Auteur: M.G.E. van Harten-Fransen
Wij besluiten onze ontdekkingsreis naar de bewoners van de noordzijde van de Grotestraat in de richting van Almelo, beginnend bij het perceel op de hoek van de ingang naar de achterliggende parkeerplaats. Hier was tot voor enkele jaren de ABN-bank in gevestigd en daarna de firma “Magnifique, home decorations” met haar nering in kleinmeubelen en aanverwanten.
557
“Het Klooster”. Waaraan heeft deze woning deze naam te danken? In 1680 wordt in het markeboek van Senderen genoemd Roelof van Clooster als gecommitteerde van het Overijssels Landschap in de markevergadering. In 1681 wordt hij als doet. Roelf genoemd. In 1706 wordt hem een stuk grond, de aanslag, toegewezen bij zijn huis. In 1734 komt de naam voor als “Roelof ten Kate in Closter”.
Als bewoner zien we in 1748 Jan Engbers Hilbrink met Jenneke Schoemaker en is Everwijn v.d. Bergh eigenaar van de halve woning en zijn zuster Elisabeth v.d. Bergh van de andere helft. Zij waren kinderen van de toenmalige predikant Charles v.d. Bergh (1693-1742). Everwijn was kerkmeester van de Hervormde Kerk. Elisabeth overleed in 1763. De erfgenamen waren de families Bruins, Racer, richter Westerlo en de weduwe Stoet-Westerlo. Zij verkopen het halve huis (de bovenkant!) voor f. 120 en 12 stuivers aan Jan Engbers en Jenne Schoemaker; van de andere helft was Jan Bussemaker eigenaar. In 1775 erven mr. Jan Willem Racer en zijn beide zusters het halve huis. Waarschijnlijk heeft Jan Engbers het huis tijdelijk in bezit gehad.
In 1780 koopt G. ten Have, zoon van Jan ten Have, de helft van eigenaar Jan Bussemaker voor f. 300,00. Jan ten Have verkoopt de woning van Roelof Quast en Janna Knof. In 1784 koopt Meindert ten Have de helft en in 1789 de andere helft met de kamer voor f. 200,00. Op 30 januari 1799 verkoopt Hendrik ten Have met Fenne ten Tije het halve Klooster aan Tennis Bussemaker, dit deel wordt op dat moment bewoond door W. Ensink. Als in 1830 Tennis Bussemaker als eigenaar wordt genoemd wonen hier Adam Kwast (bode) met Hermina Hulshuis en Meulenbeld (wever). Hier was de ABN-bank gevestigd, waar eerder de kruidenierszaak van Liedenbaum was. Thans is er de kleinmeubelzaak “Magnifique, home decorations” in gevestigd.
560
In 1748 wonen hier Berent Vaalt met Geertjen en de knecht Herman Leutink en Janna Leutink. In 1757 koopt Gerrit Peze dit huis voor f. 107 en 10 stuivers. Jan Alink koopt de kamer van Gerrit Peze met 2 1/2 treden grond in 1784 en in 1791 koopt Herman ter Stege de kamer van Gerrit Peze. In 1830 woont hier Gerrit Peze met Geertrui Hilbrink en bewoont Jan Engbers Hilbrink de kamer (van de armenstaat). Een kamer wil zeggen, een aangebouwd huisje dat vaak uit slechts een vertrek bestond. In 1862 wonen Jan Peze en Geertrui Hilbrink in het halve huis. De andere helft wordt bewoond door G. Nijhuis die het huis in 1847 had gekocht voor f. 510,00 waarin eerder Hendrik Peze en Juul W. Dijkman woonden. In 1862 worden de erven Knuif eigenaar van dit huis.
Ongeveer 1916-1918 heeft dikke Bet Pieterson hier korte tijd gewoond. De familie Pieterson heeft rond 1916 uit Duitsland komende, met de hele familie even gebivakkeerd in de smederij van Van Harten op de Meijershof. Daarna heeft Bet Pieterson haar biezen gepakt en is gaan wonen in een onderdak op grond van de gemeente Borne, een boswal aan de Twickelerblokweg.
De helft van de woning was bewoond door Herman Beunink of Wieker Harm, de andere helft door Hampsink Keet Miejke. De dochter Geertrui haalde geregeld aftreksel van koffie op bij Jacob Spanjaard en daar zette Miejke dan weer koffie van. Hierdoor krijgen we een indruk hoe zuinig de mensen toen moesten leven en hoe armoedig het was. De vader van Sjaak Möller, Jan Möller, heeft hier een smederij gehad en hij werd opgevolgd door smid Brinkman. Deze plaats is nu de ingang van de parkeerplaats achter de voormalige ijzerwinkel van Ter Haar.
561
Bewoner is Jans Vellener (wever) met Gez(ina) ten Cate. Zij hebben hun woning in 1858 onderhands verkocht aan hun dochter H.M. Vellener die gehuwd was met Leverink. In 1862 zijn de erven Knuif eigenaar van de nummers 559-560-561.
Begin deze eeuw heeft op deze plaats een Duits gezin, Jellemeijer, gewoond en in 1924 R.A. Gerdes-Rengerink die was benoemd als onderwijzer aan de Jacobusschool en die afkomstig was uit Nieuw Buinen. Verder hebben hier de families Wegten en Van de Berg gewoond.
565
Als bewoners worden in 1748 opgegeven Jan Wessels, Drajerink en Marrie.
566
De tapper Gerrit Stoeiers moet hier van 1760 tot 1775 hebben gewoond. In 1809 wordt Roelof Kwast als bewoner genoemd. Op beide huisnummers hebben verschillende families Morsel-Morseld gewoond. In 1839 worden als bewoners genoemd Gerard Morse! (wever) en Aleida Nijhuis uit Deurningen. Of dit zijn tweede vrouw is, of dat hier sprake is van een naamsverwisseling weten we niet, zeker is dat Gerard Morse! in 1823 gehuwd was met Aleida Koppens uit Oldenzaal. Gerard was zoon van Stephanie Morse! (daghuurder) en Eva Leuverink (Naam gerechtelijk gewijzigd in Egberink). Hun kleindochter Eva was in 1864 gehuwd met H. Selderhuis (kleermaker) die hier ook gewoond heeft. In 1860 wordt als bewoner genoemd de weduwe Franc(iska) Schoemaker met inwoner Gerard Morselt (wever); hij is in 1873 overleden. Zijn dochter Johanna Morselt was in 1861 gehuwd met Schoemaker, zoon van Gradus Schoemaker en W. Mulder die beiden ook hier hebben gewoond.
H. Selderhuis (kleermaker) met Geertrui Berhuis woonde ook hier met hun zoon die in 1864 huwde met Eva Morselt. Hun voorouders woonden op de plaats van het “Bruine Café” in het dorp waar Hermannus Morse! (bakker) in 1794 ging wonen. Zijn kleinzoon Gerardus Morseld Kuiper is in 1837 gehuwd met Aleida Schoemaker en moet in de Bekenhorst gewoond hebben.
G. Morseld is in 1854 overleden. De zoon, Antonie Kuiper, gehuwd met Jonkvrouwe J.G. Engelberts, is in 1878 naar Deventer vertrokken.
Of op deze plaats Johan ter Maersel (Morse!) heeft gewoond is niet met zekerheid te zeggen. In 1860 verkopen de weduwe van Lambert Potkamp en haar kinderen een stuk land achter het huis in de Nieuwe Esch. Op nummer 565 is de ijzerwinkel van Ter Haar, voorheen Höfte, gekomen en de vogelwinkel van Hospers, voorheen Boensma.
567
Op deze plaats heeft bakker Kuipers zich in 1913 gevestigd, komende van de Brinkstraat, het huis met twee eggen van Kom Jans (Olthot). Langs deze woning was vroeger de openbare weg naar de Oude Es. Deze is verlegd en heet tegenwoordig de Von Bönninghausenstraat.
569
In 1830 bewoond door Herman Mulder en Salomon van Gelder. Daarna Levie Izaak Cohen, kassier bij Spanjaard. Als eigenaren worden genoemd Jeremias Hendrik Wihnink, dr., Teunis Marie Wihnink te Deventer en Anna Wilmink met Hendrik Marie Joh. Ledeboer te Borne. De erfgenamen Egbert Wihnink en Aaltje Bussemaker worden eigenaar van het huis en enkele stukken grond en land aan de watergrup. Ongeveer in 1940 komt hier de gemeente-architect W. van Hal te wonen.
570
Het “Wierkeshuis” wordt in 1748 voor de helft bewoond door de weduwe van Gerrit te Wierik en haar zoon Jannes. In de andere helft woont dan Jan Braamhaar met zijn vrouw Hermen. Deze helft koopt Herman Wissink in 1781 van Jan Harberink en Berendina Detering die erfgenamen waren van Bertus te Wierik. In 1720 was Jan Detering gehuwd met Merrie Jansen Muller. Jan was dus bloedverwant “blootoom”. Jan Harberink verkocht het huis vanwege zijn schuld van f. 400,00 aan Detering. Rechts had Hendrik te Wierik gewoond en links Jan te Wierik. In 1791 koopt Hendrik Beunink (timmerman) het halve huis, de andere helft heeft Jan Holthuis uit Deurningen verkregen, vanwege onkosten en dergelijke aan dit deel van het huis besteed. In 1794 worden Jan Herberink en zijn vrouw eigenaar. In 1830 bewoont Herman Beunink het Wierkeshuis. In 1866 laat Willem K. Wolthuis hier een nieuw huis bouwen voor zijn dochter Johanna, gehuwd met Jan Meijer van “’t orgelhoes” in Geesteren. In 1870 vermaakt hij het huis aan zijn dochter en in 1873 krijgen zijn andere twee dochters een stuk grond, Elisabeth gehuwd met Op de Woerd en de ander met Braakhuis.
De laatste bewoners waren Jans Meijer met J. Spekhorst. Hij was bakker en zij hadden een winkel en ijsverkoop. In het linker gedeelte van het huis woonde zijn broer Gerhard, kleermaker. Daar moest met handen en voeten gepraat worden, want hij was doof. De broer Bernard Meijer was archivaris van het bisdom Utrecht.
576
Op deze plaats woonde in 1603 Evert Muller. In 1606 wordt hij vermeld als Everdsen Windemuller. Hij is dan huurder van de “Welevelder windekorenmolen”, beter bekend als “Dikkersmolen”. In 1660 wordt Gerrit Windemuller nog genoemd als bewoner. In 1680-1684 wordt Jan Mulder genoemd en woont hier tevens Walter Muller die meester timmerman was op Het Weleveld. In 1684 bewoont Evert Gerritsen Windemuller het pand samen met Maria Jantsen. Dit is het jaar waarin de ed. Vrouwe van Het Weleveld, Judith van Coeverden met haar man Christ van Beverforde, als eigenaar, de korenmolen levenslang aan Evert verhuurd had. Vanwege }le vele schulden die zij hadden, moesten ze de korenmolen verkopen. Op 16 novemberl689 koopt de in Almelo wonende ed. Jan Gerritsen Muller met Fenneke Meylink de molen en het molenhuis voor de kapitale som van 7500 Carolus guldens. In 1695 is Gerrit, zoon van Evert, Windemuller. Door de eigenaar de ed. J.G. Muller is in 1729 een nieuw huis gebouwd, een dubbele woning waarin aan de rechterkant de familie Muller woonde. In 1748 worden als bewoners genoemd, Gerrit Jan Muller met zijn vrouw Berendina Helmig en dochter Fenneke en Jenneke Mullers. In de linkerhelft van het huis woont dan Jan Strijkers. Naar we mogen aannemen is G. Muller met B. Helmig eigenaar, want in 1782 verkoopt de weduwe Muller Helmich de woning aan dochter Janna Mullerse, die gehuwd was met Herman Nijhuis, voor f. 130,00 met het daarachter gelegen land “tot aan de watergruppe waar de steen ligt”. Ze bepaalde tevens dat zij tijdens de rest van haar leven kost, handreiking en onderhoud zouden verlenen. Haar man, G. Muller, was in 1781 overleden. In 1784 verkoopt Antony Hollink met Fenneke te Wierik (hij was schoonzoon van Muller-Helmig) de woning aan Martinus Drekkers en diens vrouw Geertrui Hulscher voor f. 236,00. Het huis werd op dat moment bewoond door Evert Grimberg. Herman Muller (Mulder) timmerman, gehuwd met Christina Lokamp moet hier waarschijnlijk ook gewoond hebben want er wordt vermeld dat zij in 1784 bij de Hervormde Kerk gaan wonen. Herman Muller en Il Nijhuis worden beiden aangesproken voor gemaakte schulden door de overleden timmerman Gerrit Wolter Muller. Vele schuldeisers meldden zich o.a. op Het Weleveld. Herman Mulder heeft jaren geleden voor het gericht verklaard een verre neef te zijn van Gerrit Mulder in De Zwaan waardoor hij nu wordt aangesproken.
In 1804 koopt Teunis Bussemaker, huis, put en grond van de weduwe Drekkers-te Wierik voor f. 400,00. In 1808-1830 wonen hier Jannes Knoef met Mina Mulder en Gradus Nijhofmet Geer trui Grimberg. De laatste bewoner is de familie Betman.
576
Dit pand wordt “Het Mandjeshuis” genoemd, in 1748 bewoond door G. van Raalte. In 1764 woont hier Hendrik Arkink met Clara Woolthuis en in 1773 Hendrik Arkink met Hermina Leverink. In het jaar 1769 verkopen H. Arkink en zijn vrouw hun woning aan Teunis Hulshof voor f. 1500,00. De moeder van H. Arkink, moeje genoemd, is overleden in 1770; zij was de vrouw van Jan Braamhaar. Zo zien we dat er in die tijden veel huwelijken tot stand zijn gekomen van bewoners onderling uit deze omgeving.
Jan Bussemaker koopt in 1811 “Het Mandjeshuis” waar dan Jan Arkink woont. In 1830 wordt het bewoond door Jannes ter Elst met Janna Herberink en is Teunis Bussemaker eigenaar. In 1871 verkoopt Jan Bussemaker met Geertrui ten Cate het huis aan Jacob Spanjaard. Op dit perceel, nummer 576, treffen we in deze eeuw verder als bewoners aan: Muizebeld, Sprake! (kruidenier) en Kamp (kapper).
577
In 1748 bewoont de weduwe Gerrit te Wildijk dit huis. In 1830 wordt er melding van gemaakt dat Bertus Roetgerink met Janna Arkink in dit huis wonen, samen met Gerard en Anna Arkink. In 1848 verkoopt Bertus het huis, dat binnen 5 maanden zou worden afgebroken, behalve de kamer. Koper is dan Teunis Bussemaker die ook de nummers 582-585-592 en 592a koopt.
In 1863 koopt Vaalt deze gronden met 591 en 593. Bertus Roetgerink is intussen in 1868 voor de tweede maal gehuwd en wel met Gesina Averte. Binnen de kortste keren verwisselen de gronden van eigenaar. Dan verkopen in 1863 W. van Cleef, Jan Hulshoff en Abraham ten Cate de nummers 591-592 en 592a aan IJ. Spanjaard, David en vader Jacob, de bewoners van wat we nu “Het Witte Huis” noemen.
594
Dit perceel wordt, samen met perceel 600, “De Olde Cate” genoemd, met als bewoners o.a. Ledeboer, Meyling, dr. Stomps (1905), dr. Polé en dr. Vriesendorp.
600
Samen met perceel 594 heet dit perceel “De Olde Cate”, enkele gronden zijn gelegen op de plaats waar in 1809 Jan Rooseboom en Teunis Bussemaker graag een eigen bleek wilden en dit toen aan de marke Senderen bekend maakten.
612 en 613
Dit was “’t Prakkenhuis” in 1848 van Jan Holtmaat, erfgenaam van Lambert Holtmaat. Later woonde hier tuinman Beltman van Dikkers.
614
In 1863 verkopen J.W. ter Keurs met Jenneke Buursink en J.H. ter Keurs met Fenne Brasse het huisje met grond. De laatste bewoners waren Groothengel, Boensma en A. Boom. De firma Boom is in 1929 begonnen met het vervaardigen van dozen op de plaats van de kruidenierszaak van Vohnerink, voorheen de metaalwarenfabriek van Ter Keurs. In 1933 is Boom verhuisd naar dit pand, naast dr. Drijber. Daarvoor zaten ze aan de Potkampsweg. De firma heeft zich later toegelegd op de speelgoedbranche
M.G.E. van Harten-Fransen.
Ik heb getracht zo goed mogelijk de juiste persoon op de juiste plaats aan te geven. Men was gewend de woonplaats aan te duiden met “naast-achter”, of tussen twee bewoonde percelen met de naam van de daar wonende persoon. Het kadaster bestond nog niet. Pas vanaf de oprichting van het kadaster kregen de percelen een nummer. Wat betreft de volkstelling is de bewoning niet betrouwbaar. Dit komt omdat die telling door verschillende personen is uitgevoerd. Mocht u fouten opmerken, ook in vorige afleveringen, dan hoor ik dat graag.
Bronnen:
Markeboek van Senderen 1595-1868; Gerichtsprotocollen van Borne vanaf 1735; Volkstellingen van 1748 en 1830;
Notariële archieven; De Windekorenmeule van Het Weleveld; Deel 28 losse stukken contentieuze zaken RA Zwolle; Mondelinge overleveringen.
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 1998-02)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)