Auteur: M.G.E. van Harten-Fransen
De bewoners van de Grotestraat blijven ons boeien. We gaan daarom weer verder, in westelijke richting, met de opsomming van gegevens over de bewoning, aangevuld met talrijke andere zaken en feiten. Zie bijgevoegde kaart voor de kadasternummers.
549
Er wordt in 1748 melding gemaakt van een zeer opmerkelijke familie in dit pand. Het zijn Sander van Engelen met Vrouwe Justiae en hun kinderen Hendrica en Maria Elisabeth, beide kinderen onder de 10 jaren. Mogen we hier denken aan afstammelingen van Huize Weleveld? De Schele’s: Vrouw Mechteld en Anna Elisabeth Schele?
Het huis wordt later genoemd met Hendrik Dijkers als bewoner. In 1772 woonde in de helft van het pand Daniël Kemmena met Geertruid Woldhuis en dochter Antoinette. Antoinette huwde Jannes Bakker die later met haar ging wonen in het Kloppenhuis, rechts. Jannes was koster van de kerk die daar (aan de Koppelsbrink) in 1785 was gebouwd. Jannes overleed in 1821 en Antoinette Kemna in 1827.
De andere helft van het huis was eigendom van Antonie ter Brugge en Workeler. In 1870 verkopen Bernard van Kersbergen en Hendrina Workeler het halve huis met grond voor f. 572,00 aan Heiman en voor f. 296,00 kopen Isaak en Rachel Jacobs de andere helft in de “Dijkersgaarden” van de toenmalige eigenaar de weduwe Sloet. Heiman zal hier al eerder gewoond hebben want hij wordt in 1784 door haar gemaand voor verlopen huishuur. Zij koopt dan de inventaris en leent deze weer aan Heiman. Of hier in 1784 Simon Mers (of Mars) heeft gewoond is niet geheel duidelijk, maar wel dat Mers in twist was met de jood Gombel Rafael. Uitslag: Simon Mers moest de gerechtskosten betalen van 8 gld 9 st. Verder een zilveren zakhorloge van f. 30,00. Daarbij zilveren schoengespen ter waarde van f. 14,00, een witte overrok, een paar katoenen kousen en een paar wollen, een hemd, een paar laarzen en een paar schoenen. De vrede werd hierdoor weer gesloten. In 1801 koopt Meyer Koopman het huis, hij is dan 25 jaar, bij transactie tussen hem en zijn ouders, Heiman Izaak en Catharina Berends.
De joden zullen het met wonen niet gemakkelijk hebben gehad. Op 16 juni 1790 dient Zalomon Nathan voor zwager David Benjamin en Berendina Nathan een aanvraag in bij de Landdrost, of hij deze familie goedwillig wil zijn “met woning gedenken en neder te zetten”. In 1804 koopt David Benjamin de woning van Meyer Koopman voor f. 650,00. In 1807 transporteerden Meyer Koopman en Hester Heyman een huis aan David Benjamin en Berendina Nathan.
Om een indruk te krijgen van de artikelen die de joden zoal verkochten en in huis hadden, is het volgende interessant. Er worden zelfs prijzen genoemd en we krijgen een indruk van hun
handelwijze. Gerrit Hulshoff had destijds aan Heiman o.a. geleverd: 42 pond zuiver varkenshaar à 10 stuiver het pond, 9 pond geslagen koper à 9 st. het pond, 8 pond geel geslagen koper à 7 st. het pond, 4 pond gegoten koper à 6 st. het pond. Met enige andere dingen erbij in totaal een schuld van f. 78,00. Heiman probeerde mindering te krijgen op dit bedrag. In 1787 lieten de erfgenamen van Gerrit Hulshoff en Jenne Bussemaker uit Deventer, beslag leggen op goederen van Heiman. Daarbij verklaarde Izaak Heiman voor het gericht in 1795 welke goederen hij aan zijn zoon Izak en Rachel Jacobs ter leen had gegeven: “een koperen sabbatlamp, servieten, balansen met houten en koperen schalen, 20 gewigten, toonbank, kopasschen aakes, een dozijn Torsjetten, 12 neteldoekse doeken, 1 dozijn vrouwenmutsen, 6 bonte boezelaars en 6 bonte halsdoeken.
We zijn al weer enkele jaren verder, in 1830 bewonen Van Gelder en Heiman het pand. In 1840 wordt Nathan van Gelder als bewoner genoemd en in 1846 verkoopt S.J. Spanjaard aan zijn zwager Lievendag de nalatenschap van David van Gelder. In het jaar 1865 verkoopt Dina David van Gelder, weduwe van Jozef Lievendag (in 1863 op 85-jarige leeftijd overleden) het huis aan haar zoon Salomon Jozef, voorheen Benjamin van Gelder.
De laatste bewoners waren twee families Van Gelder met hun stoffenhandel. Nu is er een Chinees restaurant.
550
In 1769 moeten in dit pand gewoond hebben, de families Lambert ter Haar met Grietje Lucas en Gerrit ter Haar met Johanna Gramans. In 1777 is Grietje Lucas overleden. In datzelfde jaar verkoopt Jan Olthof een half huis aan Gerrit ter Haar, van de andere helft is Lucas Velthuis eigenaar. Mogelijk is ter Haar verhuisd want dan wordt aangegeven “naast Abbink” en nummer 554dat aan de achterzijde aansluit op dit perceel.
In 1830 zijn de bewoners Herman bewoners Herman Kemna en Herman Hofste-ter Haar en, reeds in 1825 Jenneboer. In 1847 is B. Wolthuis eigenaar van nummer 550. De laatste bewoner is Jan Braakhuis.
552
In 1777 koopt Willem Wolthuis een stuk grond. Naar we mogen aannemen komt Wolthuis hier ook te wonen. Eigenaar van het huis is dan Teunis Gerrits Hulshoff. Hij verkoopt de “Postwoning” in 1788 aan Willem Klaasen Wolthuis (barbier) en Geertrui Rouweler voor de som van F. 380,00. ” … het huis is een reeks van jaren in huur bezeten…”. Het pand wordt in 1830 bewoond door Gradus Wolthuis en Fenne Hofsté. In 1870 verkoopt Wolthuis tuingrond aan zijn schoonzoon G.J. Braakhuis en zijn andere dochters. Op 8 augustus 1888 is W. Braakhuis-Holtkamp eigenaar, en daarna Braakhuis-A. Steinmeier. De laatste bewoner was Herman Braakhuis en El(isabeth) Morselt. Nog lang heeft de familie de bijnaam “Kleuske” naar Klaas Wolthuis.
556
Hier wonen in 1748 Jan Hermansen Tenniglo met Aaltje en Lucas Tenniglo met Aeltje. In 1759 wordt Everwijn v.d. Berg eigenaar door overname van het geheel van de weduwe G. Helmig Post ten behoeve van Hendrik Hulshoff. In 1761 koopt Hendrik de halve woning van Berent Hulshoff, waarbij de andere helft van de woning eigendom was van richter G.W. Westerlo. Dan wordt in 1762 Teunis Hulshoff eigenaar van de helft met de aangebouwde kamers en is J.E. Hilbrink eigenaar van de andere helft. In 1795 verkoopt de weduwe Teunis Hulshoff het halve huis en kamer bewoond door Geert Tenniglo met Gerarda Schoema ker. In 1830 bewoont Maria Oude Grevink-Nijhof het huis met Franc(iska) Schoemaker en Jan Vloedbeld in de kamer. In 1848 is kleermaker Oude Groen eigenaar/bewoner. Eerder woonde hier koperslager W. Morsink. Van deze familie zijn in 1950 vier personen verongelukt tijdens het wegbrengen van de Missiepater Morsink.
Op dit perceel heeft ook de “Moodn snieder” Weber en Hanna Bos gewoond; de moeder van wethouder H. Bos tot op 94-jarige leeftijd. In de oorlogsdagen hebben zij onderdak verleend aan de joodse familie De Leeuw. Thans is hier de winkel van Zengerink.
M.G.E. van Harten-Fransen.
Bronnen
Markeboek van Senderen 1595-1868;
Gerichtsprotocollen van Borne vanaf 1735; Volkstellingen van 1748 en 1830;
Notariële archieven;
De Windekorenmeule van Het Weleveld;
Genealogie Doopsgezinden door C.L. ten Cate;
Deel 28 losse stukken contentieuze zaken RA Zwolle;
Mondelinge overleveringen.
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 1997-01)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)