Boorn & Boerschop 1993-02: UIT DE ARCHIEFKAST 5

Auteur: Drs. G.P. ter Baak

Wat nu de klompenmakerij van Bertus Roesink is (aan de stationsstraat 9) was vroeger het badhuis van Spanjaard. “Uit 1916” schreven wij in het boek “Kiek toch ‘s!”, op bladzijde 98 bij foto nummer 387 van het badhuis. Berichten in de Bornsche Couranten uit 1916 lijken dit te bevestigen:

Afb. 01: BC 19 februari 1916
Afb. 02: Het Badhuis van Spanjaard zoals het er thans uitziet, in gebruik als klompenmakers werkplaats door Bertus Roesink

Met het “Boetenhoes”, in het artikel hieronder, wordt bedoeld de dubbele fabrikantenvilla, die in 1914 door Davids neef Jacob Spanjaard tot één villa werd verbouwd, het thans zo geheten “Witte Huis”. Het gouden echtpaar David Jacob Spanjaard en Dina Prins (niet Wertheim zoals abusievelijk bij een foto in de oude Bornse Courant stond geschreven) woonde in het linker gedeelte van de villa, diens broer Izak Jacob met zijn vrouw Anna F.E. Simons (de ouders van Jacob Spanjaard) in het rechter gedeelte. We
laten hier enkele fragmenten uit die oude Bornse Couranten (BC) volgen.

Afb. 03: BC 2 september 1916
Afb. 04

Overigens werd pas op 31 augustus, twee dagen na de aanbesteding en gunning, een bouwvergunning aangevraagd door de Directie der N.V. Stoom-Spinnerijen & Weverijen v/h S.J. Spanjaard. De directie werd supersnel op haar wenken bediend: op 1 september 1916, dus één dag later werd de bouwvergunning door B & W verleend! Hier werd bijna bewaarheid wat we op de afdeling Stadsontwikkeling van het gemeentehuis wel eens zeiden: “Och die vragen vandaag een bouwvergunning aan en willen dat die liefst gisteren al is verleend”.

BC 11 november 1916

Donderdagmiddag had alhier de eerstesteenlegging plaats van het badhuis, dat aan de Stationsstraat zal verrijzen, en, zoals men weet, een cadeau is van den heer en mevr. Dav. Spanjaard te Arnhem. Nadat door den oudsten Directeur, de heer Jac. Spanjaard, eenige waardeerende woorden tot de gevers waren gesproken, voor welke woorden dank werd gezegd, ging men naar het terrein.

Afb. 05: Detail tekening badhuis te Borne

In tegenwoordigheid van de directeuren met hunne dames, de commissarissen, de architect, aannemer en opzichter en eenige belangstellenden, werd de troffel onder een toepasselijk woord overhandigd aan den kleinzoon van de milde gevers, die de steen op de plaats legde, welke het opschrift draagt:

Afb. 06

‘t Feit werd vereeuwigd door het nemen van een kiekje. De werklieden, aan het badhuis werkzaam, ontvingen een extraatje.

Toch zou het nog jaren duren voordat het badhuis in gebruik zou worden genomen!

BC 9 juni 1917

Naar wij vernamen zijn thans de materialen zoo goed als aanwezig om het badhuis alhier af te kunnen werken en wordt het zeer waarschijnlijk begin andere maan geopend. De officiële datum is echter nog niet vastgesteld.

BC 21 juli 1917

Naar wij vernemen moet de opening van het badhuis wegens gebrek aan materialen worden uitgesteld tot september.

Dan leest men voorlopig niets_ meer over het badhuis. Het was n.l. de tijd van de eerste wereldoorlog (1914-1918) en de nasleep daarvan, een periode in de geschiedenis van Borne die tot nu toe onbelicht is gebleven. Wegens gebrek aan materialen (grondstoffen en brandstoffen) hebben de fabrieken toen zelfs enige tijd stil gestaan! Ook de stoomfluit van Spanjaard floot niet meer. De Bornse Courant helpt ons een tipje van de sluier oplichten, de nood was zo hoog dat zelfs de straatverlichting gedoofd werd. We lezen:

BC 8 september 1917

Wat een stilte om ons heen en wat een triestige gezichten alle dagen. De fabriek van de N.V. Stoom-Spinnerijen en Weve­rijen voorheen S.J. Spanjaard staat sedert Woensdag wederom stop wegens gebrek aan kolen. Hopen wij dat in Den Haag nu eens ernst gemaakt wordt om de industrie in de eerste plaats van kolen te voorzien.

BC 15 september 1917

Van verschillende zijden verzoekt men ons de aandacht te vestigen op hier heerschende Egyptische duisternis (in Borne), op sommige punten levensgevaarlijk. Als men eens besluiten kon op de hoeken der straten en op de punten waar het hoog nodig is een lampje te ontsteken, dan was er al veel gewonnen, Zuinig moeten we zijn, allemaal, maar men moet niet overdrijven, vooral niet waar het de openbare veiligheid betreft.

BC 12 januari 1918

“De fabriek alhier heeft weer vanaf Woensdag stop gestaan”. Deze week was er weer stagnatie in den aanvoer van meel voor stoete. Verleden week moest het reeds door de bakkers ontvangen zijn en kon door een abuis in de verzending van de order uit Den Haag, eerst Vrijdagmiddag worden afgeleverd. Als er niet is, dan is er niets aan te doen, maar als er wel meel is, maar de aflevering mag niet plaats hebben omdat men vergeten heeft de order daarvoor af te geven, dan wordt de zaak erger, vooral in zulk een schralen tijd als waarin we nu leven. Nu hebben sommige bakkers 8 dagen zonder meel gezeten.

BC 22 juni 1918

Maandagmorgen zijn de arbeiders van de fabriek Spanjaard weer aan den arbeid getogen, evenals voorheen slechts 3 1/2 dag per week.

BC 1 februari 1919

Vermeld wordt, dat er wat katoen is aangekomen. Hopen wij dat spoedig zoveel moge volgen, dat het gezoem der fabrieken overal weer wordt gehoord. Donderdag hadden we het geluk, dat in onze gemeente weer eens steenkolen aankwamen. In deze nijpende koude eene ware uitkomst.

Dan komt de ommekeer!

BC 29 maart 1919

De stoomfluit der fabriek laat sedert Donderdag ochtend, bij de invoering der nieuwe regeling der fabrikanten ingesteld, wederom haar gefluit over ons dorp galmen. Wel is nog niet alles weer in werking, maar we vertrouwen, dat allengs het gezoem der machines weer normaal zal worden.

Afb. 07: Luchtfoto van het badhuis en de tegenwoordige muziekschool aan de Stationsstraat, genomen ter gelegenheid van de viering van het 60-jarig bestaan van de fabriek van Spanjaard in 1924
Afb. 08

BC 3 mei 1919

Wij gaan toch langzamerhand weer naar normale verhoudingen terug. Na een stilstand van het bedrijf van meer dan anderhalf jaar, is de schoorsteen der grutterij van de firma Erven ten Cate alhier, weer beginnen te roken. Naar wij vernemen, zijn de aanvoeren van granen nog wel niet zodanig, dat het gehele bedrijf weer in werking komt, doch meel voor huishoudelijk gebruik van deugdelijke kwaliteit kan bereids dezer dagen worden afgeleverd.

Pas in 1920 weet de Bornse Courant weer iets over het badhuis te melden. De gulle gever David J. Spanjaard was toen al enige jaren geleden overleden, te Arnhem op 15 augustus 1917.. Zijn vrouw Dina Spanjaard-Prins zou 6 jaar later overlijden.

BC 24 april 1920

We hadden het genoegen het badhuis dezer dagen te kunnen bezichtigen. De entree, wachtkamer eerste klasse, reeds doet denken dat men een grootsche inrichting binnen treedt, waarin tevens een plaat is aangebracht, vermeldende de gevers van dit badhuis, wijlen de heer D.J. Spanjaard en mevr. D.J. Spanjaard-Prins. Vandaar komt men in het lokaaltje voor den badmeester, waarin kasten zijn aangebracht voor de handdoeken enz. Van hieruit komt men in de gang, waarin badkamers en sproeibaden van elk twee. Daarnaast urinoir en closet, en aan het eind een lokaaltje voor de schoonmaakster. Aan de andere zijde 4 badkamers met kuipen en 4 gelegenheden om een sproeibad te nemen voor de tweede klasse, maar deze zijn overigens precies gelijk aan die van de eerste klasse en eveneens urinoir en closet. Beneden zijn de stookplaatsen voor warm water ingericht.
Alles ziet er even keurig uit en maakt een prettige indruk. Er wordt een druk gebruik van gemaakt en het voorziet dus in een groote behoefte. Over een paar weken wordt het eveneens voor het publiek opengesteld. Tot badmeester is aangesteld de heer Bokhoven en tot schoonmaakster mej. Prozman.

BC 22 mei 1920

Blijkens een advertentie in dit nummer (van de Bornse Courant) wordt het badhuis a.s. week voor het publiek geopend.

Afb. 09: Advertentie in de Bornse Courant van 22 mei 1920

Ger ter Braak

Afb. 10

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar inhoudsopgave 1993-02)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)