wij ze deze keer allebei nader willen bekijken wordt veroorzaakt door de symbolen, die wij terugvinden zowel op de kansel-lessenaar (van 1921) als op de eeuwenoude avondmaalsbeker (van 1619 of 1643). We kunnen gerust aannemen dat de makers van beide attributen geïnspireerd zijn door de Bijbelse visioenen rond de troon van God. De “maker” van de lessenaar was Mr. G.J. ter Kuile, destijds secretaris van de restauratiecommissie. De heer Grootenboer meldt in zijn boekje over de kerk dat de “schoolopziener-museumdirecteur-secretaris van de restauratiecommissie” het houtsnijwerk voor deze lessenaar zelf heeft gemaakt. Zowel op de beker als op de lessenaar vinden we verwijzingen naar het Nieuwe Testament en wel naar de 4 schrijvers van de evangeliën, te weten Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes. Iedere evangelist wordt in de 4e eeuw afgebeeld met zijn eigen symbool. Dit ter herkenning door het kerkvolk dat toen veelal niet kon lezen. Door de eeuwen heeft elke evangelist zijn eigen specifieke dier als symbool gekregen:
1) Mattheüs : gevleugelde mens
2) Marcus : leeuw
3) Lucas : stier
4) Johannes : adelaar
Het wordt tijd de objecten eens van dichtbij te bekijken. De beker bevindt zich gewoonlijk in de kluis, maar staat soms op de avondmaalstafel.
De avondmaalsbeker
Hoogte 19 cm.; zilver; eerste helft l 7e eeuw. Bekervormig lichaam met gegraveerde bovenrand met bloem en bladornament. Daaronder 4 grote ovalen, omrand met mascarons en griffioenkoppen (mascaron = groteske mensen- of dierenkop; griffioen = fabeldier – boven adelaar, onder leeuw) en telkens tweemaal de evangelistsymbolen. In deze ovalen de vier evangelisten:
I) Mattheüs : lezend, en engel
2) Marcus : schrijvend op tablet; een stad op de achtergrond, aan de voeten ligt een gevleugelde leeuw
3) Lucas : schrijvend, en liggende os; op de achtergrond een tempel met geopend portaal
4) Johannes : schrijvend en adelaar met inktpot/koker in de bek.
Ik hoop, dat uw ogen beter zijn dan de mijne, zodat u één en ander in detail zult kunnen bewonderen. De vier symbolen zelf vinden hun oorsprong in de visioenen van Ezechiël en Johannes.
Ezechiël 1: 5 : Ezechiël ziet in een visioen bij de troon van God vier levende wezens. Zij zagen eruit als mensen, maar ieder had vier gezichten en vier vleugels. De vier gezichten leken bij ieder van voren op dat van een mens; rechts op dat van een leeuw; links op dat van een stier; van achteren op dat van een arend. Openbaringen 4: 6 : Rondom Gods troon ziet Johannes vier levende wezens: het eerste leek op een leeuw; het tweede op een jonge stier; het derde had het voorkomen van een mens; het vierde leek op een vliegende arend.
Rest nog de vraag waarom een bepaald dier steeds gecombineerd werd met dezelfde evangelist; b.v. Lucas met een stier.
Maar de verklaring daarvoor laat ik graag aan ter zake kundigen.
A.A. ten Kate.
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 1999-01)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)