Boorn & Boerschop 1993-01: J.W. SCHOLTEN EN HET SCHOLTENFONDS

Auteur: A.A. ten Kate

Op de expositie 11500 jaar Oude Kerk” in 1983 ontbraken stukken, die betrekking hebben op het 11Scholtenfonds11 van de Ned. Herv. Gemeente. Nu sedert kort de map “Nalatenschap wijlen J.W. Scholten”, bevattende zo’n 70-tal stukken, weer is opgediept uit de archieven, wil ik eens wat schrijven over mogelijke achtergronden en beweegredenen.

Een zin uit de z.g. boedelbeschrijving geeft waarschijnlijk al een goed motief voor de plannen, die de heer Scholten (1843 – 1916) had uitgedacht.

"•••••• dat genoemde Jan Willem Scholten den 6 October 1916 te Stad Delden, hebbende zijne laatste woonplaats te Zenderen, gemeente Borne, ongehuwd en zonder bloedverwanten in de op- en nederdalende linie na te laten, is overleden".

Hieruit blijkt, dat de alleenstaande, 73-jarige, heer Scholten op het eind van zijn leven naar Delden werd overgebracht. Daar werd hij – tot zijn dood – nog elf dagen verpleegd in het R.K. Ziekenhuis aldaar (verpleegprijs f. 5,50 per dag, eerste klasse!)..
In Zenderen was hij, sedert 1 november 1915, in de kost voor f. 6,00 in de week. Daar kwam vóór zijn opname in het ziekenhuis te Delden, gedurende drie weken wegens extra behandeling, f. 1,00 per dag bij.

Afb. 01 De stichter van het Scholtenfonds, J.W. Scholten, 1843 – 1916

Zou zijn afhankelijkheid van hulp en verzorging hem op 16 mei 1916, dat is nog geen half jaar vóór zijn dood, hebben doen besluiten een streep te halen door zijn eerder gemaakte testamenten en gelijktijdig te benoemen “tot mijn enig en algemeene erfgename de Nederduitsch Hervormde Gemeente te Borne”. En dan volgt de Voorwaarde verbonden aan deze erfenis:

"Mijne erfgename zal gehouden zijn eene Ziekenverpleegster, behorende tot de Nederduitsch Hervormde Kerkgemeente aan te stellen en te bekostigen".

Het is deze bepaling geweest die uiteindelijk heeft geleid tot de komst van een Zuster van de Diaconesseninrichting uit Amsterdam. Dat aan een diacones werd gedacht voor de vervulling van deze taak is niet zo verwonderlijk als we lezen dat van de “Zuster” wordt verwacht, dat het haar “wensch is den Heere in dit werk te dienen en op wier hulp en bijstand in de eerste plaats aanspraak zal hebben de boerenstand, behorende tot de Nederd. Herv. Gemeente te Borne”.
Dit testament werd aanleiding tot de stichting van het Scholtenfonds, de voorloper van de Kruisvereniging. Over dit fonds zou ook zo het een en ander te melden zijn, maar nu bepalen wij ons tot de stichter en zijn nalatenschap.

Doordat de Herv. Gemeente enige erfgename werd en dus de lusten én de lasten kreeg, beschikken we nu over allerlei rekeningen etc., die ons inzicht verschaffen over situaties en prijzen. Zo werd o.a. gezorgd voor een graf (kosten f. 10,00) en later voor een grafsteen. Deze steen – aanvankelijk sterk verwaarloosd maar later door de Kerkvoogdij opnieuw opgemetseld draagt als opschrift: “In dankbare herinnering aan den stichter van het Scholtenfonds”. Voor de begrafeniskosten, op 16 oktober 1916, heeft de doodgraver één gulden vijftig cents ontvangen. Uit de nota van de Ver. voor Chr. Belangen blijkt dat de broodjes 2 centen kostten; de boter f. 1,00 het pond; de koffie 75 cent het pond; kaas 50 cent het pond en de gebruikelijke sigaar 3 1/2 cent.
Genoemde Ver. voor Chr. Belangen was overigens in het testament bedacht met f. 2000,00. De diaconie met f. 4000,00. Na aftrek van alle legaten, kosten etc., bleef er voor de Kerk een saldo over van f. 1569,27. De waarde van de persoonlijke bezittingen (“roerende lichamelijke goederen”) was f. 27,00. Als we van dit geringe bedrag aftrekken: de oude kast (f. 7,00) en de brandkast (f. 15,00), dan blijft er nog f. 5,00 over. Daarvan voor o.a. kleding+ bed f. 4,50. Resteert nog 50 cent voor: een oud horloge; een bril en een scheermes+ klom­ pen en schoenen…..

A. ten Kate.

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar inhoudsopgave 1993-01)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)