Boorn & Boerschop 1994-01: DE FAMILIE BROK NAAR BORNE 1

Auteur: W.H.G. Brok

Toen Johannes Hendrikus Brok naar Borne kwam was dat uit bittere noodzaak, want zijn vrouw kon niet met zijn moeder opschieten. Zij was dienstmeid en kindermeisje bij de familie Eekers in Enschede. Toen in 1862 daar de grote brand uitbrak waarbij het toenmalige Enschede voor een groot deel afbrandde, wist zij het kind van de dokter op het laatste moment nog te redden. Dit kind, de latere dokter Eekers, werd arts te Borne. Bij haar huwelijk werd zij door de doktersfamilie beloond met een uitzetkast, maar daar haar man als timmerman er ook al een had gemaakt, heeft ze haar hele leven twee kasten bezeten.

Doordat Enschede bijna helemaal plat lag werd er op grote schaal om arbeiders gevraagd. Metselaars en timmerlieden kwamen van heinde en ver om bij de bouw van Enschede te helpen. Zo gingen ook Johannes Hendrikus Brok en zijn broer Gerhardus Johannes naar Enschede om een paar centen extra te verdienen. Toen ze aldus Enschede binnen kwamen wandelen werden ze opgemerkt door Geertruida Johanna ten Asbroek die met haar vriendin de puinhopen en het vreemde mansvolk bewonderde.

“Die lange leek haar wel wat” en dat werd na kennismaking wederzijds. Haar zuster zou met Gerhardus Johannes Brok trouwen en haar jongste zuster met Johannes Wilhelmus Brok. Zo kwam het dat drie zusters met drie broers trouwden.

Gerhardus trok naar Enter als timmerman en Wilhelmus werd stadstimmennan te Amsterdam. Hendrikus trouwde te Enschede op 17 mei 1867 met Geertruida Johanna ten Asbroek, geboren te Haaksbergen op 25 december 1841. Zij stond later bekend als “Brok’s Trui”. Haar ouders waren Gerhardus Willen ten Asbroek en Johanna Havink. Bij hun trouwen trokken ze bij zijn ouders in op de boerderij waarvan de bedoeling was dat ze deze zouden voortzetten. Zijn vader, Hendrikus Brok (1807 – 1878) was in 1837 getrouwd met Gezina Mulder (1812 1887) dochter van Hendrikus Mulder (timmerman) en Johanna Braamhaar.

Deze Gezina Mulder was geen gemakkelijk mens. Terwijl de mannen overdag hun werk hadden, moest Trui de smerigste klusjes opknappen en hard werken. Na enige weken botste het tussen de stadsmeid en de boerin. Hendrikus zag ook in dat zijn moeder dwars lag en trok partij voor zijn vrouw. Ze verlieten de boerderij en trokken naar Enschede, waar hun eerste kind Gerhardus Hendrikus op 11 maart 1868 ter wereld kwam. Hun tweede kind Gerhardus Johannes werd al op 15 december 1869 in Borne geboren.

In 1887, na de dood van zijn moeder, lieten ze te Zenderen een winkelpand annex woonhuis neerzetten, schuin tegenover de villa van Spanjaard, nu het Witte Huis genoemd, op de plek waar nu het gezinsvervangend tehuis “De Klippen” staat.

Afb. 01: De panden van Johannes Hendrikus en Mathildis Wilhelmus Brok

Terwijl Brok’s Trui de winkel dreef werd Hendrikus modelmaker bij machinefabriek Ledeboer aan de Deldensestraat over het spoor. De fabriek brandde in 1909 af en al zijn modellen waren weg. Hijzelf overleed ook in 1909. Ze kregen negen kinderen waarvan vijf jongens en vier meisjes, waarvan een meisje maar twee jaar oud is geworden. Gezina Brok (1871 – 1934) trouwt in 1897 met Franciscus Gerhardus Simonetti, damastwerker (1871 – 1914). Johanna Theodora Brok (1873 – 1949) trouwt in 1989 met Hermannus Dijk, timmerman (1867 – 1924). Antonetta Brok (1880 – 1956) trouwt in 1905 met Johannes Bernardus Hofstee, huisschilder (1870 – 1952)

De twee jongste kinderen waren Bernardus Johannes, geboren te Borne op 20 mei 1883 en Mathildis Wilhelmus, geboren te Borne op 14 maart 1885.Ze waren beter bekend als Bernard en Willen of als “Groot’n Brok” en “Pielke Brok”. Ze trokken hun hele leven lang veel met elkaar op.

Bernard was metaalbewerker en trouwde in Borne op 15 november 1912 met Aleida Maria Bruggink, geboren te Hengelo (Woolde) op
12 december 1891 en overleden te Borne op 9 november 1938. ze was een dochter van landbouwer Bruggink en Hendrika Dijk. Getuigen bij hun huwelijk waren Hermannus Dijk, zwager van de bruidegom en oom van de bruid en Johannes Bernardus Hofstee, zwager. Ze kregen 12 kinderen.

In zijn vrije tijd zette Bernard fietsen in elkaar en verkocht ze in een winkeltje tussen het pand van molenaar Vonke en dat van zijn vader. In een volgende aflevering zullen we zien hoe het de familie Brok verder verging. Ook de geraadpleegde literatuur zal dan worden vermeld.

W.H.G. Brok.

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar inhoudsopgave 1994-01)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)