Boorn & Boerschop 1991-01: BORNE IN DE PREHISTORIE

Afb. 01: Archeologie

Auteur: J. van Nuenen

In ± 1200 begint de historie van Borne. Dat wil zeggen dat uit die tijd de eerste geschreven stukken dateren waarin Borne genoemd wordt. De tijd die daarvoor ligt is de prehistorie. Dat is een periode van duizenden jaren waarover alleen de bodem ons kan informeren.

In de drassige bodem van de Bornsche Beek nabij het Dijkhuis zijn, jaren geleden, beenderen gevonden van een eland die hier zo’n 9000 jaar geleden gegraasd moet hebben. In 1989 zijn bij de vijver in de Stroom Esch, beenderen gevonden van een ruigharige pony die in dezelfde tijd geleefd moet hebben. Maar dat is geen historie, omdat historie over mensen gaat.

Wat wel tot de historie gerekend moet worden, zijn de vuur­ stenen werktuigen die bij verschillende opgravingen in Borne zijn gevonden. Soms worden nog vuurstenen werktuigen van landbouwers gevonden die mogelijk bij het ploegen werden verloren. Zo werd een vuurstenen dolk uit het neoliticum gevonden vlak bij het punt waar de Azeler Beek in de Bornsche Beek stroomt. Een vuurstenen bijl werd aangetroffen tussen de Burenwegen de spoorlijn. Een bijl werd gevonden in het Piepersveld vlakbij de grens met de marke Dulder. In 1991 werd in Hertme opnieuw een bijl gevonden.

Verder zijn er bij opgravingen in de Stroom Esch kleine vuur­ stenen werktuigen gevonden. In de Zuid Esch is, tijdens opgra­ vingen aldaar, een dolkkling uit de standvoetbekercultuur, dat is ± 2000 jaar voor Chr., en zijn vuurstenen afslagen van ± 4000 jaar voor Chr. gevonden. Hieruit kunnen wij concluderen dat de prehistorie van Borne in de nieuwe steentijd, het neoliticum, zo’n 4000 jaar voor Chr. begint. Dat is dus zo’n 6000 jaar geleden.

Wij moeten er ons wel bewust van Zl.Jn dat de stenen gereedschappen tot in de bronstijd, en misschien zelfs tot in de ijzertijd, in gebruik zijn gebleven. Het brons was toen kostbaar en moest van elders worden aangevoerd en het bestaan in onze streken was niet zo weelderig dat dit op grote schaal gebeurde. Daarom kan gesteld worden dat de steentijd, voor zover het gereedschappen betreft, in Borne doorliep tot in de ijzertijd (de ijzertijd begon ongeveer 500 jaar voor Christus).

Het sporadisch vinden van bronzen voorwerpen uit die tijd zou tot de conclusie kunnen leiden dat er in Borne weinig bronzen gereedschappen zijn gebruikt. Deze conclusie is echter voorbarig. Het Bornse gereedschap kan zijn ingeruild bij aanschaf van nieuw gereedschap en hergebruikt door de bronssmid. Dit in tegenstelling tot de stenen gereedschappen die daardoor veelvuldiger gevonden kunnen worden.

De archeologische tijdtabel is een globale aanduiding van cultuurveranderingen in leven, werken en wonen, het gebruik van geb+uiksartikelen en de gewoonten bij begraven, alsmede de plaats op aarde waar dit alles geschiedde. De bronstijd in Azië liep van 3000 tot 1200 v. Chr. In West Europa van 2000 tot 1000 v. Chr. De steentijd in Nieuw Guinea is pas 50 jaar geleden geëindigd. Ook is het mogelijk dat bepaalde invloeden plaatselijk tot grote verschillen hebben geleid. De Romeinen hebben in Twente b.v veel minder invloed gehad dan in Deventer en in Rheine. Deze plaatsen waren over water goed bereikbaar en er werd veel handel gedreven. Zo is de ijzertijd hier in Borne langer blijven doorlopen, en wel tot in de middeleeuwen, ook al heeft de ontwkkeling niet stilgestaan en waren er wel veranderingen.

Ook in Borne zijn er sporen gevonden uit de bronstijd en wel bij de aanleg van het industrieterrein De Molenkamp. Juist bij het afgraven van de laatste meters van de Zendersche Esch t.b.v. De Molenkamp zijn op ongeveer 135 cm onder het oorspronkelijke maaiveld enkele potscherven gevonden. De mooiste scherf is versierd en was onderdeel van een voorraadpot die op bijgaande schets is gereconstrueerd met hulp van soortgelijke eerdere vondsten van elders. Verder zijn er nog andere scherven gevonden waarbij de gehele potwand versierd was.

Afb. 02: Reconstructie van een voorraadpot, uit aardewerkscherven gevonden op De Molenkamp te Borne.

Sporen van nederzettingen zijn echter niet gevonden. Wij verwachten dat verder onderzoek in de Zendersche Esch, vooral op het hoogste punt van de es, meer sporen op zou kunnen leveren. Mocht het industrieterrein nog eens worden uitgebreid, dan is het zaak er bij te zijn om zo de archeologen een kans te geven, vast te leggen wat de aarde zovele jaren voor ons bewaarde.

Bij de aanleg van het industrieterrein zijn ook veel sporen gevonden uit de ijzertijd, maar tot op heden zijn nooit bewonings-, begravings- of bewerkingssporen gevonden. Het bleef bij scherven. Meer over de ijzertijd in een volgend artikel.

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar inhoudsopgave 1991-01)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)