Auteur: F.J. van Capelleveen
Postwegen in Nederland zijn relatief jong. Toch gaat de geschiedenis van het postwezen zeer ver terug al betrof dat dan geen particulier postvervoer. In oude tijden diende het berichtenverkeer slechts staats- en militaire doeleinden. Pas in de middeleeuwen ontwikkelde zich aarzelend het bezorgen van post en wel via kerkelijke invloeden. Reizende monniken en pelgrims namen tegen vergoeding brieven mee. Daarvoor werden de oude handelswegen benut. We moeten daarbij denken aan vooral in de winter, slecht begaanbare zandwegen. Vooral tot de 13de eeuw waren de bewoners van Twente erg op elkaar aangewezen. Men vormde relatief kleine woongemeenschappen en men dreef slechts plaatselijk enige ruilhandel.
Door het sluiten van het Hanzeverbond in 1241 tussen de steden Hamburg en Lübeck groeide ook de handel in heel Noord-Europa. zo werden er steeds meer steden bij de Hanze betrokken. Ook steden als Deventer en Zwolle maakten er gedurende een bepaalde tijd deel van uit. Dit had tot gevolg dat er ook meer over land vervoerd ging worden. De wegen moesten daarop worden aangepast. Zo werd b.v. de dijk tussen Almelo en Wierden rond 1400 sterk verbeterd. Deze weg maakte deel uit van de route van Deventer door Twente naar Osnabrück en Bremen.
Als route werd daarbij niet de kortste maar wel de best begaanbare weg gekozen. De vele moerassen die er toen nog ·waren door de toenmalige hoge waterstand, waren daarvan de oorzaak.
Het vervoer werd dan ook uitgevoerd door grote huifkarren die door minstens vier paarden werden getrokken. De voerlui op deze karren kwamen veelal uit Hessen, vandaar dat deze wegen in Oost-Nederland Hessenwegen werden genoemd.
Het ging in beginsel om twee hoofdroutes met enkele alternatieven n.l.:
1) Amsterdam via Zwolle – Schuilenburg – Wierden – Zenderen – Saasveld – Oldenzaal – Osnabrück – Bremen.
2) Utrecht – Deventer – Holten – Markelo – Delden – Oele – Enschede – Munster.
Vanuit Utrecht komende kon men via Goor – Delden – Hengelo naar Oldenzaal en verder naar Osnabrück – Bremen. In het droge seizoen ging men, komende uit Amsterdam, nog wel eens ten noorden van Twente langs via Hardenberg en Vennebrugge, waartussen men door een moerasgebied trok, naar Duitsland.
In de 15de en 16de eeuw kreeg in Europa de staatspost enige vorm. Dit betrof zowel vervoer van post voor de staat als voor particulieren. In Nederland trad in 1752 de gecentraliseerde staatspost in werking. Deze beperkte zich in het begin slechts tot Holland en Friesland. In 1803 werden de overige provincies pas bij de staatspost betrokken. Het vervoer van post werd in Twente vrijwel uitsluitend via de weg bedreven. Paard en koets werden hiervoor ingezet. De gekozen wegen kregen al snel de naam “Postweg”. Van deze postwegen vinden we er nu nog vrij veel in de verschillende dorpen en buitengebieden in Twente.
Ook Borne heeft zijn “Oude Postweg” die deel uitmaakte van de route via Oldenzaal naar Duitsland. Deze weg sluit aan op de uit Zenderen komende Hertmerweg die langs de verdwenen havezate Het Weleveld loopt. De Oude Postweg doorsnijdt een groot deel van het gebied van Hertme en loopt ten noorden langs het kerkdorp. Even voorbij de kruising Broeksweg en Hoge dijk verlaat de Oude Postweg de gemeente Borne in de richting van Saasveld – Oldenzaal. In de Hertmerweg nabij Het Weleveld lag bij de boerderij Bos-Roelof een tol. De Heren van Weleveld hadden zodoende een leuke inkomstenbron aan deze handelsweg, die later postweg werd. Ze hebben er als postweg niet lang plezier meer van gehad. Het huis werd n.l. reeds in 1804 gesloopt!
F.J. van Capelleveen
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 1997-01)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)