Boorn & Boerschop 1994-02: ENKELE BOERDERIJ- EN VELDNAMEN

Auteur: M.G.E. van Harten-Fransen

Na de herfstwandeling van september 1993 is door enkele personen gevraagd een verklaring van de namen Hondehoek, Hebbrod en Oude Bieffel te willen geven en iets over de herkomst te willen zeggen. Hoewel naam verklaring in het algemeen zeer moeilijk is wil ik toch een poging wagen.

Nu de betekenis van Hondehoek. Het Etymologisch woordenboek geeft op pag. 339 aan dat de hond eem landmaat is van 100 roeden. Van Dale’s Grootwoordenboek geeft op pag. 2431 14 m2 voor het oppervlak van een roede. Er gaan dus 700 roeden in 1 ha.
Verdam, Middelnederlands Handwoordenboek verklaart op pag. 497 dat de roede zowel een lengte- als een oppervlaktemaat is die wel werd gebruikt om stukken land van verschillende eigenaars met elkaar te kunnen vergelijken. We nemen daarom maar aan dat het hier gaat om een stuk land dat ten tijde van de naamgeving circa 100 roeden groot geweest kan zijn.

Wie waren nu de bezitters of eigenaren van de Hondehoek. Nabij ‘t Hondemeken van Eekmors lag ‘t erve Hilbert dat in het Verpondingsregister van 1602 de Heren van Almelo als eigenaren noemt. Verder lag er de Lichtenberg of Legtenberg met als eigenaar “Het Weleveld”. Ook erve Esscher blijkt van dezelfde eigenaar. Erve Kotstede hoort in 1460 onder het St. Catharinaconvent in Almelo. Erve Reimerink in 1602, evenals Paaschen aan Van Bevervoerde. Erve Koekoek was weer van Het Weleveld.
Verder blijkt Erve Schuurcate van 1301-1381 onder Vlederingen (Herinkhaven) te horen en is het Sterksel in 1353 eigendom van Het Weleveld. ·
Erve Zeilker was in 1353 hofhorig onder de Hof te Borne. Uit de Registers en Rekeningen van het Bisdom Utrecht blijkt dat Johan van Welvelde tussen 1336 en 1353 goederen ontvangt van bisschop Jan van Arkel uit de erven van Egberto de Hulghere m.n. de goederen Wordenclare en uit de erven Joh. Zalekinc en Essel het Hesselink.
De Hondeborch wordt onder no 13 in de regesten in 1414 genoemd is dan van het Catharinaconvent te Almelo daarin wordt ook vermeld dat Johan van Vorden en zijn vrouw Lyze Ottendochter van Welvelde geheten van Hengelo de hofstede de Borch in Zenderen verkopen.
Aanvullende gegevens betreffende de erven in dit gebied: Erve ‘t Hilbert, bewoner Hilbrink; erve Legtenborg thans De Zegger; erve Esscher bewoner Jansen; erve Kotstede thans Rupert; erve Reimerink bewoner Lammertink; ‘.t Paaschen thans Stopel;erve Koekoek afgebroken; erve Schuurkate thans Oosterveld; erve ‘t Storksel bewoner Te Wierik; erve Zeilker bewoner Welberg; De Borch werd bewoond door Averink en is afgebroken.

Hebbrod

Ook wel geschreven als Hebberot of Heberod. Een Hebe is hoog en Rode komt van ontgonnen land, meer speciaal na het rooien van bomen. Dit laatste is te lezen in Verdam, Middelnederlands Handwoordenboek pag. 497.
We hebben geconstateerd dat langs postwegen en grensgebieden landweren hebben gelegen (soms zijn er nog sporen van te zien) bestaande uit opgeworpen wallen bepoot met moeilijk doordring­ baar struikgewas en bomen. Het doel hiervan was wering van de grens en het voorkomen van overlopen of stelen van vee. ‘t Hebbrod moet eens zo’n landweer zijn geweest met de aanwezige 5 bochten in het verhoogde terrein.
Ten oosten van het Hebbrod ligt het erve Hilbert. Naar het zuiden ligt Legtenberg of Legtenborg bij ‘t Mensenhuis of Tollershuis, genoemd in 1602.
Links van Eekmors (in westelijke richting) ligt het Groot Hulscher, genoemd in de regesten van het St, Catharinaconvent in 1399. Het was een leen van het kapittel van St. Pieter te Utrecht.

Afb. 01: Schematische kaart van het gebied waarin de in de tekst genoemde namen voorkomen

Verder naar het zuiden nabij erve Reimer zien we erve Kotstee en westelijk daarvan erve Koekoek. De landweer lag langs het erve Schuurkate en was volgens de heer Oosterveld manshoog. Deze wal kwam uit bij de Postweg, nu Zeilkerweg, langs de Hondeborch.

Oude Bieffel

Voorhet onderzoek naar de betekenis hiervan gaan we terug naar ‘t Hebbrod en langs Kolk Hendrik en Klumpers naar het zuidoosten en komen we uit bij de Bornsebeek. Deze zorgde vroeger voor veel wateroverlast. We zien nabij de Bornsebeek een moerasgebied met eendenkooi, eendenkolk en de pastoor- of visserskolk die rechts zijn gelegen.
In 1720 is baron Hambroick gerechtelijk in het bezit gekomen van de havezate Weleveld. (Arch. Wel., 1-16, nr. 2) De baron noemt hierin alle bezittingen zoals hij ze aantreft o.a. hofgrond en woest, vervallen land met daarin vele kolken. Hij geeft aan dat de eendenkooi is gerepareerd en dat hij er een nieuwe pijp bij heeft laten maken. De vraag komt dan op of de Oude Sieffel van oudsher reeds met kolken heeft te maken. Gaan we de boeken na dan vinden we:

  1. Verdam, pag. 758 geeft aan: wael; wale; kolk; poel; plas; viswater.
  2. Het Etymon. woordenb. op pag. 880.: walen is in middel­ Nederlands het scheuren van een dijk; Latijn: draaien; oud Indisch: valati.
  3. Idem pag. 107: bivalve dat verwant is aan volvere en eveneens met het Indo-Germaanse walen.
  4. Verdam, pag. 100 geeft nog: bivallen d.w.z. zich voegen; ergens op aanvallen; Ook bivanc, o.a. een bepaald stuk (rechts)gebied.

Bezien we deze omschrijvingen dan lijkt Bieffel te komen van Bivanc of Bivalve dat een gebied met kolken aangeeft.

Als we kijken naar het geheel van de behandelde namen van Hondehoek, ‘t Hebbrod en de Oude Bieffel met daarbij de landweren ronde de marke Zenderen, dan lijkt het erop dat we hier te maken hebben met een wel doordacht verdedigingssysteem van de Heren van Weleveld die zich rond 1300 in deze streek vestigden.

M.G.E. van Harten-Fransen

Afb. 02

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar inhoudsopgave 1994-02)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)