Boorn & Boerschop 1991-01: UIT DE ARCHIEFKAST 1

Auteur: Ger ter Braak

De huisvesting van ons gemeentehuis heeft altijd al veel gemoederen in beweging gebracht.

Door de onderprefect van Almelo werd op 10 april 1811, het jaar waarin de gemeente officieel werd opgericht, bij gebrek aan een gemeentehuis ten huize van de heer w.c. Lantman het gemeentebestuur geïnstalleerd. Het bestuur bestond uit de Maire (later respectievelijk schout en burgemeester geheten) W.C. Lantman, de adjunct Maire (secretaris) Mr G.J.O.D. Dikkers en de leden van het conceil manucipal (de gemeenteraad), 15 man sterk.

In de jaarrekening van 1811 zit een mandaat t.n.v. W.C. Lantman, waarin hij op jaarbasis een huur ontvangt van fl. 24,00 voor “een lokaal in het gemeentehuis”. In 1856 is dit bedrag opgelopen tot fl. 75,00, de ontvanger heette toen J. Bussemaker (burgemeester van 1843 – 1855).

Op de kadastrale kaart van 1830 zien we het gemeentehuis echter gesitueerd precies tegenover de Ned. Herv. Kerk, tussen de zich aldaar bevindende school en het brandspuithuisje. Het was een lokaaltje van niet meer dan 5 x 6 m! Het lag op een strategisch punt als men bedenkt dat er tegenover, boven in de gemeentetoren, de arrestantencellen waren gevestigd. Vandaar nog het oude Bornse gezegde: “pas mèr op, zee brengt ow nog noar ‘n toorn”. Wat nu precies de functie van dit “gemeentehuis” is geweest, is niet duidelijk. De werkzaamheden voortvloeiende uit de bestuurlijke arbeid werden in ieder geval verdeeld over een lokaliteit in de woning van de burgemeester en het vertrek tegenover de Ned. Herv. Kerk.

Na veel geharrewar werd in 1860 een pand aan de markt, tegenover hotel de Keizerskroon, aangekocht, waarvan het voorste gedeelte werd afgebroken om plaats te maken voor het nieuwe gemeentehuis, dat in 1863 werd geopend en dat tot 1930 als zodanig dienst heeft gedaan. Toen, in 1930, werd de fabrikantenvilla “Elisabeth” in gebruik genomen, die twee jaar eerder van de toenmalige eigenaar/bewoner dokter W. Stomps (Sr.) was aangekocht. Villa Elisabeth werd in 1895 gebouwd in opdracht van Albert Spanjaard. Het jaartal is nog terug te vinden op de windvaan boven op het dak. Het oude pand, aan de markt, werd later aan Albert Letteboer verkocht die het tot zijn Sparwinkel verbouwde. In dat pand, na de oorlog vernummerd tot Dorsetplein 4, kwam later de winkel van Albert Heijn.

Eerdere plannen om een nieuw gemeentehuis te bouwen aan de Bleek gingen niet door. Aan de Almeloschestraat werd in 1925 zelfs een terrein voor een nieuw te bouwen gemeentehuis aangekocht. Dat was op de plaats waar later onder meer de R.K. Industrie- en Huishoudschool werd gebouwd (thans genummerd Grotestraat 235). De bouwtekeningen hebt U een aantal maanden geleden kunnen zien op panelen in de hal van het gemeentehuis, waarop de geschiedenis van het gemeentehuis was afgebeeld.

Bij het raadplegen van oude raadsnotulen komt men vaak interessante dingen tegen! Uit die van 24 juni 1901 blijkt, dat de plannen om tot een andere huisvesting van het gemeentehuis te komen van veel eerder dateren. Dat waren dan wel plannen van Burgemeester en Wethouders! Zie hiervoor bijgaande copie daarvan.

Afb. 01
Afb. 02
Afb. 03

Op de volgende vergadering, 26 juli 1901, staat de aankoop weer op de agenda.De laatste regels van deze raadsnotulen luiden als volgt: “Behalve het lid D.J. Spanjaard is geen der leden genegen tot den aankoop van het voormelde perceel mede te werken. Het gedane voorstel is al zoo verworpen”. De panden die de gemeente in 1901 had kunnen aankopen ziet U rechts op bijgaande ansicht, die in 1904 werd verstuurd. Geheel rechts het pand (2) dat toen inmiddels eigendom was geworden van de “Grutter”: de firma Erven Wed. A. ten Cate, die daar haar rijstpellerij in vestigde. Het woonhuis werd tenslotte in zijn geheel eigendom van slager Meier Spanjaard. Hij woonde zelf in het linker woongedeelte. Links daarvan liet hij in 1910 een slagerswinkel (in Jugendstil) bouwen die bij de restauratie van het Spanjaardhuis weer is afgebroken. Het rechterwoongedeelte verhuurde hij aan Hendrik Hulshoff, een der vier firmanten van de Firma Erven Wed. A. ten Cate.

Afb. 04

Het thans zo geheten Spanjaardhuis, Grotestraat 10 – 122, werd in 1976 gerestaureerd. Het werd in 1865 gebouwd in opdracht van Levie Salomon Spanjaard, zoon van de grondlegger van de textielfabriek Spanjaard. Dit was een jaar na de opening van de nieuwe fabriek van de firma S.J. Spanjaard aan de Spoorstraat. Voordien woonde Levie Salomon aan de overzijde van de straat (het tweede huis links, No. 1, op de ansicht), sedert 1851, het jaar waarin hij met Betje van der Wijk trouwde. In 1901 werd dat woonhuis door J.B. Kuyper van de fam. Spanjaard gekocht. Hij vestigde er zijn slagerij in. Het pand bestaat nog, zij het met een compleet andere voorgevel (Grotestraat 139 – 141). De slagerswinkel is inmiddels door een bloemenwinkel (Edelweiss) vervangen.

Toen Levie Salomon Spanjaard het pand in 1851 kocht van W.C. Lantman (Borne’s eerste Maire/burgemeester van 1811 – 1843) was het zeer gunstig gelegen: naast het fabrieksterrein. Later werden er onder meer herenhuizen van Spanjaard op dat terrein gebouwd (Grotestraat 137 – 129/Aanslagweg 53).

Nog even iets over de rijstpellerij. Deze werd in 1965 door de gemeente aangekocht, helaas niet om er alsnog een brandweergarage van te maken. Het gebouw werd later afgebroken ter verbreding van de uitmonding van de Ennekerdijk op de Grotestraat en voor de aanleg van parkeerplaatsen.

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar inhoudsopgave 1991-01)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)